Vrijwilliger op stap
Functionele herkenbaarheid
van het land, zag Van Dun met eigen ogen
hoe belangrijk het is dat verpauperde bin
nensteden hun economische vitaliteit weer
terugkregen. Er moest gewoond, gewerkt en
geproduceerd worden. 'Zonder economische
drager houd je geen enkel gebouw overeind.
In die tijd was er ook al weinig geld voor
monumentenzorg, maar via allerlei volks
huisvestingspotjes in Den Haag schraapten
we toch een fatsoenlijke subsidieregeling
bij elkaar. Door de woonfunctie te behou
den zijn onder andere de binnensteden van
Maastricht en Zwolle echt gered.'
Het belang van functiebehoud voor de
monumentale waarde van historische bin
nensteden komt ter sprake als we het stad
huis van Vianen passeren. Het fraaie laat
gotische stadhuis wordt geflankeerd door
een moderne glazen uitbouw. Achter het
stadhuis is een nieuwe vleugel gebouwd, in
een stijl die wel eens wordt aangeduid met
'contextuele architectuur'. Over de architec
tonische kwaliteit zijn we allebei niet zo te
spreken, maar het feit dat het oude stad
huis nog steeds als zodanig dienst doet,
is cruciaal. Van Dun: 'Men dreigde een
nieuw stadhuis buiten het centrum te bou
wen. Je moet er toch niet aan denken om
kilometers buiten het historische hart van
Vianen, op een nietszeggende plek, een
nieuw stadhuis te bouwen? Al eeuwenlang
is dit het bestuurscentrum van het vesting
stadje. Vianen is gebouwd door de Graven
van Holland om Utrecht op afstand te hou
den. De stad heeft zijn bestaan en identi
teit te danken aan die vrijstadfunctie en die
is onlosmakelijk verbonden met het oude
stadhuis en het voormalige kasteel.'
Functionele herkenbaarheid is volgens Van
Dun een ondergewaardeerd aspect in de
monumentenzorg. 'Er is onvoldoende aan
dacht voor functioneel historische ontwik
kelingen van gebieden. Neem bijvoorbeeld
de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Men is
heel erg gericht op de forten. Kosten noch
moeite worden gespaard om nieuwe func
ties te vinden. Maar de werkelijke dragers
van de herkenbaarheid van de Hollandse
Waterlinie zijn de inundatievelden, de open
gebieden. Forten zijn makkelijker te her
kennen als beschermingswaardige monu
menten, maar welke nieuwe laag voegen
we toe aan de historische inundatiezones?
Waarom maken we daar bijvoorbeeld geen
zoetwaterbekkens van, waar bijvoorbeeld
ook op gekanood kan worden? Ik mis vaak
een goede visie op hoe moderne ontwikke-
De achterzijde van het stadhuis.
lingen kunnen aanhaken op de functionele
historie van een bepaald gebied waarmee
tegelijkertijd de herkenbaarheid wordt ver
sterkt.'
Op kleinere schaal speelt deze kwestie ook
in Vianen, met het gebied dat de Blauw
poort heet. De Protestantse Kerk wil dit
enige open stukje groen in de oude bin
nenstad verkopen om er een aantal wonin
gen op te bouwen. Oorspronkelijk stonden
hier de stallen en de tuinen van Kasteel
Batenstein, eeuwenlang bewoond door de
familie van Brederode. Nu is het in gebruik
als stadsmoestuin. 'Sinds de middeleeu
wen is dit terrein een groene enclave in het
dicht bebouwde vestingstadje. Die functie
heeft zo veel meer waarde dan een paar
woningen. Het houdt namelijk de connec
tie herkenbaar tussen Vianen en de fami
lie van Brederode die een cruciale rol in de
geschiedenis van deze stad heeft gespeeld.
Houd dat verhaal zichtbaar en beleefbaar
voor alle bewoners van Vianen.'
De middeleeuwse voorgevel van het stadhuis,
met rechts de glazen uitbouw.
30 HEEMSCHUT december 2015