280 D E B O U GEMENGDE BERICHTEN WERELD. Ontsiering te Amsterdam. Het „Bouwkundig Weekblad" schrijft: „Dat men, als men in onze geordende samenleving het geluk heeft te vallen buiten het bestek van bepalingen en verorde ningen, die gemaakt zijn, om onze lieve stad voor wanstaltig heden te bewaren, ongebreidelde vrijheid heeft er maar op los te bouwen, bewijzen de torens van de nieuwe, nog in aanbouw zijnde, bioscoop in de Reguliersbreestraat „Deze torens hebben den vorm van een 42 c.M. projectiel en zijn vervaardigd van een materiaal, dat, terwijl het wordt aangebracht, groen kleurt. De punten van de projectielen steken ver boven de bestaande perceelen in den omtrek uit. Maar dit was niet genoeg. De torens zijn thans versierd met dof vergulde ornamenten, die nog weer een eind boven de torens zelf uitsteken en waaraan allerlei rommel opgehangen is. „De grondgedachte 'van deze aesthetiek is blijkbaar: hoe hooger, hoe mooier. Wij zijn er benieuwd naar of binnen kort nog niet een vlaggestok uit deze krullen naar boven zal komen. Dat zou waarscchijnlijk „le couronnement de 1'édiftce" zijn „Inmiddels is het stadsgezicht totaal bedorven. „De Munttoren, die tot dusver voor tal van gezichtspunten in dit stadscentrum een fraaie afsluiting gaf, staat nu als een beteuterd jochie achter de beide reuzenpatsers van torens, die met tartende brutaliteit en stadion-heldentrots de eereplaats hebben veroverd. „Dit gebouw bederft over een oppervlak van 1 K.M. in het vierkant het rustige stadsaspect van Amsterdam- Zullen wij straks nóg zoo'n oppervlak moeten missen, eer krachtdadig wordt ingegrepen om dergelijk schandelijk geknoei onmogelijk te maken?" Rijksmuseum „Huis Lambert van Meerten" te Delft. Het museum Huis Lambert van Meerten is Maandag 15 Augustus wederom voor het publiek toegankelijk gesteld, nadat gedu rende de laatste maanden ingrijpende veranderingen in het gebouw hebben plaats gevonden. Tot de oorzaken, welke deze veranderingen noodzakelijk maakten behoort in de eerste plaats het feit, dat Jhr. Six van VrOMade de fraaie 17e en 18e eeuwsche meubels, het mooie porselein en de schitterende Delftsche voorwerpen en plaques, welke hij meer dan 10 jaren in bruikleen had afgestaan, thans wenscht terug te ontvangen. Wat dit verlies voor het museum beteekent zal een ieder beseffen, die vroeger in de gelegenheid is geweest deze fraaie stukken te bewonderen. Een heugelijk feit was het daarom, dat het Rijk tegen het einde van het vorig jaar, dank zij de krachtige hulp van tal van particulieren en kunstminnaars uit verschillende oorden van ons land, in staat kon worden gesteld de uitgebreide collectie tegels en tegeltableaux van den heer J. L. Schouten te Delft voor het museum te verwerven. Door den aankoop van deze belangrijke verzameling is tevens een begin gemaakt met de vorming eener ceramiek-collectie, welke voor Delft, waar eertijds een bloeiende aardewerk industrie bestond, van bijzonder groot belang is. De uitgebreide collectie, die thans voor het grootste gedeelte in het museum Van Meerten is opgesteld, omvat circa 12.000 tegels en geeft in haar rijke verscheidenheid de ontwik keling der tegelindustrie van circa 1500 tot 1800 te zien. In deze rijke verzameling van uitsluitend decoratieve muurtegels (tegeltableaux met voorstellingen, welke aan schilderijen herinneren en waar met de waarde van het vlak als zoodanig geen rekening wordt gehouden, komen in deze collectie haast niet voor) worden exemplaren aangetroffen met orna menten, die te zamen gevoegd in gioote tableaux, de fraaiste patronen vormen, voorts tegels met geestige figuraie voor- stellingen en sierlijke plantenmotieven en ten slotte verschillende