426
DE BOUWWERELD.
PRIJSVR., EXAMENS EN TENTOONSTELLINGEN
t
schieden, vereischt een uitgaaf vari f 14.000. De Gedeputeerde
Staten vari Friesland hebben aan de Provinciale Staten voor
gesteld, voor die herstelling een bedrag van f 2800 beschikbaar
te stellen. Ook het Rijk zal een subsidie geven.
Restauratie van het huis „Schreurs" te Venlo. Naar aan
leiding van een adres van Jos. Scheurs, bakker te Venlo,-ter
bekoming van een provinciaal subsidie groot f800.— in de
kosten der restauratie van het zoogenaamd huis „Schreurs"
aldaar, merken Gedeputeerde Staten o.m. het vólgende op.
Van Rijkswege is in de kosten beloofd eene tegemoet
koming van 'f 5500.—terwijl door den gemeenteraad van Venlo
een subsidie van f 2000. is verleend. Maar, hoewel genoegzaam
vaststaat, dat het monumentaal karakter van den te restaureeren
gevet van. deskundige zijde onvoorwaardelijk is erkend en ook
de hoofdingenieur van den provincialen Waterstaat adviseert
tot toekenning van het gevraagde provinciaal subsidie, heeft
het College van Gedeputeerde Staten geéne vrijheid kunnen
vinden een daartoe strekkend voorstel te doen.
Tot dusverre immers werd uit de provinciale kas uitsluitend
ten behoeve der restauratie van voor den openbaren dienst
bestemde monumentale gebouwen geldelijke steun verleend en
staat te vreezen, dat een precedent zal worden gesteld, hetwelk
in de toekomst voor de geldmiddelen der provincie bedenke
lijke gevolgen kan hebben.
De Wijnhuistoren te Zutphen. Het gemeentebestuur van
Zutphen heeft aan de Prov. Staten van Gelderland een provin
ciaal subsidie van f25.000 verzocht in de kosten van herstelling
van den Wijnhuistoren aldaar en in die van het daarin aanbrengen
van een uurwerk en carillon, welke kosten in totaal geraamd
worden op f 150,000.
Ged. Staten verklaren in hun praeadvies, geen vrijheid te
kunnen vinden om het aanbrengen van een nieuw carillon in
den herbouwden toren in het subsidie te betrekken, doch wel
het uurwerk.
Zij stellen voor aan de gemeente Zutphen in de kosten van
herstelling van den Wijnhuistoren en van het daarin aan
te brengen uurwerk zonder carillon een subsidie te verleenen
tot een maximum van" f7500, onder voorwaarde dat ook het
Rijk subsidie zal verleenen toi een tenminste even groot bedrag.
Oudheidkundige vondsten in Zuid-Limburg. Romeinsche villa's
of boerderijen? Zooals bekend is, hebben in Zuid-Limburg in
de eerste eeuwen na Christus Romeinen gewoond. Vooral de
laatste jaren is door het steeds toenemend getal opgravingen
gebleken, dat die nederzettingen vrij talrijk zijn geweest.
Reeds meermalen hebben wij melding gemaakt van de
belangrijke vondsten op oudheidkundig gebied in deze streek.
Onder toezicht van het Provinciaal Geschied- en Oudheid
kundig Genootschap in Limburg is men op verschillende plaatsen
weer op zoek naar verdere vondsten. Zoo is men voor eenigen
tijd, ten oosten van het kasteel Meesenbroek onder Heerlen, bij
het graven van sleuven voor de watervoorzienig gestooten op
harde breede grondmuren, welke vermoedelijk de fundamenten
van een groot Rorneinsch landhuis of boerderij zijn.
Het gebouw, of het complex van gebouwen, dat daar vroeger
gestaan heeft, moet, naar de ligging der overblijfselen uit
wijst, minstens 80 meter lang zijn geweest. De muren ongeveer
75 c.M. dik, bestonden uit vastgestampten kiezel, waarop z.g.
Kunraadsche kalksteen. Verschillende fragmenten van aardewerk
werden gevonden.
Het vorige jaar berichtten wij over het vinden van fundamenten
van een Rorneinsch gebouw nabij de boerderij Overste Hof
bij Terwinselen.
Bij Mameli.s (nabij Vijlen-Vaals) kwamen kortelings ook de
Overblijfselen vari een dergelijk gebouw voor den dag. Thans
-is bij Spekholzerheide toevallig de grondvorm te voorschijn
gekomen van een Romeinsche villa, waarvan de overblijfselen
betrekkelijk volledig en duidelijk bewaard zijn gebleven en
waaruit trien hoopt den geheelen plattegrond te kunnen
samenstellen. De oppervlakte is zeldzaam groot.
