362 kerk heeft een modern orgel en werd, toen wij haar bezochten, als concertzaal ingericht, waar een mis van Bruckner zou worden uitgevoerd. Oostelijk van deze kerk is de Markt, met het oude stadhuis, in 1430 gebouwd, dat op de afbeelding van de stad, die wij geven, te zien is. De voorgevel heeft een galerij en wordt door een torentje bekroond, dat een eigenaardig uurwerk van 1589 bezit. Het gebouw dient thans als school. De vroede vaderen van Esslingen komen thans bijeen in het fraaie heerenhuis aan de overzijde van de Markt, dat in 1746 voltooid werd, en blijkbaar gebouwd is door een meester, die aan het paleis te Ludwigsburg werkzaam was. Ten zuiden der Markt staat de St. Pauluskerk, die nu voor den Roomschen eeredienst is ingericht en in de dertiende eeuw als kloosterkerk der Dominicanen werd gebouwd. Zij heeft drie beuken en een recht hoekig gesloten koor. De restauratie maakte, dat het interieur er thans kaal en doodsch uitziet. Alleen de kapiteelen der zuilen geven eenige levendigheid. Het is een genoegen, door de oude straten van Esslingen te wandelen. Overal ziet men de schilder achtigste hoekjes en maar zeer zelden heeft de moderne tijd wat bedorven. Terwijl in andere Duitsche stadjes de vreeselijke gevels in „Verblendstein" met hun hard rood en geel dikwijls de mooiste punten ontsieren, is dit hier niet het geval. Het adviesbureau van den Wurtembergschen Bond Heemschut, dat in 1905 zijn werkzaamheid begonnen is, heeft blijkbaar veel invloed ten goede uitgeoefend, niet alleen door ontwerpen te verbeteren, doch ook, door cursussen voor timmerlieden, metselaars, steen houwers en andere ambachtslieden in te richten. Het is zeer te betreuren, dat de ongunstige tijds omstandigheden het begonnen beschavingswerk hoe langer hoe moeilijker maken. Die tijdsomstandigheden wierpen een schaduw over het overigens zoo geslaagde heemschut-congres, dat te Stuttgart werd gehouden. B GEMENGDE BERICHTEN B DE BOUWWERELD. k. De toren te Amersfoort. De gemeenteraad heeft een crediet van f48.700 toegestaan voor het voltooien der restauratie van den Onze Lieve-Vrouwetoren. Van het rijk was bericht in gekomen, dat het 50 pCt. der kosten zal betalen ais subsidie. Het Oude Delft te Delft. De „Delftsche Courant" schrijft het volgende. -t Het Oude Delft is in de laatste jaren in vele tonen bezongen; nu is het ook in beeld gehuldigd. De Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek heeft den heer Leon Senf, den schilder, die Delft zoo goed kent, een aquarel laten maken van deze ver maarde gracht. Die teekening heeft zij als reclameplaat laten vermenigvuldigen. Men ziet er het Oude Delft in herfsttooi, van den hoek der Nieuwstraat, het Gemeenlandshuis sterker geaccentueerd dan de andere huizen, met den ouden toren boven de bruin getinte boomen; het karakter der stad wordt aan gegeven door eenige studenten. Er ligt een gedempte, deftige toon over de teekening. Het Oude Delft, dat zoo suggestief tot de verbeelding kan spreken, is hier weergegeven in zijn uitwendige statigheid en zijn inwendige mysterie. Nu zullen de velen in het land, die over deze weergalooze buurt hebben gehoord of gelezen, zich er een voorstelling van kunnen vormen en begrijpen, dat voor het behoud van zóó iets gestreden wordt. De toren te Garderen. De restauratie van den toren te Garderen zal nu spoedig plaats hebben. Reeds hebben rijk, provincie en gemeente de hiervoor noodige gelden toegestaan. Daar in den naderenden winter de kosten aanzienlijk zouden worden verhoogd, heeft het gemeentebestuur den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen verzocht, met de her stelling tot het volgende voorjaar te mogen wachten. De toren te Gapinge. De gemeenteraad van Vrouwepolder heeft, daar reeds f 10.000 aan het herstellen van- den toren te Gapinge is besteed, aan het rijk om uitkeering van de helft verzocht. Na Üitvoerige discussie is met algemeene stemmen besloten, het herstellingswerk voort te zetten. De stad in het Gooi. Wij vonden in „De Gooi-en Eemlander" het volgende. Nadat'in de laatste weken allerwege protesten zijn opgegaan tegen de funeste plannen der spoorwegdirectie, om, terwille van grondspeculanten, een der schoonste deelen van ons land on herstelbaar te vernielen en wij bovendien nog zullen moeten, afwachten, of de nieuwe Minister van Waterstaatzich een even lijdelijk werktuig in de handen onzer spoorwegmagnaten zal toonen, als zijn voorganger dit was, komt zoowaar reeds een nieuw gevaar onze streek bedreigen. De gemeente Amsterdam, die eerst ten koste van velerlei belangen, tot schade van vele personen en vooral van de gemeentelijke schatkist, zich voor uitbreiding op de omliggende gemeenten heeft geworpen, zoodat de gemeente Amsterdam veel is gaan lijken op een kind met een waterhoofd, heeft haar „landhonger" blijkbaar nog niet bevredigd. De annexatie der omliggende gemeenten ging onder de leuze, dat de stad uitbreiding noodig had en er geen behoorlijk bouw terrein meer ter beschikking was. Deze uitbreiding heeft de stad groote sommen gekost en zal nog meer kosten De gean- nexeerden ondervinden voorloopig van de annexatie geen an dere zegeningen, dan dat zij mee mogen betalen in de hooge belasting van Amsterdam, welke voor een niet gering deel door het financieel en sociaal wanbeheer van het door roode schreeuwers overdonderde gemeentebestuur veroorzaakt is. Nu echter de annexatie er is, nu Amsterdam door onafzien bare onbebouwde gronden is omringd, komt de wethouder De Miranda op het snuggere denkbeeld, dat de ophoogingskosten van die gronden, die allen beneden A. P. liggen, zouden kunnen worden vermeden, door een deel van Amsterdam ergens daar neer te plakken, waar die ophooging niet noodig zou zijn. Hij heeft in zijne vacantie door het Gooi gekuierd en vond hier uitgestrekte heidevlakten, waar geen mensch komt en waar, zonder schade aan het natuurschoon, een woonstad van 20.000 ééngezinswoningen zou kunnen worden gesticht, zonder industrie. Als men het zoo leest, vraagt men zich af of de man misschien door de eenzaamheid van de hei stapelgek geworden is. Het geheele idee is te krankzinnig om los te loopen, want men is met die 20000 woningen niet geholpen, immers de uitbreiding

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1922 | | pagina 6