Voor veel Nederlanders voelt Zuid
Limburg als 'buitenland'. Het zacht
glooiende landschap, de witte
vakwerkhuizen en Bourgondische
levenssfeer trekken jaarlijks mil
joenen bezoekers. Toch wordt dit
lieflijke vakantielandschap serieus
bedreigd. Lee Vos, luidt de nood
klok: 'Limburg is de kip met de
gouden eieren aan het slachten'.
Onder in de la
Zwarte vlaggen
Stoffering van het landschap
Keuzes maken
Tentenlandschap
Meer dan vijfentwintig jaar geleden werd
Vos via oud-burgemeester Jan Ficq (1923
2005), die zich als lid van Heemschut met
volle overgave inzette voor het behoud van
watermolens in Limburg, bij de provinciale
commissie binnengeloodst. Sindsdien voe
ren hij en Heemschut Limburg een kruis
tocht tegen de verloedering van het Lim
burgse Heuvellandschap.
Vos: 'Eli Heimans repte in zijn Uit Ons Krijt
land (1911) als eerste over het behoud van
de landschappelijke kwaliteiten van Zuid
Limburg. In 1980 werd in het eindadvies aan
de Tweede Kamer voorgesteld om de twintig
Nationale Landschappen, waaronder Heu
velland Zuid-Limburg, binnen een periode
van tien a twintig jaar te realiseren. Sinds de
aanwijzing is er weinig gebeurd om het Nati
onaal Landschap Zuid-Limburg veilig te stel
len. Sterker nog: het sluipende proces van
aftakeling werd versterkt door de landinrich
tingsprojecten Ransdalerveld, Mergelland
West, Mergelland-Oost en Centraal Plateau.'
In opdracht van de provincie Limburg ont
wikkelde de Universiteit Wageningen in
2007 een landschapsvisie voor het Natio
naal Landschap Zuid-Limburg. Aan de hand
van vier kernkwaliteiten stelde Wageningen
een raamwerk op voor de ontwikkeling van
het landschap. Alle stakeholders schaar
den zich achter deze visie, behalve de Lim
burgse Land - en Tuinbouwbond. De LLTB
was tegen de hectareclaims op landbouw
grond en wist hier succesvol tegen te lob
byen. 'Hun standpunt is er mede de oorzaak
van dat de breed gedragen Landschapsvisie
Zuid-Limburg al tien jaar in de onderste pro
vinciale la ligt', aldus Vos.
Vos neemt mij mee naar de plek waar het
voor hem allemaal begon, de Volmolen in
het Geuldal bij Epen. 'De aankoop van deze
watermolen met omringende gronden langs
de Geul was mijn eerste project dat ik als
aankomend districtsbeheerder van Natuur
monumenten deed. Het was burgemeester
Ficq die deze prachtige plek onder onze
aandacht bracht. Bij de start van de Aktie
Geuldal (1977) demonstreerden boeren met
zwarte vlaggen tegen de aankoop van agra
rische gronden door natuurbeschermingsor
ganisaties. Zij zagen dit als het begin van
het einde van hun broodwinning. Nu veer
tig jaar later kunnen de meeste boeren niet
ontkennen dat zij nu enorm profiteren van
het natuurtoerisme'. Vos doet weinig moeite
om zijn licht cynische ondertoon te verber
gen. 'Helaas heb ik mijn geloof in een con
structieve dialoog met de boeren over ver
antwoord landschapsbeheer in de afgelopen
periode grotendeels verloren.' Vos vraagt
zich af waar de verantwoordelijkheid van
de boer voor een aantrekkelijk landschap
eindigt en vanaf waar de financiële onder
steuning vanuit de gemeenschap om extra
kwaliteiten te behouden, begint. 'Ik vind dat
het tijd wordt voor een stevige discussie over
maatschappelijke participatie van boeren.
Wat verstaan we onder een goede land-
bouwpraktijk? Landbouwgrond is niet alleen
een productiemiddel, het is onze leefomge
ving die voor iedereen betekenis heeft'.
Tijdens onze tocht door het Mergelland zet
Vos regelmatig zijn auto aan de kant om te
wijzen op details in het landschap. 'Een van
de kernkwaliteiten van het Heuvelland is het
schaalcontrast van zeer open naar besloten',
legt Vos uit. 'De dalen hebben een besloten
karakter en zijn rijkelijk gestoffeerd met land
schapselementen zoals graften, holle wegen,
hoogstamboomgaarden en heggen, terwijl de
hogere plateaus open zijn. In de afgelopen
vijftig jaar zijn tal van deze karakteristieke
elementen verdwenen, waardoor het land
schap steeds minder inhoud heeft gekregen'.
Al rijdende vertelt Vos meer over de kernkwa
liteiten van het Heuvelland. 'Naast het con
trast tussen het geslotene in de dalen en de
openheid van de plateaus, zijn het groene
karakter, de aanwezigheid van reliëf en
het element cultuurhistorie de pijlers van
het landschap'. We stoppen even bij een
plek waar dit laatste aspect een behoor
lijke knauw heeft opgelopen. Vlak naast de
grootste vakwerkboerderij van Nederland, de
Dorphof in Epen, is een grote melkvee-stal
gebouwd. Voor Vos is dit exemplarisch voor
het gebrek aan visie en daadkracht bij de
provinciale bestuurders. 'De belangen vanuit
recreatie en toerisme, die behoud en her
stel van het kleinschalige karakter van het
landschap voor ogen hebben en het gebruik
van datzelfde landschap als productiemid
del door de agrarische sector staan vaak
op gespannen voet. Het is aan bestuurders
om hier duidelijke keuzes in te maken. Je
kan niet én boeren alle ruimte geven om
megastallen te bouwen en tegelijk de land
schappelijke schoonheid omwille van de
toeristische aantrekkingskracht behouden.
Net zoals bij de uitbreiding van het aantal
vluchtbewegingen van Maastricht - Aachen
Airport. Als er straks om de vijf minuten
een vliegtuig over het Geuldal raast, is het
gedaan met de rust en de toeristen.'
Maar met een keuze voor toerisme ben je
er nog niet. Vos vertelt dat het Geuldal er
's zomers heel kleurrijk uitziet door allerlei
tenten en caravans. 'Het begon allemaal
kleinschalig met vijf tentjes en een camper
februari 2018 HEEMSCHUT 29