Deze laatste woning moet bestaan hebben uit 7 of 8 ver
trekken, waarvan enkele, welke als badkamer moeten hebben
dienst gedaan, voor dit doel duidelijk te herkennen vielen
In de muren waren pannen gemetseld.
Een groote hoeveelheid fragmenten kwam voor den dag
en ook fragmenten vari Romeinsche pannen: groote vierkante
met rechtstaande boorden, welke gedekt waren door halfronde
pannen. De kleur was meest roodbruin, doch ook werden
witte pannen gevonden, die vrij zeldzaam zijn. Verder vond
men ruw gesmede nagels met vierkante koppen.
Bij het blootleggen vari deze fundamenten ziet men telkens,
dat de Romeinen voor de verwarming der vertrekken gebruik
maakten van eene inrichting, welke men het beste met onze
tegenwoordige centrale verwarming zou kunnen vergelijken.
Vooral bij de overblijfselen gevonden bij de laatste Opgraving
bij Spekholzerheide, kwam dit verwarmingssysteem duidelijk
aan het licht. In een bepaald vertrek werd gestookt, en
de'verkregen warme lucht werd ondergronds door kanalen
naar andere karffers geleid, waar zij den steenen tegelvloer
verwarmde.
In een paar dagen hoopt men deze fundamenten geheel te
hebben blootgelegd.
Andere merkwaardige vondsten werden den laatsten tijd ge
daan bij Houthem en bij Hoensbroek, waar Romeinsche begraaf
plaatsen oritdekt zijn. Te Hoensbroek werden hierbij o.m. ver
schillende gave potjes gevonden.
Ons natuurschoon. Ingevolge art. 3 der Noodboschwet wordt
een kapverbod gelegd op een bosch- en heideterrein groot pi.
m. 500,000 vierk. M., nabij den spoorweg Hilversum—Baarn en
gelegen in de gemeente Laren en Hilversumdit complex Gooische
dennenbosschen zou weldra onder den hamer komen.
Ontsiering van Heidelberg. Er bestaan reeds sinas langen
tijd plannen om de rivier de Neckar voor grootere schepen,
dan er thans kunnen verkeeren, bevaarbaar te maken. Een
onderdeel dier plannen is het maken van een stuw met sluis
ter hoogte van Heidelberg. Dit zou het fraaie gezicht op de
stad ten eenenmale bederven. Er worden dan ook pogingen
gedaan, om die stuw meer stroomopwaarts te doen maken.
Daar dit evenwel 25 millioen Mark meer zal kosten, is het
twijfelachtig, of die pogingen wel zullen slagen.
Kerken te Londen. Onze lezers zullen zich herinneren, dat'
eenige jaren geleden er een plan was, om de meeste kerken
in de City van Londen, die haast geen bewoners meer heeft,
zoodat er 's Zondags maar zeer weinig geloovigen die ge
bouwen bezoeken af te breken en de terreinen te verkoopen.
Het plan heeft zooveel verontwaardiging gewekt, dat het is
opgegeven. Er wordt nu geijverd vóór een „monumentenwet"
in Engeland, die het afbreken van deze zoo belangrijke ge
bouwen voorgoed onmogelijk zal maken. Het is eigenaardig,
dat de tegenwoordige bisschop van Londen een voorstander
van het plan was.
Ook de „oude stad" van Amsterdam wordt meer en meer
ontvolkt, zoodat daar de kerken eveneens „overtollig" worden.
Reeds werd de Nieuwe Zijds Kapel gesloopt en gaan er ge
ruchten, dat de Zuiderkerk verkocht zal worden. Maar van
„verontwaardiging" heeft men in de Amstelstad weinig gemerkt,
Zij, die wenschen- deel te nemen aan het Examen voor Bouw
kundig Opzichter en Bouwkundig Teekenaar, ingesteld door de
Maatschappij tot bevordering der Bouwkurist, Bond van Neder-
landsche Architecten, waarvan het eerste zal beginnen op den
20sten Februari 1922, moeten zich schriftelijk aangeven voor
den 31sten December 1921 bij den Directeur, Weteringschans
102 te Amsterdam, op een formulier, dat, met het programma,
kosteloos aldaar is te verkrijgen.
Onder de aandacht wordt gebracht, dat het programma
gewijzigd is. Voor elk examen moet een bedrag van f25
worden betaald.