Leger fungeerdePieter de Percheval, zoon van een
ingenieur met dezelfde hooge betrekking.
Op 5 October, dadelijk na aankomst voor de vesting,
deed de Prins beginnen met het maken van de in-
sluitings- tevens afweerlinie, de zg. Circumvallatie,
die zich uitstrekte van het Hellegat tot de Moervaart,
twee thans niet meer bestaande zee-armen, uitkomende
in de Westerschelde. Deze afsluiting, lang ongeveer
5000 passen, aan de Zuidzijde der vesting, was vol
doende om aan het Spaansche leger, dat bij Gent en
Antwerpen opereerde, tegenstand te kunnen bieden.
Binnen de linie lagen de 3 verschanste Hoofdkwar
tieren, nl. dat van den Prins van Zeegat bij de Moer-
schans over Clinge tot Kapellebrug, dat van Veld
maarschalk van Brederodevan Absdale tot 't Hoekje
en tusschen beide kwartieren nog dat van den
Frieschen stadhouder, Graaf Willem Frederik, hetwelk
een terrein innam Westelijk van de Gentsche vaart en
Zuidelijk van St. Janssteen.
De Prins commandeerde persoonlijk 19 regimenten
infanterie, waaronder zijn Garde en voorts het regi
ment van Lodewijk van Nassau La Leek, Heer van
Beverweert, sterk 12 compagnieën, in totaal 161
compagnieën, met nog de Artillerie. Brederode had 9
regimenten van tezamen 74 compagnieën onder zijn
bevelen en Willem Frederik 8 regimenten van totaal
50 compagnieën infanterie. Bovendien waren 20
compagnieën cavalerie, onder den Prins van Talmont,
in het dorp St. Janssteen gelegerd.
Op dienzelfden 5en October berende Brederode de
forten bewesten Hulst, waarbij Absdale en eenige re-
douten veroverd werden, eischte Beverweert het fort
Spinola op en werd de Garde op de Moerschams af
gezonden, welke na drie schoten overgegeven werd,
evenals het fort Santbergh in den daaropvolgenden
nacht. Den 6en veroverde Brederode het fort Nassau,
dat eerst, „noch wat spels maeckte" en thans was „de
59