DE BOUWWERELD.
415
trekken betreft, die is zoo goed als verdwenen. De
benedenverdieping zal, zoodra de restauratie voltooid
is, grootendeels moeten dienen voor de vestiging der
kantoren der Amsterdamsche Credietvereeniging; die
tot dusverre met eenige bekrompen vertrekken zich
heeft moeten behelpen.
De restauratie, een paar ]aren geleden begonnen, is
reeds ver gevorderd. Te oordeelen naar het gedeelte
dat reeds voltooid is, valt af te leiden, dat het huis
De Crassier, oorspronkelijk eene patricische woning,
GEMENGDE BERICHTEN
L. S.
Wij hebben het genoegen mede te deelen, dat
vanaf 1 Januari aanstaande architect
H. J. M. WALENKAMP CZ.
als Redacteur van ons Weekblad zal optreden.
DE UITGEVER.
Gracht te Alkmaar. (Blz. 412 en 413.) De overleden
redacteur van „de Bouwwereld", tevens secretaris van
den Bond „Heemschut", verzamelde geruimen tijd
afbeeldingen van stadsbeelden, zooals zij er vroeger
uitgezien hebben en zooals zij nu zijn. Zoo reprodu-
ceeren wij op blz. 412 en 413 een gezicht te Alkmaar op
de fraaie gracht met de Kaasmarkt op den achtergrond.
Het behoeft geen betoog, dat door het verdwijnen van
twee der drie zoo fraaie huizen met luifels, veel ver
loren is gegaan. Mogen ook deze afbeeldingen, als 't
ware een nalatenschap van onzen redacteur, er toe
medewerken, dat meer belangstelling worde gewekt
voor het behoud van stedeschoon.
na zijne transformatie in eene handelszaak, zijn
aristocratischen stempel, althans wat den gevel betreft,
keurig heeft weten te bewaren.
Als eenmaal het gebouw in al zijne onderdeden
voltooid zal wezen, komen wij in eene nieuwe bijdrage
op die restauratie terug. Inmiddels voelen wij ons ge
drongen een woord van lof te richten tot de heeren
architecten Marres en Sandhövel, die het plan ont
wierpen en aan den heer Peeters, die zich met de
uitvoering daarvan belastte.
-Het gebouw der Ned. Handel-Mij. Van verschillende zijden
wordt de vraag gesteld onder wiens leiding, na het verscheiden
van bouwmeester De Bazel, het nieuwe gebouw van de Ned.
Handel-Mij. zal worden voltooid.
Wij kuunnen hieromtrent het volgende meedeelen:
De heer A. D. N. van Genot was reeds architect van de
Ned. Handel-Mij., vóór tot de stichting van het nieuwe gebouw
werd besloten. Toen nu de heer De Bazel tot Vijzelstraat-
adviseur was benoemd, droeg de Handel-Mij. hem het aesthetisch
adviseurschap over haar nieuw gebouw op. Daardoor werd
tevens de voortgang van den bouw bespoedigd, wijl de heer
De Bazel volkomen vrij stond van de Schoonheidscommissie
en van alle andere desbetreffende gemeentelijke organen. De
heer De Bazel, de gevelarchitect, werkte met den heer Van
Gendt samen en heeft zijn gevel „vastgelegd". Het gebouw
zat door den architect Van Gendt geheel conform de bedoeling
van den heengeganen bouwmeester worden voltooid.
De heer Van der Linden, chef van het bureau-DE Bazel,
zal hem daarbij ter zijde staan. („H.bl.")
Het gebied van Groot-Amsterdam. D. d'A. schrijft in het
jongste „Bouwkundig Weekblad":
De aankoop van het landgoed „Bantam" bij 'sGraveland
door de gemeente Bussum is niet alleen van groot belang
voor de inwoners van deze gemeente of van het Gooi in 't
algemeen, hij is ook van groote beteekenis voor Amsterdam.
De Amsterdammers kunnen het bestuur van Bussum dankbaar
zijn, dat het deze mooie, uitgestrekte buitenplaats voor alge-
heelen ondergang en vernietiging in handen van bouwspecu-
lanten heeft behoed. Ongetwijfeld had Amsterdam zonder deze
daad van Bussum een van de mooiste gedeelten van zijn
omstreken dat weliswaar tot heden toe voor het publiek
onontsloten was zien verloren gaan.
Deze koop raakt het heel groote gecompliceerde vraagstuk
van de verhouding van Amsterdam tot de gemeenten, die in
ruimsten zin tot zijn omstreken gerekend kunnen worden, een
vraagstuk, dat zich rondom bijna elke uitgroeiende wereldstad
voordoet.
In 't algemeen staat het wel vast, dat bij de vaststelling
van uitbreidingsplannen van aan elkaar grenzende gemeenten
onderling overleg gepleegd moet worden, en niet alleen bij de
vaststelling maar ook bij de uitwerking ervan.
In meer of min primitieven vorm geschiedt zulks ook wel
(de Centrale Gooische Schoonheidscommissie biedt zeker het
mooiste voorbeeld van zulk een samenwerking op dit gebied).
Voor Amsterdam echter, welks directe omgeving voor bewo
ning en zomeruitgang weinig aantrekkelijks heeft en waar wij
de voorsteden, of juister de forensendorpen en landelijke lust
oorden twintig k dertig kilometer ver moeten zoeken, is dit
vraagstuk moeilijker dan elders, te meer nog door de betrekke
lijke beperktheid van deze streken.
Wil Amsterdam en zijne omgeving op den duur bewoonbaar
blijven, zoo is overleg tusschen alle betrokken gemeenten
noodzakelijk. Groot-Amsterdam wordt niet omsloten door de
in 1921 vastgestelde grenzen. Groot-Amsterdam wordt westelijk
bespoeld door de Noordzee en in het oosten begrensd door de
weilanden van de Eem en de heiden akkerlandjes van Soest.
Voor dit heele gebied zullen de moeilijkheden die met het
groeien van het aantal inwoners onvermijdelijk zullen komer.,
onder de oogen moeten worden gezien. Het is niet voldoende
voor Amsterdam een uitbreidingsplan te projecteeren, dat
anderhalf of twee millioen inwoners kan herbergen. Het is
noödig voor de geheele streek te onderzoeken, hoe daarin
twee of driemaal het tegenwoordige getal inwoners huisvesting
kunnen vinden.
De Boissevain-weg. Na welverdiende hulde gebracht te hebben
aan het initiatief van Bussum's wakkeren burgemeester, den
heer De Bordes, en aan den Raad, die met algemeene stemmen
het voorstel tot aankoop van het schoone buitengoed „Bantam"
aannam, schrijft Henri Pqlak in het laatste zijner bekende
„Heemschut'-artikelen in het „Handelsblad" het navolgende:
„Zooiets geeft hoop, moed en vertrouwen. Dit waarnemende,
kunnen de voorvechters voor het behoud der schoonheid van
stad en land bemoedigd en gesterkt voortgaan zich te weren.
Hun werk draagt vrucht.
Dit moge nu ook bewaarheid worden ten opzichte van een