Kleinschaligheid Al het oude moet wijken Het kantoorgebouw werd na een bouw periode van zes jaar in 1984 opgeleverd, waarna het Gemeenschappelijke Adminis tratiekantoor in haar Hilversumse depen dance trok. Dit is niet het enige kantoor dat Greiner maakte voor deze instantie, maar wel een bijzonder. Die eigenaardigheid komt voort uit een combinatie van factoren waar onder de binnentuin die werd ontworpen door Mien Ruys. Deze tuin zorgt ervoor dat het gebouw, ondanks het robuuste uiterlijk, licht is van binnen en dat is gelijk een van de speerpunten van het originele ontwerp. Greiner ging in zijn werk altijd voor een licht interieur, denkend aan de mensen die in het gebouw moesten werken of wonen. In 2002 fuseerde het GAK met enkele ande - re instanties om het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) te vormen, maar het UWV vertrok al vrij snel uit het gebouw en uit Hilversum en de dependance kwam leeg te staan. In 2008 werd er nog een poging gedaan tot herbestemming, maar dat liep spaak door terugtrekkende partijen die hun investering niet konden waarmaken. Het gebouw heeft een zeer opmerkelijke vorm. Over en onder de voegen hellen uit stulpingen die het rechthoekige karakter versterken. De verspringingen lijken star alle kanten op te kijken en houden het plein in de gaten. Dit staat haaks op het idee van openheid en licht van Greiner, maar een gebouw in onbruik is nou eenmaal donker der dan normaal. In een herbestemmings plan uit 2008 was dan ook het idee om de onderste verdieping te voorzien van een gla zen pui. Dit om het zwaar aandoende karak ter van het GAK enigszins teniet te doen. Want, hoewel men rekening moet houden met het feit dat een gebouw een product van zijn tijd is, moet er ook worden gekeken naar hoe dit toch in de huidige verande rende omgeving kan passen. Het GAK was onderdeel van een groter ste denbouwkundig plan, waaronder ook het station viel. Voor dit plan had de gemeente 'kleinschaligheid' als voorwaarde gesteld. Om dit te bereiken liet Greiner zijn gebouw Het GAK-gebouw in de jaren '80. één bouwlaag de grond in zakken. Een bak stenen gevel was ook een vereiste voor het kantoor, zodat het goed zou aansluiten bij de rest van de architectuur in Hilversum. Binnen de architectonische overtuigingen van Greiner is het GAK de omgeving goed genaderd, alleen is het omgekeerde nooit gebeurd. De toen heersende filosofieën zijn inmiddels verbleekt, waardoor het GAK een restant lijkt, een Englishman in New York. De instelling hiertegenover kan zijn: 'Wat zetten we er voor in de plaats?' Of: 'Hoe passen we het gebouw in onze tijd?'. Gezien de achteloosheid tegenover dit soort archi tectuur geeft Heemschut de voorkeur aan het laatste bij dergelijke belangrijke iconen. De kaarten zijn voor het GAK zeer ongun stig geschud. Lege gebouwen worden gena deloos gesloopt met de komst van nieuwe omgevingsplannen. Het GAK moet wijken voor nieuwe, (hogere) bebouwing en het lege gebied tegenover de ingang wordt opgevuld. De verkeersader die nu om het gebouw loopt zal ondergronds gaan, om zo ruimte te geven aan de voetganger. De bedoeling is om de toegang tot de stad weer aantrekkelijk te maken met een complete metamorfose. Voor de gemeente betekent dit dat al het oude moet wijken. Dat is hele maal niet nodig, al helemaal niet met het eerder geschreven plan uit 2008 in het ach terhoofd. Een interessant gebouw kan zijn oorspronkelijke karakter heel goed behou den en zich toch mengen in de nieuwe con text door enkel wat aanpassingen. Die aanpassingen daargelaten, past het gebouw goed binnen de Hilversumse bran ding als mediastad. De verschillende ver springingen van het GAK lijken net alsof je er elk moment een usb-stick in kunt plug gen. De reiziger kan zich, wanneer deze uit het station komt, direct aan het netwerk van de stad verbinden. Alleen al door dit bijzondere uiterlijk ademt het gebouw digi- taliteit en media. Daarbij zaten connectivi- teit en openheid verweven in de filosofie van Onno Greiner, waardoor het interieur net zo goed past binnen het stramien mediastad. De vraag is natuurlijk: Hoe precies? Mooie ideeën zijn er genoeg, maar er moet een concreet plan komen, zodat het GAK bin nen de nieuwe visie van het stationsgebied valt. Hier kan de gemeente uit eigen bron putten en haar creatieve sector een plan laten ontwikkelen met in het achterhoofd de nieuwe visie. Het gebouw is officieel nog geen cultureel erfgoed, maar komt daar zeker voor in aanmerking. De gemeente hoeft het alleen nog maar aan te sluiten aan de omgeving. Bram de Jong studeert Heritage and Memory Studies aan de UVA en deed als stagiair bij Heemschut onderzoek naar post- '65 architectuur. Heemschut laat, in samenwerking met de opleiding Kunst en Economie van de Hoge School voor de Kun sten Utrecht, studenten naar deze casus kijken met als onderzoeks vraag: 'Hoe kan het GAK binnen de context van de nieuwe stationsvisie en de identiteit van de stad Hilver sum worden ingepast?' In het volgende nummer van Heem schut zullen we verslag doen van de resultaten van het onderzoek. december 2017 HEEMSCHUT 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2017 | | pagina 43