Veertigduizend uur aan vrijwilligerswerk in restauratie Jaren van bestuurlijk overleg, tot vervelens toe Dankzij het korps aan technisch ervaren vrijwilligers kan het stoomgemaal worden gerestaureerd. Zelfs zorgen de vrijwilligers ervoor dat de opleiding tot stoommachinist niet helemaal uit Nederland verdwijnt. gewarmd voor de kachel. De keren dat Douwes afwezig was moest de soep met een lasvlam worden verwarmd. Door de slechte staat waarin de balkkoppen verkeerden, waaide op 25 januari 1990 het dak van de maehinezaal. Weer gaf de overheid niet thuis. Met uitkeringen van de stormverzekering en sponsoring door enkele grote bedrijven werd toch het dak hersteld. Omdat hulp van de over heid, ook na herstel van het dak, uitbleef raakte de groep vrijwilligers zo teleurgesteld dat de opruimen van rommel, het conserveren en het behoeden voor verder verval. Om de twee weken was een werkzaterdag gepland. Het gebouw werd in deze begintijd wind- en water dicht gemaakt. Alle nog aanwezige tekeningen, de meeste erg vervuild, werden lijn voor lijn overgetrokken op transparanten, zodat deze bruikbaar waren voor reproductie. Deze mensen van het eerste uur zijn onmisbaar gebleken voor de latere aanzet tot restauratie van het gemaal. De in de groep aanwezige technische kennis werd gebruikt voor het maken van plannen voor de restauratie van de stoominstallatie. Voor de bouwkundige taken stelde een architectenbureau plannen en be grotingen op voor de restauratiesubsidie. In de beginjaren was er geen eigen toilet of keuken, alles onverwarmd. In een van de vroegere dienstwoningen woonde Jan Douwes. Begaan met het lot van de pioniers en geïn teresseerd in de vorderingen zorgde hij voor koffie en konden de vrijwilligers gebruik maken van zijn toilet. In de winter werd bij hem op- restauratiewerkzaamheden enkele jaren bleven liggen. Pas in 1997 kwam er geld voor herbouw van de schoorsteen. Pas nadat ook het ketelhuis bouwkundig was gerestaureerd werd opnieuw een beroep gedaan op de inzet van vrijwilligers. Vijftien personen, onder wie ook vrijwil ligers van het eerste uur hervatte eind 1997 de werkzaamheden. Elke donderdagavond en zaterdag werd er aan de stoomketels en machines gerestaureerd. Alle stoomleidingen en andere netwerken werden in eigen beheer vernieuwd De revisie van de machines eiste zoveel tijd dat gepensioneerden elke donderdag in touw waren, terwijl op de woensdagavonden en zaterdagen vrijwilligers met een vaste baan bijsprongen. Al die jaren tot heden is van de vrijwilligers een presentielijst bijgehouden. Zo werd tussen 1998 en 2004 gemiddeld 3.500 uur per jaar aan De Tuut gewerkt. Daarna steeg dit jaargemiddelde tot 4500 uur, doordat het aantal vrijwilligers groeide tot veertig. De overheid had overi gens geen boodschap aan dit enorme aantal gewerkte uren. Kundig In het vrijwilligerscorps zitten werktuigkundi gen, mensen werkzaam in de elektronica en het 32 Heemschut april 2011

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2011 | | pagina 34