32
De kaart van Jacob van Deventer is derhalve een vluch
tige copie van een onbekende teekening öf is met vaar
digheid opgezet naar de werkelijkheid. Hij is niet afge
keken van de kaart van Anthoniszoon, daarvoor zijn de
verschillen te groot. Zijn kaart van de stad is te schets
matig om aan de hand daarvan een wandeling te maken.
Dat kan beter gebeuren in het volgende hoofdstuk, aan
de hand van zijn kunstbroeder Cornelis.
Doch bezien we de toegangswegen. Ze zijn geteekend of
ze uit een vliegtuig gefotografeerd zijn. Welk een won
derlijke emotie wekten niet zoo heel lang geleden de
eerste luchtfoto's, een onbekende en ongeziene schoon
heid van de steden en gebouwen openbarende, waarbij
men voor 't eerst duidelijk zien kon hoe een stad en een
bouwwerk in bovenaanzicht ook schoon of leelijk zijn
kon, iets waar men tevoren nooit op gelet had. Welk een
teleurstelling boden bij de eerste luchtfoto's de rijen
huizen met platte daken, of beter gezegd zonder dak en
welk een adel van eenvoud ging er uit van de groote ge
sloten dakvlakken der oude huizen en pakhuizen. Dat
ontdekte onze tijd eerst door de luchtfoto. Hoeveel
fantasie moeten de oude kaartteekenaars gehad hebben
om zoo hoog op hun teenen te gaan staan om in den
geest de stad en het landschap erom in vogelvlucht te
zien, zooals de reiger in zijn wijde vlucht over het rui
me land de aarde moet zien en zooals in onzen tijd de
luchtfoto dit achterhaalde.
Welke toegangswegen had Amsterdam? Eerst 't water,
maar dat was 't ware niet, ook al was voor den ouden
Amsterdammer het water de weg, zoowel voor personen
vervoer als voor de groote reis naar verre gewesten, zoo
gewenscht de aarde rond. De kaart was voor een an
der doeleinde, niet voor waterrotten, doch voor land
rotten. En deze houden niet van schuitjevaren. Daarom
is het water als toegangsweg van de groote zee, de Zui
derzee naar het Y slechts matig aangegeven, althans niet
zoo dat dit de weg was naar Amsterdam. Daarentegen