DE BOUWWERELD V TWEEDE „HEEMSCHUT'-NUMMER 1920 XIXE JAARGANG No. 26 30 JUNI 1920 RED.: J. H. W: LELIMAN B. AMSTERDAM. UITGEVER: F. VAN ROSSEN HET CONGRES TE LONDEN tf- foen de National Housing Town Planning Council aan het Dagelijksch Bestuur van den Börid Heemschut verzocht, een ver tegenwoordiger te willen zenden naar het InterrAllied^ Housing and Town Planning Congress, dat van- 3, tot 11 Juni~T920 te Londen zou worden gehouden, heêft het aan die uitnoodiging gaarne voldaan. Immers zöowel de volkshuisvesting"als de wijze, waarop de aanleg der zich uitbreidende steden geschiedt zijn van 'groote beteekenis 'voor het behouden der schoon heid, dat Heemschut zich4 ten doel stelt. Mij -viel "de ee^ te beurt, die' vertegenwoordiger te mogen zijn en zoo4, stak ik dan. in den morgen van >3 Juni -van Vlissingen bij prachtig weder naar Engeland over.1 Heb scheen ,mij een goed. voorteeken, dat -ik Mevrouw Brugmans, de gade van onzen Voorzitter en 'zijn bekoorlijke dochter aan boord ontmoette. De reis door" Kent naaf Londen voert door een der fraaiste deelen van Engeland en ik had weder, gelijk vroeger"" zoo vaak, gelegenheid, om op te merken, hoe goed de Britten dé kunst verstaan, om wat zij bouwen met de natuur in harmonie te houden. Maar aan réclame-verordeningen zijn zij nog niet toe. Op vele plaatsen zijn de brutale reclames zeer hinderlijk. Londen toonde zich op zijn best en de heldere zon was slechts door een flauw waas ietwat getemperd. Er behoort moed toe, om op zulk een fraaien dag naar een congres te gaan. Meer dan zevenhonderd personen hadden dien moed bezeten, want ik vond ze bijeen in de groote zaal van de Central Hall te Westminster. Ik was daar vroeger nog eens geweest en had er een Wesleyaansche godsdienst-oefening bijgewoond, waar, na fraai orgelspel en koorzang, de Reverend Dinsdale T. Young naar aanleiding van 1 Corinthe 6 vers 2 een gloeiende rede tegen de p r of i teers (de O. W.ers) hield. De zaal doet ietwat aan die van het Concertgebouw te Amsterdam denken, maar zij is gedekt door een reusachtigen koepel en de galerijen zijn in kruisvorm uitgebouwd. Het geheel is blijkbaar geïnspireerd op de kathedraal te Pavia en domineert de groote oude en nieuwe gebouwen der omgeving. De zaal heeft een zeer gebrekkige acoustiek. Zelfs de krachtige stem van den prediker, dien ik hoorde, had met die acoustiek te kampen en zoo is het te begrijpen, dat de congres-redenaars, die de oefening van den reverend misten, dikwijls niet te verstaan waren. Orgelspel opende het congres, als om den leden er aan te herinneren, dat zij in de Wesleyan Central Hall en niet in een gewone zaal vergaderden. Toch is het gebouw geen eigenlijke kerk, want de linkervleugel gelijkstraats bevat een bank-kantoor en de zalen worden voor allerlei doeleinden verhuurd. Het podium was gevuld met de notabelen van het congres. De Right Honourable Christopher Addison, M. P., Minister of Health, hield de openingsrede en daarna ^-werden de sluizen der welsprekendheid wijd opengezet. Bij ons te lande worden op een congres de onder werpen ingeleid en dan begint een discussie, die dikwijls zeer belangrijk kan zijn. Te Londen maakte het groote getal der inleiders, dat er van discussie haast geen sprake was, zoodat heel wat leden hnn toevlucht in de „lobby" zochten, waar ze oude kennissen weder vonden of nieuwe maakten. Daar zijn leerzame discussies gevoerd, die vergoeding gaven voor wat aan het congres als zoodanig heeft ontbroken. Evenwel, het eigenlijke congres vulde maar twee dagen. Daarna begonnen de excursies, die den leden in de gelegenheid stelden, met eigen oogen te zien, hoe men in Engeland de volkshuisvesting en het uit breiden van den aanleg der steden opvat. De eerste tocht werd naar Bristol gedaan, dat men na een spoorreis van ruim twee uur bereikte. De extratrein bracht de leden naar een voorstad, waar het Fishponds Housing Estate zou worden bezocht. In den trein kregen de deelnemers een keurig uitgevoerd boekje, dat bijzonderheden omtrent Bristol en de volkshuisvesting aldaar bevatte. Het terrein om Bristol is heuvelachtig en ook het Fishponds Estate, dat 126 acres oppervlakte heeft, bevat hooge en lage gedeelten. Bij het maken van het plan van aanleg is daarmede rekening gehouden. Het vlakke gedeelte aan de westzijde is voor openlucht-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1920 | | pagina 1