Bedrijventerrein De Binckhorst als 'autoscape'
Wens tot ontwikkeling
Sinds de jaren negentig is de Binckhorst voor de gemeente Den Haag
een potentiële locatie voor stedelijke transformatie naar een hoogwaardig
woon-werk gebied. De meeste plannen werden echter, als gevolg van
de economische stagnatie in 2010 afgeblazen. Via organische gebieds-
ontwikkeling wordt nu naar een nieuwe invulling gezocht. In deze
stedelijke vernieuwing liggen kansen bij de autocultuur van de Binckhorst,
die maar mondjesmaat lijkt te worden gewaardeerd en benut.
Maurits van Putten
Haags knooppunt van innovatie
Icoon van autocultuur
Auto cultuur als
historische kwaliteit
CD
E
o
<3
Het complex van Autopalace aan de Binckhorstlaan, ca. 1955.
Een structuurbepalend kenmerk van het
bedrijventerrein is de infrastructurele
gelaagdheid. Vanuit het belang van bereik
baarheid en de groeiende vraag naar mobi
liteit creëert de stad voortdurend ruimte
voor het toenemende wegverkeer. Door de
aanleg van havens, snelwegen en spoorlij
nen ontwikkelde de Binckhorst zich tot een
gebied met een bijzonder gelaagde infra
structuur. De toename van het wegtransport
na WO II heeft bovendien grotendeels de
aard van de bedrijvigheid bepaald. De toe
name van het aantal auto's impliceerde ook
een groeiende vraag naar autoverkopers,
garages, tankstations en autosloperijen.
Deze nevenfuncties vestigden zich veelal in
de wijk. De ruimtelijke orde en architectuur
werden zelfs zo ontworpen dat er alle ruimte
geboden werd aan de auto. Deze vorm van
architectuur: showrooms, (parkeer)garages,
tankstations, werd door architectuurcritica
Jane-Holtz Kay in een publicatie uit 2001
beschreven als Carchitecture: het 'ontwer
pen van de openbare ruimte vanuit het per
spectief van de rijdende mobilist'.
Een verklaring voor de dichtheid aan ver-
keersstructuren en autogerelateerde bedrij
vigheid is te vinden in deliggingaan landzijde
van een grote stad en de goede bereikbaar
heid. Dit maakte de Binckhorst tot een aan-
26 HEEMSCHUT september 2014