DE BOUWWERELD.
131
uitstellen. Een gracht zonder boomen is verkieslijker dan een
met die misvormde stammen".
De electrische lijnen door het Gooi. De Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten in Nederland heeft aan den
Minister van Waterstaat het volgende adres gezonden.
„Reeds sinds geruimen tijd heeft het bestuur met groote
belangstelling en bezorgdheid de gedachtenwisselingen en
verklaringen gevolgd aangaande den aanleg van electrische
Jocaalspoor- en tramlijnen naar het Gooi.
Het is tot de slotsom gekomen, dat deze plannen een zeer
ernstige bedreiging inhouden voor het bijzonder natuurschoon
van de Vechtstreek en het Gooi.
In het bijzonder wenscht het Uwe Excellentie er op te
wijzen, dat elke doorsnijding van het Naardermeer, hoe gering
ook, ten strengste is af te keuren. Dit natuurmonument, met
groote opofferingen verworven en in stand gehouden, vormt
op zichzelf een gesloten geheel, waar zich de oorspronkelijke
flora en fauna van het laagveengebied ongestoord kan ont
wikkelen, tot groot voordeel van de wetenschap, die nergens
in Nederland een dergelijk arbeidsveld kan vinden, waarvan
het voortbestaan voor eeuwen is verzekerd. Daarbij komt nog;
dat er zich tal van dieren, in het bijzonder vogels, hebben
gevestigd, die tot de normale fauna van zulk een gebied be-
hooren, maa die bijna overal elders door de cultuur worden
verdreven, zooals de lepelaars en de purperreigers. Het Naarder
meer is daardoor beroemd ver buiten onze grenzen en ook
daar zou men het als een daad van het ergste vandalisme
beschouwen, indien dit gebied, dat toch al klein genoeg is,
nog werd ingeperkt en verontrust door den aanleg van een
spoorlijn.
Verder meent ons bestuur de aandacht Uwer Excellentie er
op te moeten vestigen, dat het gedeelte van het Gooi bewesten
den Bussumer straatweg door de opeenvolging van groote
buitens met hun prachtige beemden en indrukwekkend ge
boomte een geheel vormt, dat allerminst verstoord mag worden
en dat zoo mogelijk voor altijd moet blijven in al zijn rust en
majesteit. Het verzoekt daarom Uwe Excellentie dringend haar
toestemming te weigeren voor een tracé, dat deze buitens
bedreigt. Hetzelfde geldt ook voor de doorsnijding van het
Bosch van Bredius en het Bosch van Bikbergen.
Resumeerende meent ons bestuur Uwe Excellentie in het
belang van het behoud van natuurschoon en de bevordering
der wetenschap, welke toch werkelijk algemeene belangen van
de hoogste orde mogen heeten, te moeten verzoeken, de plannen
der Gooische Tramweg Maatschappij nog eens aan een grondige
revisie te onderwerpen, opdat de landschappen van het Naarder"
meer, den Westelijken Zoom van het Gooi en de bosschen van
Bredius en Bikbergen gespaard mogen blijven"
Het Spanderswoud bedreigd. Met groot genoegen vernamen
wij dat de Natuurhistorische Vereeniging in welbegrepen
roeping zich gaat weren, nu het schijnt te gaan spannen
met het voortbestaan van ons Spanderswoud. Ten bewijze dat
ook wij gaarne onze kolommen openstellen ter bespreking van
dit ingrijpend gemeentebelang, kunnen wij niet nalaten er hier
enkele woorden aan te wijden Wat natuurschoon vooral in
dezen tijd van rusteloos jakkeren in den levensstrijd voor den
mensch is, behoeft niet uiteengezet te wordenwij allen kennen de
weldadige kalmte, die in ons gemoed daalt in de plechtige stilte
en eenzaamheid van het groene looverdak, vol intieme vogel
geluiden, bedrijvige mieren, eekhoorntjes en dergelijk, steeds
nieuw blijvend, natuurgenot. De Vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten getuigt van de steeds inniger waardeering
van heerlijke plekjes, met groote kosten worden parken onder
houden, niet slechts als de groene longen eener stad, doch niet
minder als bron van zuiver natuurgenot, weldadig ja onmisbaar
■voor ons zenuwleven
Doch wat is zulk een park nog in vergelijking met de ongerepte
natuur van ons heerlijk Spanderswoud, met onze heide een
omlijsting eenig in haar soort, zonder welke Hilversum een
groot deel zijner bekoring zou verliezen, die het juist als
woonplaats zoo gewild maakt Zou het, gelukkig de handen
van bouwspeculanten ontgaan, nu toch nog onherstelbaar
geschonden worden door de electrische tram, dan zou dit
voor Hilversum een ramp wezen. („Vooruit".)
