den schrijver, staat de veelzeggende Nota
Cohorn fameux Ingénieur Hollandois a rasé les
Ouvrages a Come (hoornwerken) de cette place
en y établissant son systême".
5. een sterkere bedekte weg, in de zg. wapenplaatsen
voorzien van steenen flankeeringswerken of „loge
menten", gedekt door aarden „traversen" en afge
sloten door palissaden.
6. verlaagd en daardoor aan het gezicht van den aan
valler onttrokken metselwerk der bekleedings-
muren.
Tenslotte zij nog opgemerkt dat Coehoorn, om het
ingraven bij den aanval zooveel mogelijk te beletten
„den horisont of het effen Maiveld slechts vier voeten
(d.i. ong. 1.25 m.) hoger (legt) als het ordinaris
somerwater, gelijk wij dat in onse Vereenigde Pro-
vintien op vele plaatsen vinden".
Door al deze wijzigingen, waarmede hij verder ging
dan zijn tijdgenooten, die evenals hij in de oorlogen
van 1672 en volgende jaren waren geschoold, haalde
Coehoorn zich uiteraard veel kritiek op den hals. Zoo
werd hij, wegens een in 1680 door hem gemaakt ont
werp voor de verbetering van Coevorden, welke stad
van ong. 1600 af tot in het midden der 19e eeuw
steeds een zeer belangrijke vesting is geweest, bestreden
door den Kapitein-Ingenieur Louis Paen. De daaruit
voortgekomen pennestrijd, bekend als „de Twist der
Vijfhoecken", was niet minder vinnig dan die tusschen
Melder en Ruse en liep zoo hoog, dat de partijen de
beslissing wilden opdragen öf aan „de Heeren Profes
soren tot Franeker" öf aan „Monsieur Vauban", waar
toe het echter niet schijnt te zijn gekomen.
Coehoorn's hoofdwerkzaamheid als Ingenieur valt
eerst in de jaren 16951704 toen hij als Oppervesting-
bouwmeester der Republiek o.a. de vestingen Gro
ningenDeventerZutphenArnhem, Doesburg,
Nijmegen, Bergen op Z°om (afb. X), Gr ave (Ham-