Jelle Joosse
In 1763 wordt een werfje ten behoeve van de visserij op de
schorren van de Arne aangelegd. Na overname in 1786 door
Jacobus Meerman komt de onderneming op gang. Ruim twee
honderd zogenaamde hoogaarzen en talloze kleinere boten
glijden de eeuwen erna van de helling. Daarnaast verricht de
werf onderhoud aan de Arnemuidse vissersvloot. Vlak voor
de Tweede Wereldoorlog stagneert de bouw als gevolg van de
motorisering. Nieuwe vistechnieken vragen om stalen kotters.
De activiteiten beperken zich tot de bouw van jachthoogaarzen
en later alleen tot onderhoud.
In 1986 sluit de laatste werfbaas, Cees (C.A.) Meerman de hek
ken van de werf. Hij is dan 71 jaar en vindt het welletjes. Maar
wat moet de bestemming worden van terrein en opstallen?
Uiteindelijk besluit Cees in 2003 de werf voor een symbolisch
bedrag over te doen aan de Gemeente Middelburg onder voor
waarden van algehele restauratie en openstelling als museum.
Met participatie van de Arnemuidse gemeenschap wordt een
beheerstichting opgericht die kiest voor een werkende muse-
umwerf. Onder de helling wordt een vloeistofdichte bak gemaakt
om te voldoen aan de milieueisen en de werfinstallaties worden
gemoderniseerd. Een van de loodsen krijgt een museale inrich
ting met unieke materialen en gereedschappen.
Sinds de officiële opening in 2007 ligt het bezoekersaantal
rond de 6500 mensen. De werf draait volop mee met de Arne
muidse evenementen. Regelmatig worden er grote en kleine
reparaties uitgevoerd, waaronder een restauratie van de laatste
nog bestaande Steekhengst Boreas. De geur van vers gezaagd
eikenhout, de rook van het branden van de gangen en het geklop
van de breeuwhamer zijn een belangrijk teken van een levend
verleden. Meer informatie op www.werfarnemuiden.nl. m