specimina, versierd met landschappen en zeegezichten. Ter vergelijking en tot het geven van een meer volledig overzicht der tegelindustrie zijn ook eenige buitenlandsche exemplaren als Perzische-, Spaansche- en Italiaansche tegels in de collectie opgenomen. Eene bezichtiging der collectie zal doen zien, dat, in uitstekenden staat van gaafheid, de schitterende kleurenpracht der tegeldécors en van het daarmede nauw verband houdende Noord-Nederlandsche aardewerk waarvan merkwaardige stuk ken door den heer Schouten in bruikleen zijn afgestaan de Hollandsche ceramiekkunst zich hier vertoont op haar best. Ons natuurschoon. De Kroon heeft het verzoek van den gemeenteraad te Groenlo, om het kapverbod op de fraaie Stationslaan aldaar op te heffen, afgewezen. Schoonheid in Stad en Land. Door het Geldersch Genoot schap tot bevordering en instandhouding van schoonheid van Stad en Land is een circulaire verspreid, waaraan wij het volgende ontleenen. „Reeds kan het Genootschap in menig opzicht op succes bogen. Veschillende ontwerpen kwamen in; die, welke door wijziging of aanduiding niet voor verbetering vatbaar waren, werden afgekeurd en in deze gevallen werd aan het Gemeente bestuur in overweging gegeven den aanvrager te raden zich van een bekwamer ontwerper te voorzien Hieraan werd gewoon lijk gevolg gegeven. „In de circulaire wordt er op gewezen, dat het platteland,dat juist de schoonheid onzer provincie zoo verhoogt, telken male wordt bedreigd. Ook hier werkt de Schoonheidscommissie uitstekend, wat zeker hieraan mag worden toegeschreven, dat tot nu toe slechts weinige der kleinere gemeenten hulp inriepen". Door eenige voorbeelden met tegenvoorbeelden wordt aan getoond dat de noodzakelijkheid van ingrijpen in deze materie voldoende gewettigd is „en het zal daarom te begrijpen zijn" aldus vervolgt de circulaire „dat wij ons hebben opgemaakt om dergelijke ontsieringen van onze steden en dorpen zooveel mogelijk tegen te gaan." Verder leest men het volgende: „Zooals u gebleken is, werd reeds een belangrijke stap in de goede richting gedaan door de oprichting van het Genootschap Het is nu de vraag hoe kunnen wij deze taak voleinden?" „Zooals vanzelf spreekt zijn aan de goede werking van het Genootschap en de daaraan verbonden Schoonheidscommissie belangrijke finantieele offers verbonden. In de eerste plaats toch is noodig een Bureau, dat behoorlijk gehuisvest is en gemakkelijk te bereiken. Het bestuur is zoo gelukkig geweest, met machtiging der Algemeene Vergadering, daarvoor een bij uitstek geschikte lokaliteit te huren: en wel in het perceel Velperplein 8 van de hoofdstad van ons gewest." „Aan het hoofd van dit bnreau zal moeten komen te staan een directeur met voldoende architectonische bekwaamheid. „Hij zal de inkomende plannen naar hun aard en beteekenis moeten schiften, en het ligt in de bedoeling dat hij de meest eenvoudige zaken onder toezicht van het Dagelijksch Bestuur der Schoonheidscommissie zelf afdoet Voor plannen van meerderen omvang zal het oordeel worden ingeroepen van sub-commissies, terwijl de plannen van het grootste gewicht door de geheele Schoonheidscommissie worden behandeld." „Zooals reeds te voren werd opgemerkt, zullen met onbelang rijke offers worden vereischt. „Een voorloopige raming geeft aan een totaal bedrag aan uitgaven van ongeveer f 12.000 per jaar, welk bedrag moet worden gedekt door inkomsten, die eensdeels zullen bestaan uit contributie, anderdeels uit vergoedingen voor te verrichten diensten, terwijl de Provincie een jaarlijksch subsidie heeft beloofd tot een bedrag, gelijk aan hetgeen uit anderen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1921 | | pagina 6