BBBBBBB DE KOSTERIJ TE EMMEN. (ZIE HET ONDERSTAANDE BERICHT) ■■■■bbbbbbhb"
Wij hopen dat daarbij dan het beginsel zal woiden
bestendigd om ook geboomte te beschermen indien dit in het
belang van 'slands schoonheid gewenscht is Althans in den
eerstkomenden tijd zou zonder zulk een maatregel groot gevaar
blijven dreigen.
De kosterij te Emmen. Tegenover de kerk der Nederduitsche
Hervormde gemeente te Emmen staat de „kosterij", een typisch
oud-Drentsch huis, dat met het omgevend geboomte een zeer
schilderachtig geheel vormt.
De koster, die het huis bewoonde, is eenigen tijd geleden
gestorven, en nu wil het kerkbestuur zoowel het huis als de
boomen te gelde maken
De boomen zijn door het Staatsboschbeheer gered, dat er
kapverbod op gelegd heeft. Wie redt nu het huis, waarvoor
de bewoners van Emmen blijkbaar niets voelen? Hier is een
taak voor de Vereeniging „Hendrick de Keyser" te vervuilen.
Moge zij ook over Drenthe haar beschermende hand uitstrekken1
Provinciale Zeeuwsche Schoonheids- en archaeoiogische
Commissie. Overeenkomstig hun voornemen hebben Ged. Staten
bij de Provinciale Staten ingediend een voorstel tot het instellen
eener Prov Schoonheids- en archaeoiogische Commissie, die
de sluitsteen is in hun streven de provincie tegen ontsiering
en onttakeling te beschermen Het landschap wordt tegen inbreuk
op het natuurschoon beschermd door de reclame-verordening,
terwijl de gemeentebesturen zijn uitgenoodigd om welstands
bepalingen in de bouwverordeningen op te nemen. De uitvoering
van deze zal door de provinciale commissie worden ver
gemakkelijkt. Een bedrag van f 1500.was voor de commissie
uitgetrokken. De Staten hebben in Juli reeds, in hunne zomer-
zitting, de verordening vastgesteld, doch de koninklijke goed
keuring is er nog niet op verkregen.
De commissie bestaat uit minstens 5 leden, te benoemen en
te ontslaan door de Ged. Staten, uit dubbeltallen, voorgesteld
door de commissie. Zij geeft aan Ged Staten advies omtrent
alle onderwerpen van stads- of natuurschoon of van archaeo
iogische aard waaromtrent haar oordeel wordt gevraagd. Zij
dient B. W. van de zeeuwsche gemeenten op hun uitnoodiging
van advies en verleent desgewenscht ook voorlichting aan
particulieren omtrent onderwerpen, vallende onder haren werk
kring. Voorts brengt zij alle opmerkingen die zij in het belang
van de handhaving of bevordering van de schoonheid in stad
en land of uit een archaeologisch oogpunt gewenscht acht ter
kennis van Ged. Staten, gemeentebesturen of van hen, die
daarvoor in de termen vallen.
De Staatsbegrooting 1920. Aan het in de dagbladen gegeven
uittreksel ontleenen wij de navolgende bijzonderheden.
In Hoofdstuk I is voor de herstelling van het paleis te
Amsterdam uitgetrokken f 20.000.
Op Hoofdstuk IV, Justitie, worden aangevraagd de gelden
voor een kantongerechtsgebouw te Haarlem waarin de totale
kosten inclusief meubilair op f 100.000 geraamd zijn. Het ligt
ook in de bedoeling om nu over te gaan tot de in 1917 niet
uitgevoerde verbouwing van het gerechtsgebouw te Maastricht
Op Hoofdstuk Va, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
is voor de Universiteit te Utrecht uitgetrokken een buitengewoon
hoogleeraar in de kerkelijke kunst in verband met de ontwikkeling
van het kunsthistorisch onderwijs en de toenemende beteekenis
van Tiet kunsthistorisch instituut. Een uitstekend geleerde is
voor dezen zetel beschikbaar Wij ontleenen aan dit hoofdstuk
voorts de volgende bijzonderheden.
Toezicht Monumenten. Voor materieele uitgaven der
rijkscommissie en het rijksbureau voor de monumentenzorg is
f19.650 meer uitgetrokken dan in 1919.
Subsidiën herstelling monumenten. Behalve dat voor
menig tot dusver ondersteund monument hoogere bedragen zijn
uitgetrokken en voor andere verlenging van subsidie wordt voor
gesteld, worden nieuwe subsidies uitgetrokken voor den toren
te Berlicum, den waltoren te Harderwijk, den toren te Hattem,
de N. H. kerk en toren te Havelte, de N. H. kerk en den toren
te Kallantsoog, de Doopkapel te Katwijk-Binnen, den toren te
Kortenhoef, een gevel aan de Nieuwestad te Leeuwarden, de
St Pancraskerk te Leiden, het Grauwzustersklooster te Maastricht,
den Gevangentoren te Megen, de N. H. kerk te Oudega, de
N. H. kerk te Rijswijk, de N H. kerk te Spijk, den dakruiter
der Luthersche kerk te Utrecht, de Berkelpoort te Valkenburg,
een gevel aan de Melkmarkt te Zwolle.
De kosten van ondeihoud voor de rijksmonumenten
zijn van f60.000 tot f 100 000 verhoogd.
Subsidies worden voorgesteld voor:
1) een werk over Groningsche Bouwkunst door den heer
C H. Peters.
2) een onderzoek, naar het Boerenhuis in Nederland.
3) eene uitgave betreffende de hunnebedden in Groningen
en Drente door Dr. A. E.' van Giffen.
4) hèt opgravingsfonds derNed. Anthropologische Vereeniging.
5) den Ned. Kring van Beeldhouwers.
6) het Instituut voor Sierkunst en Nijverheidskunst te 'sGraven-
hage, hetwelk zal moeten dienen tot een centralen inlichtingen
dienst, terwijl een verzameling kunstnijverheidsvoorwerpen zal
worden bijeengebracht en tentoonstellingen zullen worden
georganiseerd om de belangstelling van het publiek te wekken
voor schoonheid in de voorwerpen van dagelijksch gebruik.
Het gemeentebestuur van 'sGravenhage zal eveneens een subsidie
verleenen en gratis localiteiten beschikbaar stellen
7) voor een onderzoek naar de afkomst van de bij verschillende
monumenten gebruikte natuursteen.