446 DE BOUWWERELD. maakt. Matzdorff wijst op de wenschelijkheid om zulke groote terreinen door partikuliere straten en door z.g.n. „Wohngarten" te ontsluiten. Hij stelt voorts de vraag of niet eene hoogere bebouwingscoëfficiënt van het terrein zou moeten worden toe gestaan, ten einde omgekeerd de bebouwingshoogte te beperken tot 3 verdiepingen, d.w.z. het meest economische huizen-type volgens verschillende stedebouwers die in dit type-huis voor de groote massa der bevolking de gelukkigste oplossing zien. Bovendien moet de vraag worden gesteld of niet de bouw verordening in het belang van goedkoopen bouw lagere eischen zou kunnen stellen, vooral omdat de beveiliging tegen brandgevaar, door den vooruitgang van het bluschwezen bij het jaar gemakkelijker wordt. Het gaat hier om bebouwd opper vlak, hoogte en aantal verdiepingen. Een dichtere en hoogere bebouwing is in de groote steden niet toelaatbaar. Men moet echter nagaan of de gebouwen niet doelmatiger zijn te ge bruiken door vermindering van de verdiepinghoogte en door, onder de noodige waarborgen, ook de zolderverdiepingen tot bewoning te bestemmen. De schrijver wil in geen geval de bezwaren tegen zulk een voorstel onderschatten, maar, zegt hij, het zal nog langen tijd na den oorlog duren eer het economisch leven hersteld is en intusschen mag geene mogelijk heid onbeproefd blijven om te helpen als dat zonder schade voor het algemeen kan. Hij verwacht bovendien dat het partikuliere bouwbedrijf nog geruimen tijd zal verlamd zijn, doordien de hooge rentestandaard van de rijks- en gemeentelijke leeningen en de winsten van het grootbedrijf nog meer dan te voren kapitaal zullen onttrekken aan het bouwbedrijf. In de toelating van goede zolderwoningen ziet de schrijver eene aanmoediging van den woningbouw. Volgens dit voorstel zouden de huizen binnen het toegelaten profiel behalve de gebruikelijke vijf verdiepingen, nog een zesde er bij krijgen, indien de verdiepingen van vloer tot plafond 3.10 M. hoog werden. De schrijver zou een dergelijke oplossing ook toejuichen voor groote woningen; daar kunnen in den regel de zolder verdiepingen met de onderliggende hoofdverdiepingen worden vereenigd, zóó dat deze laatste de ontvang- en woonkamers bevatten, de zolders, de slaapkamers en ondergeschikte ver trekken. (Dat ware dus een verlaten van het stelsel der étage woning.) Ook bij kantoorgebouwen wil de schrijver van de beschikbare ruimte economischer getfruik maken dan tot dusver was toegestaan, n.1. door niet alleen de zolders, doch ook de kelders geheel beschikbaar te stellen voor het bedrijf, mits onder strenge bepalingen betreffende gezondheid en brandgevaar. Ten aanzien der konstruktie moet gewaakt worden tegen overmatige sterkte van muren en vloeren zonder verkwisting van materialen. Voor eene zuinige bouwwijze kan van belang zijn een ruimere toepassing van lichte bouwstoffen als drijfsteen, holle steenen enz. Bij het duurder worden van het ijzer moet meer dan te voren worden gebruik gemaakt van vloerkonstrukties zonder ijzeren balken: daarbij verminderen ook de bezwaren van het concentreeren van de belasting op enkele draagpunten. Ter vereenvoudiging van het uiterlijk aanzicht wijst de schrijver o. a. op de gelijkmatige en uniforme verdeeling der assen, op gelijkvormige vensters (die ook bij verhuizingen het telkens vermaken van gordijnen zouden voorkomen), op meer overeenkomst bij het aanbrengen van balkons, loggia's en erkers. Inplaats van natuursteenen gevels zal na den oorlog op groote schaal worden gebruik gemaakt van bepleistering in hydraulische kalk met minerale verven gekleurd. Inplaats van een natuur steenen sokkel kan worden toegepast gestockt beton. Kunststeen die voor het uitwendige niet kan worden aanbevolen, komt in aanmerking voor het inwendige bij traptreden, sokkels, enz. De schrijver beveelt nog vele besparingen aan, voornamelijk ook tot beperking van het gebruik van konstruktie-ijzer door besparing van houten spanten; van lichtere profielen bij ijzeren