A. W. WEISSMAN, ARCHITECT
H. J. M. WALENKAMP CZ. EEN HERINNERING AAN A. W. WEISSMAN
tot mij zelf.
n een der kleine boven-voorcabinetten van
het Stedelijk Museum hangt van dezen
merkwaardigen mensch architect, docent,
schrijver, puntdichter, musicus een ver
wonderlijk gelijkend en levend portret, door George
RüEter geschilderd.
Voor mij is dit het beste mij bekende werk van
dezen schilder, die in zijn portretten vaak iets koel-
berekends heeft; hetgeen vooral aan zijn onbedwing-
baren lust, om in de psyche zijner sujetten door te
dringen, geweten worden moet.
Deze grootsche doch gevaarlijke eigenschap heeft
steeds bij vele meesters der portretkunst tot gevolg
gehad, dat vele hunner werken daardoor, wat men
noemt „dood-geschilderd" werden. Met andere woorden:
dit psychologisch streven verwoestte in onderscheiden
gevallen de bloeiende schoonheid van het loutere,
als uit zichzelf ontstane kunstwerk. De intellectueele
overtuiging werd aldus de dood dier diepere, on
gekende roerselen van den geest, waaraan het waar
achtig meesterwerk alleen zijn ontstaan danken kan.
Bij dit portret van Weissman echter heeft de schilder
zijn, soms al te groote zucht tot doordringen van het
wezen zijner sujetten weten te bedwingen; en d i t
juist is het, wat het zoo aantreklijk maakt Het is
8 HOOFDTRAPPENHUIS STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM 8
B g
(Naar Marcus Aurelius, VII, 16)
Welhaast zult gij niets meer weten,
Weggegaan zijn en vergeten
Word dus waarlijk een wijs man,
Wien geen kwaad meer deren kan.
1 Juni 1917. Candidus.