Buitenplaats, paleis, museum en provinciehuis Welgelegen Hans Bollebakker - In het jaar van de historische buitenplaats is het fraai en uiterst gewetensvol gerestaureerde 'Welgelegen' in Haarlem bijzonder, omdat het in de periode 1820-1828 in zo slechte staat verkeerde, dat sloop werd overwogen. Dat leert ons dat ook dergelijke buitenhuizen een uiterst waardevol onderdeel van het cultureel erfgoed vormen en de moeite van restauratie waard zijn. Subsidies zijn daarbij onontbeerlijk. Lodewijk Napoleon noemde de buitenplaats liefdevol 'mon pavilion' Alle bouwkundige sporen en tekeningen waren nog aanwezig om tot een verantwoorde recon structie te komen DE BUITENPLAATS WELGELEGEN werd in de periode 1786 -1792 in neoclassicistische stijl gebouwd, naar wordt aangenomen, door de Amsterdamse stadsbouwmeester Abraham van der Hart (1747-1820), die ook ondermeer het Maagdenhuis in Amsterdam ontwierp. Opdrachtgever Henry Hope (1735-1811) mede vennoot in het Amsterdamse handelshuis Hope Et Co, ambieert een buitenverblijf tevens mu seum voor zijn collectie, met het uiterlijk van een kunsttempel. Hope heeft er niet lang van kunnen genieten, want als de Fransen in 1794 richting noorden trekken, vlucht hij met medeneming van zijn collectie naar Engeland. Zij aangenomen zoon John Williams Hope verkoopt in 1808 het pand aan Lodewijk Napoleon voor f 300.000. Lode- wijk noemde de buitenplaats liefdevol 'mon pavilion', wat de herkomst van de huidige naam 'Paviljoen Welgelegen' verklaart. Na 1813 valt het pand aan de staat toe en wordt het aanvankelijk het zomerverblijf van prinses Wilhelmina van Pruisen, moeder van koning Willem I. In 1842 huurt Koning Willem II een deel van het paviljoen als zomerverblijf. Bij Koninklijk Besluit van 21 november 1828 Welgelegen, gevel zuidzijde. Ter weerszijden van het middenrisaliet zijn de beide daklantaarns op de grote zijzalen van de Houtvleugel teruggebracht met als gevolg een fraaie lichtval. Foto's Cor Bouwstra krijgt Welgelegen een museale bestemming en verleent tot 1926 onderdak aan verschilleden musea. In 1928 wordt het verbouwd tot provin ciehuis. Deze geschiedenis is ontleend aan de uitgave van consevator Gerrit Bosch, Paviljoen Welgelegen. Haarlem 2009. Uitgave provincie Noord-Holland. De restauratie De werkzaamheden van de restauratie onder leiding van architect Cor Bouwstra omvatten de complete aanpak van exterieur en interieur van het pand. Opvallend is de reconstructie van de in 1870 gesloopte daklantaarns, waardoor het oorspronkelijke silhouet en de diffuse lichtval terugkeren. Alle bouwkundige sporen en tekeningen waren nog aanwezig om tot een verantwoorde reconstructie te komen. Eveneens in het oog springend is de restaura tie tot op de onderliggende gewelven, van de hoefijzervormige opgang aan de voorzijde en voorts algeheel herstel en schilderwerk van gevelwanden en houtwerk. Tot slot worden van de beelden aan de gevel kopieën gemaakt, de originelen vinden binnen een plaats in het Lapidarium van het Rijksmuseum. Het interieur wordt bouwkundig hersteld en waar nodig zijn functionele wijzigingen voor het gebruik door het provinciebestuur aange bracht. Zo wordt ten behoeve van de routing een uiterst fraai ontworpen spiltrap geplaatst. Het meubilair wordt gerestaureerd, daarnaast wordt nieuw meubilair - de droom van elke architect - ontworpen. Stoffering en wand- mei 2012 Heemschut 29 liHiuir Een oogverblindende parel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2012 | | pagina 31