DE BOUWWERELD. 443 Evenmin ten slotte, als de mensch van het best der 16e en 17e eeuw ten volle de waarde kon beseffen van den tijd waarin hij leefde, kan dit het thans levende geslacht het van dezen tijd doen. Het oordeel of als men wil, het vonnis, is voor latere geslachten weggelegd. Men vergeve ons deze uitwijding. Wat webedoelen is:" de zorg voor onze monumenten kome inderdaad in bevoegde handen. Geenszins bedoelen we hiermede eenige critiek op hen, welke van Regeeringswege met deze zorg zijn belast. Veeleer het tegendeel. Maar de directe invloed der Rijkscommissie blijft beperkt tot dat hetwelk öf aan het Rijk behoort öf tot welks of welker herstel of onderhoud onder bepaalde voorwaarden subsidie werd verleend. Op alles wat daar buiten valt is hare invloed slechts indirect. Noch slooping, noch ver knoeiing kan zij daadwerkelijk voorkomen. Bij verschil van inzicht behoeft zich een eigenaar van eenig monument slecht finantiéel los te maken van het Rijk om de vrije hand te verkrijgen tegenover zijn bezit. Indien de tijden van thans ons iets hebben geleerd is het wel dit, dat het belang van het individu moet wijken voor dat van de gemeenschap. Welnu, waar het voortbestaan van eenig monument wordt geacht een Gemeenschapsbelang te zijn moet dan ook het belang van den toevalligen bezitter in minder sterke mate gelden, zijn eigendomsrechten moeten worden ingekort. Is eenmaal zijn bezit geheel of gedeeltelijk monument verklaard, dan kan hem niets meer resten dan het gratis gebruik. Een billijke consequentie is dan echter, dat hij zich voor eene naar redelijkheid te bepalen prijs van zijn bezit zal kunnen ontdoen en, doet hij dat niet, dat hij dan in elk geval van het onderhoud of herstel zal worden ontslagen. Zoolang eene andere regeling niet mogelijk is zullen vereenigingen als „Hendrick de Keyser" en die tot behoud van natuurmonumenten of in laatste instantie het Openlucht-museum tot aankoop zijn aangewezen, het onderhoud echter blijve in één hand en wel bij de Rijkscommissie. Dat spoedig de „Monumentenwet" kome om dit nader te regelen! In de verschillende vereenigingen ligt het materiaal tot het vormen van een „Bond voor Monumentenzorg" als het ware opgehoopt. Wij denken ons eene organisatie in den geest bijv. als het Staats toezicht op de Volksgezondheid. In de plaats van de Centrale Gezondheidsraad denken we ons de afd. B van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, in plaats van de Gezondheidscommissies," plaatselijke Monumentencommissies. Zij brenge de macht tot het behoud en het onderhoud van de monumenten aan de overheid. De Rijkscommissies inventariseeren en onderhouden, Heemschut waakt en bovengenoemde vereenigingen zorgen voor eventueele aankoop en exploitatie. Waartoe ruime subsidies van overheidswege LEUD LÖXD zullen moeten worden gegeven. Door innige samen werking zou er althans veel van wat er thans nog van vroegere cultuur-perioden over is gespaard kunnen blijven. 4 DE HOOP ONTWERP VOOR EEN PAKHUISGEVEL ARCH. J. ZUIDEMA (LEEUWARDEN)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1918 | | pagina 3