33
zijn er wel de meest bescheiden weggetjes te land op
aangegeven, ook al waren ze nog zoo kronkelig of onbe
rijdbaar. Eerst zien we den weg langs den Amstel, den
Amsteldijk, die nu nog zoo heet. Dan valt het op dat
langs de overzijde van den Amstel geen weg is aangege
ven. Die is er nu nog niet, of althans ten deele en heel
bescheiden. De weg langs den Amstel, de Amsteldijk,
was de toegangsweg uit het Zuiden, uit Utrecht. Een Am
sterdammer verstaat onder Amsteldijk thans nog den
dijk buiten de stad, doch noemt de kade in de stad de
Utrechtsche zij, in tegenstelling met den overkant, de
Weesperzijde. Dan zien we den toegang uit Weesp en
Muiden, den St. Anthonisdijk. Opmerkelijk is, dat er
nog een toegangsweg is aangegeven, tusschen den St.
Anthonisdijk en de zee. Dat kan niet anders zijn dan de
kade om het buitendijksche lage land, dat in den winter
en bij hoogen vloed onder liep. Door de tijden is de
naam bewaard gebleven in den straatnaam Kadijk, waar
van de beteekenis nog is aangescherpt doordat op 't Ge
meentelijk naambordje staat Hoogte Kadijk en bij het
dwarse straatje binnendijks Laagte Kadijk. De volkstaal
is taai, weerstaat tijd, oorlog, revolutie, overheersching.
Nog een toegangsweg zien we op Jacob's kaart. Boven
aan, richting Haarlem. De weg begint althans bij de
Haarlemmerpoort. Dat was al de tweede Haarlemmer
poort, want de eerste zien we bij Hartoghvelt, die stond
voor de Haarlemmersluis op de plek die nu Martelaars
gracht heet. Links opzij heet 't daar nu nog Hekelveld,
daar waar bij den avond het roode licht van de Arbei
derspers straalt, zoolang niet verduistering dit verhin
dert. Dit woord draagt in zich hekel, een hekel hebben
aan iemand, hekelen, ekel, akel, akelig; het was daar
als aan de Grim een grimmig oord, een duivels-
plek van moeras en water, een hekelveld. De Haarlem
merstraat voerde naar de tweede Haarlemmerpoort, door
Jacob afgebeeld en verder naar buiten, ongetwijfeld
naar Haarlem, doch niet recht erheen zooals nu, want
3