Erfgoedexcursie bezoekt West-Brabantse Waterlinie Willem Heijbroek - In de Tachtigjarige Oorlog is op verschillende plaatsen in zuidwest Nederland stevig gevochten tussen Spanje en de toenmalige gewesten. In dat kader zijn uitgebreide verdedigingslinies aangelegd. In de loop van de tijd zijn deze grotendeels afgegraven of overgroeid geraakt. Op verschillende plaatsen worden de linies weer zichtbaar gemaakt. Daardoor worden zowel de cultuur- als natuurwaarden versterkt. Dit maakt het geheel voor een breed publiek aantrekkelijk, zoals te zien zal zijn bij de erfgoedexeursie van 22 augustus (zie pagina 39). Steenbergen en tussenliggende forten later versterkt door extra bolwerken en de aanleg van een liniewal. IN HET UITERSTE ZUIDWESTEN beginnen de Staats- Spaanse linies bij Sluis en lopen dan via Aardenburg, IJzendijke en Axel tot aan Hulst. Deze linies zijn aangelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog en de Spaanse Succes sieoorlog in de zestiende en zeventiende eeuw. Een deel is nog wel in het landschap terug te vinden, maar vaak niet goed herkenbaar. Vanaf de vesting Hulst zetten de linies zich voort over de Westersehelde met ondermeer de forten Liefkenshoek en Haasdonk en de Frans- Spaanse linies in de omgeving van Antwerpen. Noordelijk daarvan ligt de Brabantse Wal, een voormalige duinenrij met het buitengoed Mat- temburgh als belangrijke schakel naar de West- Brabantse waterlinie. Deze linie begint bij de in die tijd onneembare vesting Bergen op Zoom, die 'La Pucelle' (de maagd) werd genoemd. Het is alleen de Fransen gelukt de stad in 1747 na een lange belegering in te nemen. Van fort Moermont, via de forten Pinssen, Roovere (Halsteren) en Henricus loopt de West-Brabantse waterlinie naar Steenbergen. Tussen fort Liefkenshoek kan met sluizen zoet water uit de Zoom worden ingelaten, waardoor een groot gebied onder water komt te staan. De vestingbouwer Menno van Coehoorn heeft de vesting werken van Bergen op Zoom, Gevangenis, toevluchtsoord abdij ter Duine, nu het museum van Hulst. Foto: Willem Heijbroek Natuurwaarden Bij de oordeelsvorming over herstel en restau ratie komen twee tegenstrijdige opvattingen naar voren. De eerste is, alle verdedigings werken volledig terugbrengen in hun oorspron kelijke staat. In dat geval kunnen belangrijke natuurwaarden verloren gaan. De andere mogelijkheid is selectieve verwijdering van de begroeiing. Bij fortificaties, die grotendeels bestaan uit aarden wallen is in dat geval de kans op een gunstige ontwikkeling groot. Hier kunnen de resterende boomgroepen de vorm van de verdedigingslinie accentueren. Op deze manier worden niet alleen de cultuurwaarden maar ook de natuurwaarden versterkt. Er worden dan veel verschillende biotopen gemaakt, waardoor een grotere verscheidenheid aan plantengemeenschappen kan ontstaan. Dit gebeurt momen teel bij de West-Brabantse Waterlinie. Wij kunnen dit beschouwen als een vorm van natuurbouw, zoals men bij de aanleg van de ecologische hoofdstructuur toepast. Fort Liefkenshoek bij Antwerpen. Foto: Koen Demarsin. 38 Heemschut juni 2010 Verdedigingslinies terug in het landschap

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 40