die Italiaansche motieven nog een chaotische ver
warring, doch dit alles herstelt zich en groeit tot een
meer zuiver weten en kennen, wanneer de Italiaan
sche gravures met bijschriften toegankelijk worden
uit boeken in onze eigen of in de verwante taal der
Vlamingen. Een der eersten die deze uitgeeft is Pieter
Coecke van Aelst 15021550), een belangrijk kun
stenaar met een groote werkplaats in Antwerpen,
waar jongeren niemand minder dan Pieter Brueghel
d.o.) werden opgevoed. In 1539 verscheen het eerste,
in 1542 het tweede en in 1553, drie jaren na zijn
dood, de volledige uitgave der vijf boeken van den
Italiaanschen bouwmeester Serlio, door hem ver
taald. Hierin waren de klassieke inzichten van den
Romeinschen bouwmeester Vitruvius verwerkt. Later
in 1577 en 1581 volgde van den veelzijdigen en be
gaafden Hans Vredeman de Vries 1527—na 1604)
Noord-Nederlander van geboorte, een strenger leer
boek over Vitruvius. Deze verdeelt den klassieken tem
pelbouw der Grieken en Romeinen in vijf „orden".
Van Griekschen oorsprong zijn dedorische, ionische
en korinthische orde, waaraan de Romeinen toevoe
gen detoskaansche en composiet orde. Het dorische
en toskaansch zijn daarbij het meest eenvoudig en
stoerhet ionisch het meest verfijndhet korinthisch
het meest luxueus, terwijl de composiet orde slechts
een samenvoeging is van ionisch met korinthisch. Bij
deze orden bestaat het schema van den tempelopbouw
uit: plint of sokkel (onderbouw), zuil en wand
(dragende deelen), en hoofdgestel (gedragen deel).
Daarbij is de zuil onderverdeeld inbasement,
43