Peter Alma
Lex Horn
Piet Arp - Eind vorige maand zijn drie parken in Amstelveen benoemd tot
rijksmonument. Het is voor het eerst dat dergelijke parken zo'n beschermde
status krijgen. De heemparken van Amstelveen zijn dan ook beroemd tot ver
over de landsgrens. Ze passen in de traditie van groeiende aandacht voor de
natuur sinds de negentiende eeuw.
Peter Alma (1886, Medan - 1969, Amsterdam)
behoort tot de belangrijkste kunstenaars uit
de eerste helft van de twintigste eeuw. Zijn
communistische idealen vertaalde hij in
afbeeldingen, die de maatschappelijke actua
liteit weergeven.
Peter Alma krijgt
in 1930 zijn eerste
opdracht voor een
grote muurschilde
ring in de openbare
bibliotheek van
Amsterdam. Het
bekendst zijn de
muurschilderingen in het Amstelstation (1939)
en in de Universiteit van Amsterdam (1951).
De wandschildering in het Markiezaatscollege
is het laatste grote werk, dat hij op 72-jarige
leeftijd maakt. Het toont de vaklieden als tim
merman, metaalbewerker, metselaar, schilder
en ontwerper teruggebracht tot hun essentie.
Een overzichtstentoonstelling zal in 2012 in met
museum voor Moderne Kunst in Arnhem worden
ingericht; tegelijkertijd verschijnt een mono
grafie door kunsthistoricus E. Luermans.
Lex Horn (1916-1968, Amsterdam) is in de
jaren vijftig een veel gevraagd kunstenaar. Hij
bekwaamt zich in de richting van de monu
mentale kunst, zoals die in de jaren zestig in de
mode komt. Hij legt zich onder meer toe op het
maken van wandtapijten als autonome kunst
vorm. De belangrijkste specialiteit van Lex
Horn is de monumen
tale kunst in nieuw
bouwprojecten met
indrukwekkende sgraf-
fito's (betonreliëfs),
wandschilderingen en
glasappliquéramen. Hij
richt in 1951 de Vereni
ging der Beoefenaars
van de Monumentale
Kunsten op, die hun belangen moet behartigen.
Van zijn monumentale kunstwerken zijn er
waarschijnlijk veel verloren gegaan. Het museum
Henriette Polak in Zutphen organiseerde in2003
een overzichtstentoonstelling met daarbij een
catalogus, waarin een biografie is opgenomen.
Schildering in het Amstel
station, Amsterdam 1939.
Foto Mieehiel1972 wikimedia
Tegelmozaïek
portiek Geuzenveld
A'dam. Foto ICN
AL RUIM VOOR DE Tweede Wereldoorlog
werd de basis gelegd voor de heemparken,
waarin de natuur niet werd nagebootst, maar
waar met behulp van een soort tuinkamers
een beeld van de rijkdom van de natuur wordt
geschetst. Elke plek en elk seizoen is weer
anders, wat het in de nu beschermde heem
parken de Braak, Thijssepark en Landwehrpark
tot een zeer geliefde wandelplaats maakt. De
planten krijgen er alle ruimte, zonder dat er te
veel gestuurd wordt.
Het oudste park is de Braak, ontworpen door
C.P. Broerse. Hier is tot in de jaren vijftig aan
gewerkt. Het is een vrij open gebied met riet
land en een kwekerij. Broerse legde enkele jaren
later met J. Landwehr ook al het eerste deel
van het Jac. P. Thijssepark aan. Daarvan stamt
het oudste deel uit 1940, het jongste uit 1972.
Het derde beschermde heempark van Amstel
veen is het Dokter Koos Landwehrpark, dat in
1950 als Mauritsplantsoen werd aangelegd op
een nogal nat stuk grasland, en nu een bloem
en struikenrijk gebied is geworden. Vanwege het
grote belang van Landwehr voor de natuuredu-
eatie is het park in 1997, na zijn dood, naar deze
pionier genoemd.
Chris Broerse, in de jaren dertig van de vorige
eeuw directeur van de plantsoenendienst in
Amstelveen, was een groot liefhebber van de
Nederlandse flora. Samen met Koos Land
wehr besloot hij de Braak, een veenplas na een
oude dijkdoorbraak ontstaan, te ontwikkelen
tot een open park. Omdat de ondergrond van
veen arm en zuur is, zocht hij plantensoorten
voor landschapjes die zich op dergelijke bodem
Amstelveen. Heempark. Foto Ariën Slagt,
gemeente Amstelveen
thuis voelden. Opmerkelijk was destijds, dat hij
uitsluitend voor Nederlandse flora koos. Om het
park van andere te onderscheiden bedacht hij
er de naam heempark voor, een Amstelveense
vinding.
Na de Braak volgde in 1940 het Thijssepark,
waaraan tot 1972 gestaag werd gewerkt, en
waar veel minder met het inrichten van mini-
landschappen werd gewerkt, maar meer met een
soort tuinkamers, waar de begroeiing de sfeer
bepaalt. Een centrale heuvel kon worden aange
legd door deze plek als vuilstort te gebruiken.
Telkens werden tot 1972 kleine en grotere per
celen toegevoegd. Vaak is het park maar smal,
maar de bezoeker merkt dat nauwelijks, doordat
slim gebruik gemaakt wordt van de omgeving
om openheid en beslotenheid te suggereren.
Zo lijkt het aangrenzende Amsterdamse Bos er
optisch deel van uit te maken.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed rondde
dit voorjaar de redengevende omschrijvingen af
voor de aanwijzingen tot rijksmonument.
juni 2011 Heemschut 15
b
Drie heemparken Amstelveen
rijksmonument