af, een rechthoekig opschrifttafeltje, zooals de Oud
heid het kende, dat toegepast werd op gebouwen en
voorwerpen. In het ie kwart der 16e eeuw zien wij
onze schilders en grafische kunstenaars (Lucas van
Leyden, Jan van Scorel) hun monogrammen daarop
aanbrengen en ze in ornamentale composities opne
men. Omstreeks het midden der 16e eeuw krijgt die
cartouche den vorm van uitgerold perkament of leer,
dat langzamerhand ingesneden en uitgeknipt wordt,
zoowel in het midden als aan de hoeken, waardoor
het „rolwerk" ornament ontstaat. Vervolgens worden
daarin gaten en sleuven aangebracht en laat men
schijnbaar groote nagels de leer- of blikachtig uitge-
48
Afb. XII. Rolwerk-cartouchemid
den 16e eeuw. Naar gegraveerd ont
werp van Hans Vredeman de Vries.