Van heinde en verre komen
mensen naar het Friese
platteland om er te wandelen,
te fietsen ofte schaatsen. Aan
de rand van zo'n populair gebied
- de Trynwalden - woont Paula
Voorthuijsen. Als import-Friezin
is zij inmiddels verknocht geraakt
aan karakteristieke boerderijen,
eeuwenoude kerken en
eenvoudige woudhuisjes die het
coulisselandschap van de Friese
Wouden zo eigen maken.
Karakteristieke panden
Bemoeizucht
Midden jaren zeventig streek Paula als
Haarlemse planologe neer in Leeuwarden.
Door het toenmalige beleid van de Rijks
overheid was daar genoeg te doen. Ten
voordele, maar ook ten nadele van de fraaie
binnenstad. Op de stationslocatie moesten
kapitale negentiende-eeuwse villa's wijken
voor Randstedelijke kantoorkolossen. Een
paar decennia later staan die nu deels leeg.
Een terugtredende overheid is als eerste
voelbaar in de periferie, vertelt Paula tijdens
ons wandeltochtje door het stadshart van
de Friese provinciehoofstad. We passeren
ook de Blokhuispoort, de monumentale
oude gevangenis die een nieuwe culturele
invulling krijgt. Gereed in 2018, als Leeu
warden voor even het culturele centrum is
van Europa.
Paula neemt mij mee naar haar eigen
woonhuis, een kop-hals-rompboerderij uit
Een van de laatste woudhuisjes die eenzaam stand heeft gehouden tegen onze moderne
wooneisen. Het woudhuisje (links) is rijksmonument, de aanbouw is van recente datum.
1872. 'Deze boerderij is exemplarisch voor
de situatie van het gebouwde erfgoed in
deze streek', begint Paula haar verhaal. 'Er
zijn hier veel karakteristieke panden. Dit
zijn boerderijen, zoals de onze, maar vooral
ook rentenierswoningen. Of soms nog een
eenzaam woudhuisje. Samen met de rijks
monumenten geven deze panden een eigen
karakter aan de streek. Er is in de jaren '80
een lijst opgesteld van deze monument
waardige panden, die merendeels gebouwd
zijn in de periode 1880-1940. Het zijn geen
monumenten, maar zonder vergunning mag
je ze niet slopen. Verder zijn deze karakte
ristieke panden vogelvrij. En dat heeft zo
zijn gevolgen. De lijst is in twintig jaar tijd
met een derde geslonken.'
Een autorit laat zien wat het Friese commis
sielid bedoelt. Zo op het eerste gezicht lijkt
Heemschut Fryslan hier niet veel werk te
hebben. Maar Paula weet wel beter. 'Regel
matig blijkt een pand op eens gesloopt te
zijn of doemt bij een nog gave rentenierswo
ning een gedrocht van een uitbouw op. En
weer is dan een stukje streekeigen verleden
verdwenen, denk ik dan.'
Het lijkt de goede kant op te gaan in de
gemeente Tietsjerksteradeel. Na veel lobby
werk had men het voor elkaar dat de meest
waardevolle karakteristieke panden zou
den worden aangewezen als gemeentelijk
monument. Paula: 'Het bureau Steenhuis
Meurs had een inventarisatie gemaakt
van de karakteristieke bebouwing. Hun
lijst werd steeds omvangrijker, bijna alles
vonden de stagiaires van het bureau hier
mooi. Wij hebben toen wat kritischer naar
deze lijst gekeken en er voor gezorgd dat
Een monumentale Friese kop-hals-rompboerderij aan de Hjelburd even ten noorden van
Aldtsjerk. Het is een rijksmonument uit 1786 in gebruik als woonboerderij en een aantal
jaren geleden gerestaureerd.
maart 2017 HEEMSCHUT 29