Ronduit verbijsterend hoe
weinig complete interieurs met
bijbehorende meubels uit de
jaren vijftig en zestig bewaard
zijn gebleven
SHNI
ï-norw
Enkhuizen, Openluchtmuseum. De werkplaats van een schildersbedrijf.
Foto Jan van der Hoeve
zijn in woonhuizen, maar ook in boerderijen,
kerken, kantoren, cafés en bedrijven. En ook
'gewone' interieurs van woonhuizen kunnen
waardevol zijn. Een goed voorbeeld hiervan
zijn kamers met 19de eeuwse stucplafonds
met 'catalogusornamenten' en schouwen met
geprefabriceerde schoorsteenmantels. Deze
werden ernstig verguisd in de jaren vijftig en
zestig van de 20ste eeuw, maar tegenwoordig
worden ze met grote financiële inspanningen
weer opgeknapt, aangevuld en gereconstrueerd.
Verbouwen
Bescherming van interieurs blijkt uitermate
lastig. Indien er sprake is van een door rijk of
gemeente geregistreerd monument zijn vrijwel
altijd ook de interieurs beschermd. In de prak
tijk is de reikwijdte van de interieurbescherming
in monumenten echter beperkt. Overheden
willen niet teveel in de persoonlijke levens
sfeer van de eigenaren ingrijpen. Daarnaast
gelden bij herbestemming van gebouwen zoveel
wettelijke eisen, dat het interieur steeds sterk
onder druk staat. Denk maar aan de opdeling
van grote huizen in appartementen, waarbij
maatregelen noodzakelijk zijn voor geluid- en
brandwering. Deze gaan vaak ten koste van de
interieurafwerking van wanden en plafonds.
In het gunstigste geval wordt de oude afwer
king afgedekt. Bij herbestemming van grote
gebouwen als kerken, kloosters of industrie
complexen is interieurbescherming nog lastiger,
zeker als dit niet goed past bij de nieuwe
functie. Onder een beschermd monument
vallen in beginsel alleen de vaste onderdelen,
de zogeheten bestanddelen. Losse objecten,
waaronder meubilair, vallen iet onder de
bescherming van de Monumenenwet. Bescher-
ming van interieruensembles van bij elkaar
horende interieurafwerkingen en meubilair is
op die wijze dus niet mogelijk. Andere wetten
en regels bieden hiervoor evenmin mogelijk
heden.
Bij verbouwingen van geregistreerde monu
menten worden de waarden van het interieur
- aangenomen dat deze zijn vastgelegd of
worden onderzocht - meegewogen in de^
De Stichting het Nederlandse Interieur
(SHNI) biedt in de eerste plaats een
podium voor uitwisseling van gedachten,
ideeën en kennis door en voor iedereen
die op een of andere wijze professioneel
met het vakgebied van het interieur
verbonden is. Dat zijn niet alleen de inte
rieuronderzoekers, (interieur)architecten
en kunsthistorici, maar ook eigenaren en
beheerders van gebouwen. Deze uitwisse
ling geschiedt door middel van lezingen,
studiedagen en excursies, ondersteund
door een nieuwsbrief en een website.
www.shni.nl
december 2010 Heemschut 19