116 DE BOUWWERELD. De Vereeniging Amstelodamum te Amsterdam. De Verfraaiingsvereeniging Delfia te Delft. De afdeeling Utrecht van de Maatschappij tot Be vordering der Bouwkunst. Het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio te 's Gravenhage. De Vereeniging Bouwkunst en Vriendschap te Rotterdam. De Nederlandsche Hotelhoudersbond te Amsterdam. De Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Middel burg. De Maatschappij Arti et Amicitiae te Amsterdam. De Vereeniging Arti et Industriae te 's Gravenhage. Het Nederlandsch Algemeen Verbond te Dordrecht. De Oudheidkamer Twenthe te Enschedé. De Bond van Nederlandsche Architecten te Amsterdam. De Vereeniging tot Verfraaiing van Haarlem. De Katholieke Kunstkring de Violier te Amsterdam. De Toeristenbond voor Nederland te's Gravenhage. De Kunstvereeniging Pictura Veluvensis te Renkum. De Vereeniging Schoonheid in Opvoeding en Onder wijs te 's Gravenhage. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Am sterdam. De Nationale Bond voor Vreemdelingenverkeer te Utrecht. Als leden van het Bestuur werden gekozen: Mr. W. B. Buma te Huizum bij Leeuwarden, Voorzitter. Mr. G. A. P. M. van der Aa te Amsterdam. K. P. C. de Bazel te Bussum. G. Bosch te Bloemendaal. S. de Clercq te 's Gravenhage. A. le Comte te 's Gravenhage. D. Fockema te Arnhem. Dr. Jan Kalf te 's Gravenhage. C. R. T. baron Krayenhoff te Utrecht. E. W. Moes te Amsterdam. Dr. J. Th. Oudemans te Amsterdam. G. A. Pos te Baarn. Jac. P. Thijsse te Bloemendaal. Mr. P. G. van Tienhoven te Heemstede. A. W. Weissman te Haarlem. De heeren Bosch, Oudemans en Thijsse aanvaardden echter hun benoeming niet. De vergadering van den 24sten Mei 1911 koos in hun plaats de heeren Mr. W. H. de Beaufort te Leusden, Jhr. Mr. F. J. J. M. van Ryckevorsel te 's Hertogenbosch en J. H. W. Leliman te Amsterdam. Daar ook de heer de Beaufort zijn benoeming niet aanvaardde werd door de vergadering, die den 8sten Mei 1912 gehouden werd, Prof. Dr. H. Brugmans te Amsterdam benoemd. Ofschoon het getal der lichamen, die zich bij den Bond Heemschut aansloten, langzamerhand toenam, bleek toch de wenschelijkheid om ook particulieren gelegenheid te geven, hun belangstelling te toonen. Daarom werd in de vergadering van den 25sten October 1913 besloten, de statuten zoo te wijzigen, dat particulieren als buitengewone leden zouden kunnen worden aangenomen. Mocht ieder, die in het behouden van de schoonheid in Nederland belang stelt, zich als buitengewoon lid aanmelden! Het secretariaat is gevestigd Heerengracht 247 te Amsterdam, de contributie bedraagt slechts f2.50 per jaar. P. H. VAN MOERKERKEN. HET JAMMERLIJK EINDE VAN DEN SLIMMEN HOUTVESTER |en dertigtal jaren geleden omringden schaduw rijke lanen en vruchtbare boomgaarden, kleurige bloemtuinen en frissche moes- gronden de oude stad. Over haar wallen en bolwerken waren reeds voor een halve eeuw enkele ruwe wandelpaden gebaand; en ook daar spreidden hooge iepen hun koelte over het wuivende gras. Langs de grachten binnen de stad bogen de slanke boomen naar het stille groene water. Er lagen pleintjes, hier-en-daar, als de brink van een dorp bij een oud kerkje, waar 's avonds de wind wonderlijk fluisterde door de wiegende toppen. In de volksbuurten stonden nog landelijke schuttingen rond lage scheeve woningen, vervallen boerderijtjes uit een eeuw toen binnen de stadsmuren het vee graasde en de groente gekweekt werd. Daar, in die nauwe kronkelige straten, wellicht in tijden vóór de omwalling gebouwd langs een later verzande beek, waren aan den rand van een hobbelig stoepje voor een kroegje, voor een hoefsmederij, soms voor een deftige burgerwoning een paar knobbelige linden blijven staan, tot een groen scherm geschoren. Doch den schoonsten roem der stad, schooner dan haar trapgevels, dan het humanistisch- rijke, lieflijk-pronkende torentje en het statig boven alles verrijzende kruisdak harer hoofdkerk, droeg het Sterrebosch buiten de Zuiderpoort. Wel was zijn uit gestrektheid geringmaar de rechte lanen van zijn geometrischen aanleg, nalatenschap uit de eeuw van Le-Nötre, gaven verre perspektieven tusschen het hooge verwilderde struikgewas, en smalle verrassend- kronkelende paden schiepen een doolhof voor den doelloos-zwervenden wandelaar, zoodat het Sterrebosch groot scheen, vol afwisseling door zijn verschieten van dicht geboomte, van vroolijke clairières, van een blauw- neveligen duinrand achter lichte weiden. Aan den ingang, van den stadskant, lag een Hertenkamp, door een drogen greppel en een houten lathek omringd; de ranke dieren graasden er traag op het goud-groene zacht-welvende veld;' soms echter, als een stoet ridders van een oud tournooi, renden zij in draf naar de dichte schaduwen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1918 | | pagina 4