in het bijzonder zijn polygonale constructies, over
genomen en toegepast.
Omgekeerd was Montalembert een navolger, in zoo
verre als hij van Frederik den Groote (17121786)
koning van Pruisen, het plan overnam om vóór of
rondom een vesting een linie of kring van gedeta
cheerde forten met tusschenliniën aan te leggen.
Uiteraard was dit slechts bedoeld voor de grootere,
zg. strategische vestingen, die een leger in zich moesten
kunnen opnemen en daartoe van groote wapenplaatsen
en militaire magazijnen voorzien moesten zijn.
Bij toepassing van een dergelijken fortengordel kon de
enceinte of kernvesting aanmerkelijk eenvoudiger zijn.
In Nederland zijn de stellingen van Amsterdam en
Utrecht hiervan voorbeelden, voornamelijk in de 19e
eeuw tot stand gekomen, in Frankrijk de kringstelling
van Parijs, in België o.a. die van Antwerpen, door
Brialmont ontworpen.
Ten tijde van Coehoorn was reeds een vestingstelsel
voor ons ge'heele land noodzakelijk geacht. Wijzigingen
hierin bleken in de 2 volgende eeuwen noodig en
hebben tot een juiste concentratie van krachten
geleid.
38