Zonder storing
Soep moest met losvlam
worden verwarmd
Stoomgemaal De Tuut (1916-1919) werd
gebouwd op de Appelternse sluis in
opdracht van de gecombineerde water
lossing van het stroomgebied Nieuwe
Wetering, een gebied van 10.000
hectare. Een gemaal was nodig, omdat
by een hoge stand van de Maas water
lozing onder vrij verval niet mogelijk was.
Belangrijke delen van dit lage gebied
stonden daardoor vaak onder water en
waren voor de landbouw onbruikbaar.
De bouwkosten bedroegen rond de
350.000. Vanaf 1917 tot 1967 func
tioneerde De Tuut naar behoren, zonder
storingen of aanpassingen. Het was een
van de meer dan zevenhonderd stoomge
malen die tussen 1840 en 1922 in Neder
land werden gebouwd. Alleen al in het
Gelders rivierengebied waren er 34, in
het Land van Maas en Waal acht. Inmid
dels is De Tuut het laatste overgebleven
stoomgemaal in het rivierengebied, en
dan vooral ook dankzij de inzet van al die
vrijwiligers.
onderwijs, verpleegkundigen en vakmensen uit
bedrijven met een HBO, MBO of LTS opleiding.
De leeftijd ligt tussen de 15 en 75 jaar. De
donderdaggroep met gepensioneerden bestaat
meestal uit vijftien tot twintig personen,
opgesplitst in een ploeg voor de restauratie van
de bemalingspompen, een ploeg voor herstel
van de stoomketelbatterij, één voor de diesels
uit 1922 en 1946 en een timmer- en bouwkun-
deploeg.
Door Jaap Garsijn, een van de vrijwilligers van
het eerste uur en hoofdmachinnist tot 2004,
werd een handboek met tekeningen over de
werking en eigenschappen van de installatie
geschreven. Dit Technisch Handboek van bijna
100 pagina's is een leidraad geworden voor
iedereen die in Nederland met een stoominstal-
latie werkt en het is op het gemaal te koop.
Met dit handboek als basis worden jaarlijks vier
instruetiedagen georganiseerd voor aspirant
stokers en machinisten. Inmiddels hebben acht
cursisten, onder toezicht van een ambtenaar
van Het Stoomwezen, een officieel diploma
behaald. Omdat de oorspronkelijke machinis-
tenopleiding al sinds decennia niet meer in
Nederland gegeven wordt, is deze opleiding van
De Tuut de enige nog resterende mogelijkheid.
Het in eigen beheer verzorgen van de opleiding
van stokers, machinisten en rondleiders biedt
een garantie dat het stoomgemaal ook in de
toekomst blijft bestaan.
Zeven keer per jaar is er een stoomweekend.
De installatie wordt onder stoom gebracht, de
machines draaien gedurende twee dagen en
het gemaal is opengesteld voor publiek. Bij elk
onderdeel bevinden zich vrijwilligers die uitleg
geven. Tijdens deze stoomdagen ontvangen de
aspirant-stokers en machinisten hun praktijk
opleiding.
De vrijwilligers hebben alles bij De Tuut weer in beweging gezet.
Alle vrijwilligers krijgen sinds 2003 elke week
het digitale Tuutjournaal gemaild met foto's
en een verslag van de werkzaamheden. Sinds
enkele jaren is er ook een rondvaartboot, de
'Jan Douwes' waarmee over de Nieuwe Wete
ring, door de sluizen en rond het gemaal wordt
gevaren.
En verder?
De groep vrijwilligers kent weinig verloop, een
teken dat dit industrieel erfgoed de belangstel
ling krijgt die haar toekomt. Op dit moment
wordt gewerkt aan een herdenkingsboek over
De Tuut, waarin zowel de geschiedenis en de
restauratie als de inzet van de vrijwilligers aan
bod komt. De inzet van de vrijwilligers is ook in
geld uit te drukken. Voor de restauratie werd
800.000 euro verkregen, daarnaast staken de
vrijwilligers veertigduizend werkuren in het
project. Bij een norm van 20 euro per gewerkt
uur is dat een bijdrage van eveneens acht ton
geweest. LJ
Jan Reijnen is technisch adviseur van de provin
ciale commissie Gelderland en betrokken bij de
Monumentenstichting Baet en Borgh
april 2011 Heemschut 33