134
DE BOUW
WERELD.
kenmerken door echt natuurschoon, en in de tweede
plaats die gedeelten, welke het groote publiek mooi
vindt en gaarne bezoekt, ook al munten zij nu
niet uit door feitelijk natuurschoon. Hieronder is een
en ander nader uitgewerkt.
Bij de verdeeling van het terrein moet rekening worden
gehouden met de mogelijkheid, dat de plannen totaanleg
van een electrische tramlijn HilversumAmsterdam
tot uitvoering komen. Vast staan deze plannen nog
niet, het traject berust dan ook alleen op min of meer
gegronde vermoedens. Wordt het zoo uitgevoerd, dan
blijft deze tramaanleg weliswaar een bezwaar, maar
dan zal daardoor het natuurschoon toch niet al te zeer
worden geschaad. De zanderij, waardoor de lijn is
ontworpen, moge een zeer begeerlijke speelplaats voor
de jeugd zijn, door de combinatie van water en zand,
die men er aantreft, als natuurschoon heeft zij voor-
loopig weinig waarde en ook verder noordwaarts zal
het landschap niet door den aanleg worden bedorven.
Een tweede omstandigheid, waarmede rekening moet
worden gehouden, is de grindweg die den Bussummer-
grindweg met den Oude-Meentweg verbindt. Niet alleen
de verharding van dien weg, maar de daarlangs staande
boomenrijen en aansluitende beplanting maken het
gewenscht, dat deze grindweg onveranderd blijft bestaan.
I. Het ontmoetingspunt van dezen grindweg met
den Bussummergrindweg, acht de Commissie de aan
gewezen plaats voor een café, uitspanning, theeschenkerij,
of hoe men zoodanige inrichting ook wil noemen.
Een daartoe te stichten gebouw in landelijken stijl,
aansluitend aan de omgeving c.q. over den weg heen
gebouwd, zou als ingang tot het Spanderswoud kunnen
dienen. Van den drukken verkeersweg betreedt men
dan door een poort of vlakke overbouwing (waar
door tevens een architectonische omlijsting van het
landschap wordt gevormd) min of meer plotseling het
rustige bosch. Om dit effect te waarborgen moet een
gedeelte van het dennenbosch gespaard blijven.
II. Ook de Binnenweg langs het Oosterbosch, een
mooie beukenlaan, moet onaangeroerd blijven met- een
flinke breedte aan weerszijden, en liefst niet worden
verhard. Op de kaart is schematisch aangegeven, hoe
door aanleg van parallelwegen hierbij toch een voor
het verkeer bevredigende oplossing mogelijk is.
III. Het Oosterbosch, hooge dennen, waardoor reeds
lanen zijn gehakt, kan geheel als bouwterrein worden
gebruikt, evenzoo het ten noorden daarvan gelegen
eiken- en dennenhout.
IV. De heide tusschen Binnenweg en Melkweg, met
het eikenhout en de berkenlaantjes er door en er langs,
dient wegens haar eigenaardig natuurschoon onveranderd
te worden behouden, alleen zou aan de oostzijde er een
strook bouwterrein kunnen worden afgenomen. Tegen
dit laatste hadden enkele leden der Commissie bezwaar.
Indien op dit gedeelte maatregelen tegen boschbrand
moeten worden genomen, dient dit zooveel mogelijk
zonder schade voor het natuurschoon te geschieden.
V. Het dennenbosch ten noorden van de heide,
tusschen den grindweg en den weg achter Sperwers
hof, kan bouwterrein worden, doch slechts gedeeltelijk
en wel met uitsparing van eenige punten, die moeilijk
op de kaart zijn aan te geven, doch later op het terrein
moeten worden uitgezocht, in verband met de bebouwing.
Hier is het namelijk mogelijk aan de te stichten land
huizen een achtergrond te geven van dennenbosch, dat
dan natuurlijk voor verdwijning moet worden gevrijwaard
door het in bezit der Gemeente te laten.
Een der leden kan zich daarmede niet vereenigen,
doch wenscht dit gedeelte geheel onbebouwd te laten
in aansluiting met de bosschen van Boekenstein.
Een strook ten zuiden van den grindweg kan nog
worden bebouwd; ook hiertegen hadden eenige leden
bezwaren.
VI. Het hooge heuvelachtige dennenbosch ten zuiden
van de heide, onder IV genoemd, een gewenscht ver
blijf voor wandelaars en zomergasten, moet gespaard
blijvenlangs den Binnenweg kan een strook bouw
terrein worden gereserveerd.
VII. Ten noorden van den Doodweg kan een door-
loopende strook bouwterrein worden geëxploiteerd
alleen een gedeelte dennenbosch achter het Nimrodpark
en een strook langs het weiland van Jachtlust dient
gespaard te worden.
VIII. Het bosch ten zuiden van de Vaart is als
natuurmonument zonder waarde, ook ais bosch heeft
het weinig te beteekenen. Het kan, met uitsparing van
boschstrooken als wandelwegen, voor bouwterrein in
aanmerking komen.
IX. Het geheele overblijvende noordwestelijk gedeelte
moet vrij blijven. Enkele leden der Commissie waren
van meening, dat ook daar, zij het bij uitzondering
en onder de noodige beperking, op zeer weinige
punten bouwterrein kon worden uitgegeven, de andere
achtten dit niet geraden.
De Commissie heeft zich de vraag gesteld, of ook
z.g. middenstandsbouw hier moet worden bevorderd.
Vooropgesteld wordt dat stichting van arbeiderswijken,
vooral wegens den grooten afstand van het centrum
der Gemeente, verwerpelijk is, en trouwens ook
niet noodig, daar ten Z.W., ten W. en tèn N.W. van
en nabij het centrum der Gemeente nog geschikt
terrein in overvloed aanwezig is. Maarookmiddenstands-
bouw, d.w.z. min of meer gesloten bebouwing, waarbij
het terrein zooveel mogelijk moet worden volgebouwd,
acht de Commissie niet wenschelijk. Integendeel acht zij
't gewenscht, dat alleen bouwterreinen van flinke grootte
worden verkocht en dat in de koopovereenkomsten
strenge „welstandsbepalingen" worden opgenomen,
zoodat de bebouwing harmonieert met het aangrenzende
bosch, en ontsiering wordt voorkomen. Deze bepalingen
moeten echter niet alleen betrekking hebben op de be
bouwing, maar ook op de wijze van tuinaanleg, zoodat
bepaalde boschgedeelten blijven gespaard en onder
houden en nieuwe aanplantingen aan het oordeel van
het Gemeentebestuur blijven onderworpen.
De beste wijze van onderhoud voor het bosch dat
niet wordt bebouwd, acht de Commissie die, waarbij
zoo weinig mogelijk aan „onderhoud" wordt gedaan.
Natuurlijk moet het zuiver worden gehouden en zoo
noodig gereinigd van alle voorwerpen, die er niet in
thuis hooren, zooals papieren, sinaasappelschillen,
gebroken flesschen en dergelijke en er moet streng ge
waakt worden tegen beschadiging, maar net geharkte
paden, met zuiver afgestoken kanten, keurig gesnoeide
lanen en net geschilderde banken behooren in deze
omgeving niet thuis, met andere woorden, het natuurlijk
karakter van het bosch moet behouden blijven. Hier
en daar een ruw bewerkte bank, zooals er reeds
staan is voldoende als rustplaats voor het wandelend
publiek dat zich overigens hier geheel „buiten" moet
gevoelen.
Het opsnoeien van het onderhout is uit den booze,
alleen periodiek uitdunnen en het verwijderen van
dood hout is geoorloofd.
f