| Bouwwereld 1918-1923 | pagina 2
elke verdiensten de negentiende eeuw ook moge hebben gehad, zij heeft der bouw kunst geen winst gebracht. Het gelukte haar niet, een monumentale bouwkunst te scheppen, zooals de achttiende eeuw die
elke verdiensten de negentiende eeuw ook moge hebben gehad, zij heeft der bouw kunst geen winst gebracht. Het gelukte haar niet, een monumentale bouwkunst te scheppen, zooals de achttiende eeuw die
Toen deed de zee de stad groeien en bloeien. Maar in de achttiende eeuw liet zij de haven ver zanden en Veere verviel weer tot de onbeduidendheid, waaruit het eens was opgeheven.
gesteld. Die vlotten, met huizen bebouwd, zakten dan den Rijn af naar Dordrecht, en waren, als het ware, de stoombooten van den goeden ouden tijd. Menig Wurtemberger is op zulk een vlot in de achttiende
Maar, gelijk het fraaie werk, door de achttiende eeuw tot stand gebracht, door de negentiende eeuw veracht werd, ofschoon men het thans weder op zijn waarde schat, zoo is er tegenwoordig minachting
toe geschreven. Alleen de bekroning met het Amsterdam- sche wapen is blijkbaar afkomstig uit de achttiende eeuw. Boven dit poortje ziet men, in twee nissen, de fraaie figuren van een man en een vrouw
Gobertanger steen en zandsteenen versieringen. Daaromheen is weder een bekleeding uit de achttiende eeuw, waarschijnlijk een kloekmoedige restauratie toen de oude gothische toren slecht en ver weerd was. Zoo
Toen de achttiende eeuw minder koopmanswinsten opleverde door de vele oorlogen en doordat de wereld handel zich verplaatste, ging het met het volbouwen van de stad niet zoo vlug. De Fransche invloed
We zeiden het reeds in het vorige hoofdstuk, dat Amster dam steeds was een stad van vrijheid en verdraagzaam heid, ook in tijden van tegenspoed. De achttiende eeuw sloot met een Fransche invasie die
metselmortel volgestre- ken, soms met een kras erin op het midden, dagvoeg genaamd. Daarna werd het ge woonte afzonderlijk te voegen, keurig netjes, geheeten geknipt voegwerk. Vooral aan laat achttiende eeuwsche
snijramen zijn niet zoo oud als men zou vermoeden. In het Grachtenboek dat van ongeveer 1770 is, vindt men slechts een matig aantal afgebeeld. De snijramen zijn gemaakt van de helft der achttiende eeuw tot
De meeste snijramen zijn uit het eind der achttiende eeuw. De eerst gemaakte zijn sierlijk en vernuftig vervaardigd, de latere meer eenvoudig. Dan wordt het sieraad meer gevormd door het achter het
De schuiframen bleven in de mode tot het einde der achttiende eeuw. Toen, en in de eerste jaren der 19de eeuw, maakte men aan deftige huizen naar binnen draaiende ramen, hoog van model en laag op den
zijn aan de zijde van de Paleisstraat, bij den voorgevel, in de vroegere wisselkamer, twee echte oude ven sters met glas in lood bewaard gebleven, merkwaardige ambachtelijke werkstukken. In de achttiende
Zomerzorg, in de laagte tusschen het Kopje en het meertje van Caprera is een waar juweel. Van huis en tuin is niets werkelijk achttiende eeuwsch vroeger was het een hotel, met bijbehoorend duin ... , aansluitend bij den gevel van het huis, is in hoofdlijnen achttiende-eeuwsch gebleven. Wel heeft in het begin van de vorige eeuw Petzold, de Duitsche parkarchitect, er landschappelijke wijzigingen in
Bij het huis Spanderswoud is een aardige poging gedaan om tusschen het oude geboomte weer een achttiende eeuwschen tuin te reproduceeren (fig. 49). Na de vele oude gravures zien wij wel, dat de
niet te niet kunnen doen. Bij het zien van dit tafereel gaan onze ge dachten onwillekeurig terug naar de koper gravures uit de zeventiende en achttiende eeuw van verschrikkelijke overstroomingen, waar
traditie. De tee- keningen van de oudere merklappen worden zoo nauwkeurig mogelijk nagebootst op die der volgende generatie. Op laat-achttiende eeuwsche merklappen ziet men bijvoorbeeld menschen afgebeeld in ... De compositie der merklappen heeft zich in den loop van den tijd natuurlijk gewijzigd en de versieringen veranderden, in vorm zoo wel als in wezen. Zoo onderging in den loop der achttiende eeuw de
In de achttiende eeuw vond ook een verbur gerlijking plaats, die den klaren aard der volkskunst schaadde. Inplaats dat de naald kunstig gehanteerd werd, werd er met de naald geschilderd. De poes op
Model van een fregat van tweeën-twintig stukken uit de tweede helft der achttiende eeuw. Vervaardigd door Bonifacius Cau, officier op dat schip. (Collectie Scheepvaartmuseum).