valrwerkgebouwen inplaats van de normaalprofielen die 50% materiaal-besparing toelaten en ondanks den hoogeren- prijs per ton, per saldo veel goedkooper zijn. Bij loodgieterswerk moet de toepassing van koper tot het uiterste beperkt en voor afdekking vervangen worden door zink (ge galvaniseerd ijzer moet vermeden worden). Voor bliksemafleiders wordt het koper vervangen door gegalvaniseerd ijzer. Ook inwendig moet van marmerbekleeding worden teruggekeerd tot eenvoudige bepleistering. Vele kunstpleistermaterialen hebben op den duur dikwijls tot teleurstelling geleid. Op alles moet bespaard worden: op niet-gebruikte zolders kunnen de vloeren achterwege blijven; aan plafonds de stuc- ornamenten; op hang- en sluitwerk. Brons zal na den oorlog voorloopig niet te krijgen zijn en moeten worden vervangen door doelmatig behandeld ijzer of door gepolijst zink, dat door vermenging met ijzer gehard is. (Wat thans geleverd wordt ter vervanging van het in beslag genomen koperen hang- en sluitwerk is niet geschikt voor blijvende vervanging.) Bij meerdeelige vensters kan gespaard worden door onderscheid te maken tusschen vleugels die dienen ter ventilatie cn ter reiniging. De laatste kunnen dan voorzien worden van goed kooper sluitwerk. Bij woonhuizen kunnen schuif- en dubbele deuren achterwege blijven, evenals hunne bekroningen. Bij het glaswerk kan bespaard worden door vermijding van overmatig groote ruiten van één stuk, van ijsglas, gefigureerd glas en zuinigheid met glas in lood. De schilder kan velerlei sparen. Een eenvoudig wit plafond staat in verband met een eenvoudige kooflijst en middenrozet, nog veel beter dan alle schilder- en vergulderkunst. Wanneer die ontbreekt, kan volstaan worden met goede minerale verven, voor hout met beits of eene dekverf dóch in geen geval houtimitatie. De behangselfabrikatie leidt tot een groote verkwisting van het nationaal vermogen. Duitschland telt in vredestijd 70 80 fabrieken, die jaarlijks elk ongeveer 500, in totaal dus 35000 èt 40000 nieuwe patronen maken! Het zou eene groote bezuiniging zijn indien de architekten op eene beperking-van het aantal patronen aandringen. Een ander zwak punt zijn de afwaschbare behangsels Moet een wandvlak kunnen worden afgewasschen, dan is de manier het glad af te pleisteren en te schilderen. Bij de verwarming moet meer gebruik worden gemaakt van porceleinen kachels die twee kamers tegelijk verwarmen, waarbij de eene dan kan worden afgesloten. Bij deafbeeldingen van kachel- konstrukties, uitgegeven door het „Verband der Arbeitgeber für das Töpfer- und Ofensetser Qewerbe Deutschlands", zijn verschillende voorbeelden aangegeven, ook in kombinatie met kookgelegenheid. Toen de brandstoffennood verleden winter noopte tot meer toezicht op het stoken, is voorts gebleken dat zoowel de kamer kachels als de fornuizen te groote roosters bezaten. Dit moet in de toekomst veranderen. De schrijver konstateert voorts dat de architekten bij de snelle en schitterende ontwikkeling der techniek zonder het te merken onder den pantoffel van de gezondheids-ingenieurs zijn geraakt. Zoo wordt dikwijls tot nadeel der gebouwen een over- groote ingewikkeldheid van de technische installaties geduld, en vooral ook hunne bediening door automatische toestellen vervangen. Deze kosten veel geld en geven bovendien, door te haperen, nog meer ergernis. Natuurlijk moeten waterstand en druk worden overgebracht wanneer de plaats van den machinist op een afstand van het bedrijf is gelegen en bij groote zalen als bij vergaderzalen, schouwburgen is eene afstandthermometer noodig. Zoodra echter dergelijke installaties bij bescheiden omstandigheden bijv. bij een school worden aangebracht, is de gezonde bodem verlaten. Automatische privaatspoeling alsmede inrichtingen waarbij de spoeling in werking wordt gebracht door het openen van de deur, verdienen geen aanbeveling. Een tweede fout van de technische installaties schuilt in het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1918 | | pagina 6