Studenten en Heemschut
bijvoorbeeld een kerk, maar ook een oude
fabriek, huis of kantoor moet volgens haar
meer aandacht worden besteed aan de
waardevolle interieurs. Bij het vinden van
een nieuwe bestemming is er vaak een
groot spanningsveld tussen behoud van het
interieur en grote aanpassingen voor een
nieuwe functie. Door een gebrek aan ken
nis en waardering van interieurs is het risico
groot dat er bij herbestemming waardevolle
onderdelen verloren gaan. 'Daarom moeten
eigenaren beter worden voorgelicht wat de
waarde is van historische interieurs en hoe
ze er mee moeten omgaan', stelt Arrianne.
Zeker in combinatie met herbestemming
mist vaak de 'gebruiksaanwijzing' hoe om
te gaan met een interieur. Met alle gevol
gen van dien. Bij de informatieverstrekking
richting het publiek sluit Agnes zich volle
dig aan. Het publiek is namelijk waar haar
hart ligt. In haar toekomstige werk wil zij de
betekenis van monumenten over brengen
aan groepen mensen die in eerste instan
tie misschien niet eens goed weten wat een
monument inhoudt. Als voorbeeld noemt
ze de popzaal Tivoli aan de Oudegracht in
Utrecht, een gebouw dat binnenkort leeg
komt en waar generaties studenten zijn uit
gegaan. Agnes denkt dat iedereen vindt dat
dit gebouw mooi is en behouden moet blij
ven, maar dat veel mensen niet weten dat
het een monument is. Agnes wil door het
gebruik van goede voorbeelden en educatie
het grote publiek er meer over leren en zo
mogelijk door middel van beleving waarde
ring laten krijgen voor monumenten.
Alle drie de studenten delen de opvatting
datje bij herbestemmingen en restauraties
van monumenten niet moet teruggaan naar
één periode uit het verleden, de 'ijkperiode'.
Op deze manier verniel je het levensver
haal van een gebouw, is de mening van de
Reinwardt-afgestudeerden. Juist dit levens
verhaal maakt een gebouw zo waardevol.
Bij het verhaal van een gebouw zien ze een
belangrijke rol voor zichzelf als aankomende
erfgoedprofessionals. Als generalist kunnen
ze dit verhaal vertalen en overbrengen aan
verschillende belanghebbenden, zoals de
eigenaar en overheden. De monumenten-
zorger van de toekomst moet volgens Arri
anne de brug zijn tussen theorie en praktijk
en waar nodig de eigenaar als een soort erf-
goedcoach helpen om verstandige keuzes
te maken.
Voor Pascal was Heemschut onbekend en
Arrianne en Agnes hadden wel eens van
Heemschut gehoord, maar wisten niet meer
precies wat de erfgoedvereniging doet. Na
een uitleg konden ze zich zeker in de doe
len van Heemschut vinden, maar zouden
ze zich er niet meteen bij aansluiten. Het
activistische deel van Heemschut vinden ze
niets voor zichzelf, wel zien ze het belang
in van deze vorm van burgerparticipatie.
Een probleem dat Pascal ziet is dat jonge
ren minder honkvast zijn, zowel in de bin
ding met een organisatie als aan een stad
of provincie. Heemschut zou zich naar hun
mening meer moeten richten op een paar
grote concrete reddingsacties en zo nieuwe
bekendheid creëren bij het grote publiek.
Ze zien hierbij kansen door op het juiste
moment burgers te activeren, bijvoorbeeld
door middel van social media.
Over twee punten zijn de studenten het
roerend eens. Ten eerste dat zij zich in hun
werk met passie willen inzetten voor het
behoud van monumenten en ten tweede
dat het een moeilijke tijd is om als aan
komend erfgoedprofessional aan het werk
te komen. De Reinwardt Academie heeft
hen alle benodigde vaardigheden geleerd
en tot een allround duizendpoot gemaakt,
met een brede blik op vele praktische en
inhoudelijke vragen die bij erfgoed spelen.
Wel had de studie historisch inhoudelijk
soms wat dieper mogen gaan, zo vinden ze.
De drie hebben de twee meest essentiële
eigenschappen die nodig zijn om een mooie
baan of opdracht te vinden als erfgoedpro
fessional te weten: liefde voor monumenten
en het enthousiasme om zich in te zetten
voor monumenten en erfgoed.
o
O
maart 2014 HEEMSCHUT 13
Agnes van Es, Pascal Arts en Arrianne Zeijlemaker in gesprek met Gabor Kozijn.