zijde gesloten, hoornwerk, dat naar den Koning het
Fort William werd genoemd, maar dat tijdens het
beleg van 1692 nog niet was voltooid.
Evenmin was voltooid een op 3 a 400 m. ten Zuiden
van de forten William en Terra Nova gelegen vrij
groot werkLa Casotte, open in de keel, maar voor
zien van een reduit, dat in de beschrijving der be
legering het duivelshuis wordt genoemd. (Al de
beschreven vestingwerken bij het Kasteel waren ge
metseld en bezaten diepe, droge grachten en mijn
gangen).
Op 25 Mei 1692 deed Lodewijk XIV de onaf gebouw
de vesting berennen.
De bezetting der vesting bestond uit 8 a 9000 man
Brandenburgers, Hollanders, Spanjaarden en Walen,
onder het opperbevel van den prins De Barbanqon,
generaal in Spaanschen dienst.
Hiervan lag Coehoom met 1500 man in het fort
William. Het aanvalsleger, door den Franschen koning
in persoon aangevoerd, telde naar schatting 45000
man voetvolk en 33000 ruiters, terwijl dadelijk na de
berenning 20.000 schansgravers uit Noord-Frankrijk
aankwamen voor het graven van de circumvallatie-
linie (met een uitgestrektheid van 5 mijlen). Boven
dien had de Koning den Maarschalk Luxembourg
opgedragen met een leger van 39000 man den Koning-
Stadhouder, die met een ontzettingsleger naderde, aan
de rivier de Méhaigne, ten Noordoosten van de vesting,
tegen te houden, hetgeen gelukte dank zij de hevige
plasregens, vele dagen achtereen, welke de rivier deed
zwellen en de bruggen deed bezwijken.
De stad, van de Oostzijde bij het reeds genoemde
ravelijn aan de Maas, vóór de St. Nicolaaspoort, aan
gevallen en bestormd, gaf zich reeds op 5 Juni over
en nu moest Vauban, Goehoorn's groote tegenstander,
die de aanvallen op de vesting met zijn ingenieurs
leidde, het fort William en La Casotte aantasten en
65
5