" of „Male pfet- zen". Waar onze zeelieden in de zeventien de of achttiende eeuw de tatouage in de Australische eilandenwereld en elders aan troffen, zullen zij ook met eigen woorden dit begrip
in 1686 verscheen. Nog op het einde der achttiende eeuw werd in ons land de schaarkunst zoo veel beoe fend dat Grabner, die in Duitschland slechts voorbeelden van knipkunst in enkele kloos ters had ... In de achttiende eeuw maakte in de salons een nieuwe vorm van schaarkunst opgang, ,,de zwarte kunst" of het knippen van scha duwbeelden, die op het einde der zeventien de eeuw in Frankrijk was
In de achttiende eeuw bestond er te Uden
tijd past als in de achttiende eeuw, toen im mers ook reeds niemand meer met pijl en boog schoot dan naar den papegaai. Natuurlijk vindt men het meest den boer af gebeeld, steeds ploegend met een of meer
klokken handhaafde, blijkt uit het feit, dat men pas in het laatst der achttiende eeuw proeven begon te nemen met de stemming in de ge- lijkzwevende temperatuur, die bij andere toetseninstru- menten reeds
In de achttiende eeuw werkten hoofdzakelijk de Leuven- sclie gieters Pieter, Matthias en Andreas van den Gheyn voor ons land.
deel uit de achttiende eeuw dateeren, staan met hun langsgevels naar de straat. Oude gravures toonen een minder uitgesproken voorkeur voor deze bouwwijze. Daar zien we topgevels, die alle ouder zijn
een wezenlijk onderscheiden ge bouwentype voor dorp en boerenplaats is hel nooit gekomen. De kleine dorpshuizen, waarvan de meeste oude, nog bestaande exemplaren, uit de achttiende eeuw dateeren
vormenarsenaal, dat in den loop der eeuwen tel kens werd verrijkt en verfijnd en begaafd met een onfeilbaar gevoel voor de toepassing daarvan op de juiste plaats, herbouwden de achttiende eeuw- sche
Een Utrechtenaar beschreef in de achttiende eeuw hoe gemoedelijk het 's avonds in zijn stad toeging
De achttiende eeuw werd de eeuw van verdraagzaam heid ook de niet Calvinisten kregen, althans in de prak tijk, vrijheid van godsdienst. In 1743 kregen de Luther- schen, die tot nu toe in een
IV. De achttiende eeuw50
DE ACHTTIENDE EEUW
Dr. M. M. Prinsen: De Idylle in de achttiende eeuw in het licht der aesthetische theorieën (Amsterdam, 1934).
eigen". Tot het eind van de achttiende eeuw bewaarde Echternach de oude bezittingen. En de kerkelijke ge meente stelde zich onder de bescherming van Sint Wil librord, wien de parochiekerk werd toegewijd
de achttiende eeuw aan de Staten Generaal om een uitzondering op den regel: zij wilden een steenweg aanleggen van 's Hertogenbosch naar Eindhoven, om aldus over Valkenswaard een ver binding te krijgen
Ook de schoenindustrie van de Langstraat begon in de achttiende eeuw tot ontwikkeling te komen. De tabaks en sigarenindustrie volgde in de negentiende eeuw, niet enkel in de steden, maar ook in de
in de achttiende eeuw een reiziger hooren klagen dat deze streek „maréca- geux et impraticable" is.
DE ACHTTIENDE EEUW ... Het aantal huizen was sedert het midden van de vorige eeuw tot ongeveer 600 afgenomen, waaruit blijkt dat het aantal inwoners in het midden der achttiende eeuw tot 2700 was gedaald.
-Stadhouder, voorts aan een nieuwe ople ving in het derde kwart van de achttiende eeuw; men denke tenslotte aan wat wij aan het zij het ook langzaam inzettende herstel van de moeilijk-
zij nu hebben. Ik vermeld dit speciaal, omdat het vrijwel zeker is, dat zij nooit iets anders dan zeer een voudige open bekroningen hadden, zooals wij die op zeventiende- en achttiende
Kneuterdijk nog een zeer prettigen indruk maakt. Zijn kruiskozijnen en luiken en hoog dak met dakvensters en een fraaie schoorsteenbekro ning was het in de achttiende eeuw al kwijt. Het zou herstel
Rechtvaardigheid en de Voorzichtigheid voorstel lende. Zij werden in de achttiende eeuw verwij derd, een brand heeft het dak en de toppen ver nield en het huis ziet er nu onder zijn rechte goot
Oldenbarneveldts woning, werd in de achttiende eeuw verbouwd; ook van enkele
vervaardigde trappenhuis in het Duitsche Gezantschap, dat ook overigens in zijn binnenarchitectuur nog vrijwel ongeschonden is en dat ongetwijfeld tot de meest belangwekkende behoort van de ons gebleven vroeg-achttiende
vensterbekroningen, de achttiende eeuw in her innering brengen (Afb. 22, 23 en 16). Uit het tijdperk Lodewijk XIV hebben wij reeds enkele zeer belangrijke genoemd; hun stijl heeft zich be trekkelijk lang hier
bovenlichten, die vooral bij overigens gewijzigde gevels den goeden smaak van de achttiende eeuw in herinnering roepen (Afb. 27). ... voortzetting van den arcadenbouw, gevonden en zoo ook den stijl van het laatst der achttiende eeuw zijn woord laten medespreken in het historisch milieu, dat het Binnenhof vormt. In het gebouw was een groote
verschijnsel, dat zich overal heeft voor gedaan. Hoe daar aardige, goed-geconstrueerde gevels uit de zestiende, zeventiende en vooral achttiende eeuw vallen moesten om voor onoog lijke winkelkasten plaats te
wezen, alsof het Binnenhof, waarop van de dertiende eeuw af tot het eind van de achttiende eeuw toe steeds in den stijl van den tijd gebouwd is, een anderen stijl zou hebben dan die van den kunstenaar
ons helpt om het werkelijke leven in de oude stad te leeren kennen en dat ons ervan overtuigt anderzijds, dat wij onze vaderlandsche historie der zeventiende en achttiende eeuw beter begrijpen zullen
zij als geheel toch ongetwijfeld steeds een indruk van achttiende-eeuwsche deftigheid. Het is echter niet omdat de historie er met de acht tiende eeuw is afgesloten. Ook in de negentiende zijn er