Kansen voor stedelijke vernieuwing De auto als motor van ontwikkeling tigste-eeuwse mobiliteitstransitie. De laat ste jaren is een bescheiden start gemaakt met de (h)erkenning hiervan. Met het oog op ontwikkeling dienen ondernemers en gebruikers van de Binckhorst hierbij betrok ken te raken. Met hun kennis, onroerend goed, netwerken en verhalen kunnen zij een brug vormen tussen de autocultuur en de toekomst van het gebied. 'De auto' is immers bij uitstek geen stilstaand object maar een product dat zich voortdurend ont wikkelt en innoveert. Zonder de Binckhorst te thematiseren bie den de auto en de autocultuur volop kan sen om in overeenstemming met de locale cultuurhistorie en morfologie, als vormgever en aanjager van innovatie, beeldvormingen stedelijke cultuur te fungeren. Stroom Den Haag en kunstenares Tea Makipaa hebben met hun projecten 'Haagse Havens' en 'Autonië' (2012) al aangetoond dat het debat over de auto als cultureel fenomeen terrein wint. Als onderdeel van de veranderingen in de mobiliteitsbranche zou een duurzaam park&rent systeem met directe aansluiting naar de binnenstad kunnen worden opge zet. Er kunnen bijzondere (drive-in) auto services worden aangeboden, landmarks en kunstwerken van auto's, autokerkhoven, bijeenkomsten rondom de autocultuur en met de komst van de Rotterdamsebaan en Het gebied naar het noordoosten. het project Beter Benutten zouden vertrok ken kwaliteitsdealers als Jaguar en Merce des teruggewonnen kunnen worden. Het parkeerprobleem zou door een herintroduc tie van het verticaal parkeren op zijn minst gedeeltelijk opgelost kunnen worden, een goedkope oplossing met een hoogstedelijk karakter en een goed alternatief voor de dure parkeergarages. Bij de implementatie van de autocultuur in de vernieuwing van de Binckhorst moet bovenal verder gedacht worden dan het economisch rendement alleen. Cultuurver nieuwing kan een vliegwieleffect hebben op de beeldvorming en participatieprocessen, waarmee landelijke aandacht en draagvlak gecreëerd kunnen worden. Het belang van beeldvorming, waar infrastructuur, archi tectuur en innovatie belangrijke onderde len van zijn, moet dan ook niet onderschat worden. Dat 2014 is uitgeroepen tot jaar van mobiliteit en het mobiele erfgoed, biedt niet slechts een onnodig excuus, maar juist erkenning uit de erfgoedsector en draag vlak vanuit de samenleving. Hiervan geen gebruik maken bij de bottom-up ontwik keling van de Binckhorst zou een gemiste kans zijn, die betrokkenen en deskundigen zich zouden moeten aanrekenen. Maurits van Putten studeerde onder meer Erfgoedstudies aan de VU in Amsterdam en schreef zijn masterscriptie over de ontwik keling van de Binckhorst. O Inmiddels al weer verleden tijd: de Smart-toren. trekkelijke vestigingslocatie voor mobiliteits- gerelateerde bedrijven. Het ontwikkelde zich tot een gebied waar het om het faciliteren van het autorijden draaide: verkoop, service, onderhoud en sloop. Nog steeds is ruim 20% van de bedrijvigheid in de Binckhorst aan de auto gerelateerd. Door middel van reclame's, showrooms en etalages beïn vloedt deze bedrijvigheid in grote mate ook het straatbeeld. De concentratie van auto bedrijven, de infrastructurele gelaagdheid en de carchitecture kunnen we samenvat ten met de term Autoscapeeen landschap voor en door de auto. Hiermee bezit de Binckhorst een bijzondere cultuurhistori sche waarde die maar moeizaam (h)erkend wordt. Met de huidige organische gebiedsont- wikkeling biedt Autoscape de Binckhorst volop kansen. Organische gebiedsontwik- keling gaat uit van bestaande kwaliteiten en gebruikers. Dit sluit aan bij het post- Belvederebeleid, dat de herontwikkeling van ruimtelijke identiteitsdragers als speerpunt heeft. De auto is een van die bestaande identiteitsdragers en een symbool van de door de stad zo gewenste stedelijkheid. Dat Den Haag de auto het liefst uit de Binck horst ziet verdwijnen is een denkfout en zou een gemiste kans betekenen. De auto wordt te veel gezien als een noodzakelijk kwaad en te weinig als kansenmarkt met cultuurhistorische waarde. Door de veel zijdigheid en impact van de autocultuur te (h)erkennen kan de gelaagde infrastructuur beschouwd worden als erfgoed van de twin- september 2014 HEEMSCHUT 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2014 | | pagina 27