In het adres van de Hilversumsche afdeeling der Natuur
historische Vereeniging, bovenbedoeld, wordt door de onder
teekenaars gezegd:
„dat zij van meening waren, dat dit heerlijk natuurschoon
buiten bereik zou blijven van grondspeculanten, die hun eigen
materiëele belangen zouden stellen boven de meer ideëele van
velen hunner medebewoners;
dat zij ook van plannen hoorden, om het schoone Spanders
woud te doorsnijden met een electrischen trein met al den
aankleve van dien, waardoor zeer veel van het natuurschoon
zou verloren gaan;
reden waarom zij uwen raad met aandrang verzoeken, het
schoone Spanderswoud in ongerepten natuurstaat te laten
voortbestaan; geen grond voor huizenbouw aldaar te verkoopen;
een electrischen trein, zoo die noodig is, niet door genoemd
bosch, doch aan den Bussummer-grindweg door de heide aan
te leggen;
overtuigd zijnde, dat het vooral in onzen materialistischen
tijd voor de volksopvoeding broodnoodig is, dat ouderen en
Jongeren bewoners der gemeente nog enkele plekjes ter be
schikking blijven, waar zij van veredelend natuurschoon kunnen
genieten".
De Oudheidkamer te Oldenzaal. De verzameling van de Oud
heidkamer te Oldenzaal ontving, blijkens haar jaarverslag, in 1921
onder meer, ook het uurwerk der voormalige Bisschopspoort
te Oldenzaal, dat bij de afbraak dier poort in 1861 naarHaarle
werd vervoerd en daar in den kerktoren werd geplaatst. Het bleef
daar in gebruik tot omstreeks 1916. Den 28sten Februari 1921
werd het door den heer A. A W. van Wulfften Palthe te
Haarle geschonken aan de Oldenzaalsche Oudheidkamer. Dit
uurwerk is aan de 4 hoekstijlen gemerkt met den naamJORiEN
Sprakel en heeft daaronder drie wapenschildjes. Het draagt
boven, waar de lepelspil bevestigd is, een fraai gesmede
bloemversiering.
Verdwenen Schoonheid te Overveen. De „Nieuwe Haarlemsche
Courant" schrijft het volgende.
Een mooi Overveensch plekje is verdwenen, opgeofferd aan
het drukke verkeer, dat door den Zeeweg langs den Tetterode-
weg ontstaan is Wij zouden het kunnen noemen één der
naween van den Zeeweg-aanleg, waarvan er nog wel meer
zullen volgen Het mooie lommerrijke lindenlaantje langs de
openbare school is niet meer. Men heeft het gehalveerd. De
noordelijke rij boomen ligt thans in stukken en brokken langs
den weg. Dit was noodig, om dit deel van den weg eenige
meters breeder te kunnen maken Jammer, dat juist de mooiste
rij moest vallen, dat de verbreeding niet gezocht kon worden
in het vellen van de zuidelijke rij. Dan waren wij meteen
van dat onooglijke voetpad af geweest, dat toch haast niet te
gebruiken is. Nu hechten wij ook niet meer aan het overschot
van het eertijds aardig lindenlaantje, dat'vroeger bij zomersche
regenbuien zoo vaak een toevluchtsoord was voor wandelaars
zonder parapluie of, na een wandeling in het boomlooze Kweek-
duinpark, beschutting en verkoeling bood tegen brandende zonne
stralen, dat in der linden bloeitijd den heelen omtrek bezwangerde
met lindebloesemgeuren, waar de boschduif nestelde en de
tortel zijn zwaarmoedig, rust en vredeademend gekir liet hooren.
Wel zullen nieuwe boompjes geplant worden, maar deze zullen