Raadhuis Hilversum, exterieur.
Foto Arie den Dikken
Het raadhuis in Hilversum (1931) van architect Dudok na de restauratie door
VHA (1986-1996). De gele verblendsteen en de geglazuurde baksteen van
de gevels en de toren moesten bij de restauratie geheel worden vernieuwd.
Fotodienst Hilversum
moment werkt VHA aan een haalbaarheids
onderzoek naar uitbreiding van het Corderius-
lyceum, nu het Cordeniuseollege.
Nieuwbouw
Qijsbert van Hoogevest nam in 1983 het bureau
van zijn vader over. Tijdens zijn studie in Delft
had hij gekozen voor de richting restauratie,
maar zijn interesse bleef hiertoe niet beperkt.
Ook de nieuwbouw neemt een belangrijke
plaats in binnen VHA. Bij het bureau werken
inmiddels veertig mensen onder wie een aantal
jonge architecten die gespecialiseerd zijn in
nieuwbouwontwerpen. Van Hoogevest wijst op
het belang van ontwikkelingen in de nieuw
bouw voor restauratieprojecten en - omge
keerd - het belang van kennis uit historisch
onderzoek en restauraties voor nieuwbouw.
Op dit moment worden door VHA naast nieuw
bouwprojecten diverse grote restauratie
projecten uitgevoerd van kerken, kastelen,
scholen en andere grote monumenten.
Restauratievisie
Van Hoogevest omschrijft restaureren als
'het modificeren van historisch materiaal. Het
aanpassen aan deze tijd en aan de vragen van
de gebruikers'. Afhankelijk van de aard van
de monumenten zijn verschillende gradaties
van ingrijpen gewenst, van conserverend, met
behoud van zoveel mogelijk oud materiaal
(kasteel Amerongen) tot reconstruerend,
zonodig met grootschalige vernieuwing
(Raadhuis van Hilversum). De architect moet
zich daarbij steeds afvragen wat kan en wat
niet kan en in dit proces zoeken naar de maxi
male balans. Hij moet daarom beschikken over
kennis, ervaring en 'gevoel', met name gevoel
voor verhoudingen en schoonheid. Belangrijke
uitgangspunten zijn respect voor het monu
ment en een goed herstel van bouwtechnische
gebreken. Een goed technisch herstel betekent
structurele oplossingen zoeken zonder dat
deze een bedreiging vormen voor de monu-
mentwaarde van het gebouw. De bepaling van
deze waarde, gespecificeerd per onderdeel,
is dan ook van groot belang. Waar mag wel
worden ingegrepen en waar absoluut niet?
(Bouw)historisch onderzoek kan hierbij inzicht
geven.
Deze uitgangspunten gelden ook bij herbestem
mingen. Hergebruik van oude gebouwen ziet
Van Hoogevest als de grote opgave voor de
toekomst. Een inmiddels klassiek voorbeeld van
vader Teus van Hoogevest is de herbestemming
van de Utrechtse Buurkerk tot museum
'Van Speelklok tot Pierement' (1982 -1984).
Recenter en nog niet zo bekend is die van
het Ursulinenklooster in Maastricht (2007-
2008), waarin onder meer wooneenheden voor
geestelijk gehandicapten zijn gerealiseerd.
De kloosterkerk wacht nog op een passende
herbestemming.
Raadhuis van Dudok
Grote landelijke bekendheid kreeg Van
Hoogevest met de restauratie van het raad
huis van Hilversum, een creatie van architect
Willem Marinus Dudok (1884-1974). De eerste
grote restauratie van een jong monument.
Esthetische oplossingen van architectonische
vraagstukken stonden bij Dudok voorop, met
als gevolg dat in de loop van de tijd technische
gebreken ontstonden. De restaurateur bracht
technieken esthetiek in balans. Grote ingrepen
bleken noodzakelijk, onder andere aan de
gevel. De oorspronkelijke te zacht gebakken,
gele verblendstenen werden vervangen door
nieuwe. Dilataties werden aangebracht in het
gemetselde buitenspouwblad waardoor de
scheurvorming werd gestopt. De firma die de
oorspronkelijke raamprofielen had geleverd
werd, na speurwerk door Carien, in Engeland
teruggevonden.
Deze restauratie is niet onopgemerkt gebleven
en sleepte twee restauratieprijzen in de wacht.
Andere Dudokrestauraties volgden. Ook inter
nationaal vond het bureau erkenning als Dud-
okspecialist. Zo adviseren VHA en Kariatiden bij
de restauratie van het Collége Néerlandais van
Dudok in Parijs.
Gijsbert en Carien van Hoogevest hebben
grote bewondering voor Dudoks raadhuis, een
'Gesamtkunstwerk'. Niet voor niets werd daar
in 2009 het honderdjarig bestaan van Van
Hoogevest Architecten gevierd.
36 Heemschut februari 2010