Schaarsch zijn éénpersoons zitmeubels in de kamer,
want voor het zitten gebruikt men hoofdzakelijk kis
ten en banken. De zitting blijft steeds van hout,
welke men al of niet met losse kussens belegt. Ziet
men hoe de menschen zaten, of nog beter, neemt men
zelf de proef, dan blijkt hoe dit zitten toen, verge
leken met onzen tijd, nog verre van behagelijk was.
De bank is een der belangrijkste zitmeubels. Als „sitte-
kist" hangt zij samen met de kist en is uit deze opge
bouwd door de zijvlakken omhoog te trekken, die
voor armleggers dienen. Tusschen deze bevindt zich
over de volle lengte een vaste of een omlegbare rug
leuning. Bij de laatste kan zoowel de eene als de an
dere zijde der bank gebruikt worden, zonder dat zij
behoeft omgedraaid te worden. Waar de bank tevens
als bergmeubel moet dienst doen, maakt men de zit
ting opklapbaar. Behalve deze kistvormige banken
zijn er ook op vier pooten met omlegbare armleuning,
en voorts de allergewoonste typen zonder leuning.
De zetel voor één persoon hangt samen met de „sitte-
kist". Als erfenis uit vroeger tijd, waar de zetel in kerk
of kasteel een belangrijk zitmeubel was in den vorm
van een troon, zien we hem op het laatst der Middel
eeuwen doordringen in de burgeromgeving. Nog is
het ondergedeelte een kist en kan het deksel opklap
pen, zoodat een bergruimte aanwezig is. De zijvlak
ken gaan, evenals bij de bank, omhoog en dienen voor
armleggers, terwijl het achtervlak opgetrokken wordt
tot rugleuning. In samenstelling volgen die vlakken
de traditie van het stijl- en regelwerk met paneelen,
4. ZITMEUBEL
32