Snelle redding watergebouw Vlissingen
A[iiiMdiiki^diiuBiTi[i]iiiiiiL^iu«iirxiJïi
Willem Heijbroek en Toon Franken - Toevallig was Willem Heijbroek
op 8 september op het juiste moment thuis. Bij de provinciale com
missie Zeeland kwam via het meldpunt Erfgoed Zeeland het bericht
binnen dat het watergebouw van het oude station Vlissingen-Stad
binnen twee dagen zou worden gesloopt. Sneller kon deze redding
van een bedreigd pand niet verlopen.
20.9.2009
Op de valreep voorlopig gered. Het Watergebouw in Vlissingen. Foto onder: nadat omringende
loodsen zijn gesloopt. Foto boven: tijdens de sloop, op het moment dat ook het watergebouw
nog tegen de vlakte zou gaan. Foto's WIEZ
DE MELDING KWAM van Sebastiaan
Kas, een student met belangstelling voor
historische bebouwing, die het leegstaande
gebouwtje had gekraakt in de hoop het te
kunnen behouden. Onmiddellijk zijn door de
Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland gege
vens verzameld, waaruit bleek dat dit waterge
bouw uit 1873 dienst heeft gedaan als centrale
waterbevoorrading voor stoomlocomotieven.
Het is het enig overgebleven watergebouw
van dit type in Zeeland en vermoedelijk ook in
geheel Nederland.
Op de verdieping was een bolvormige water
tank met daarboven een puntdak. Zowel het
dak als de watertank, op een foto uit 1934
nog aanwezig, ontbreken. Het station zelf
werd tijdens de oorlog zwaar beschadigd en is
gesloopt. Op grond van deze gegevens heeft
Heemschut een bericht naar de gemeente
gestuurd, met daarin aangegeven de hoge zeld
zaamheid van dit gebouwtje. Vlak voordat het
gebouwtje onder de slopershamer zou vallen
zijn de werkzaamheden stilgelegd. Vervolgens
is met de gemeente overeengekomen dat het
watergebouw voorlopig wordt gehandhaafd
en dat Heemschut een voorstel maakt voor
behoud en herstel.
Inmiddels zijn door Evert de longh twee
varianten ontwikkeld. Volledige restauratie,
inclusief reconstructie van de verdieping of
conservering van het bestaande gedeelte.
Het watergebouw zou deel uit kunnen maken
van een uitgifteperceel tegen een aangepaste
prijs. Voor bedrijven kan dit een aantrekkelijke
profilering betekenen. Conserveren kan tegen
een relatief gering bedrag. Reconstructie van
het bovenste gedeelte komt belangrijk duurder
uit, maar dan staat er wel een gebouw, dat
een bijzondere uitstraling heeft en goed kan
functioneren als kantoor of showroom: Een
blikvanger.
Station en water
De Staatsspoorwegen legden in de 19e eeuw op
Walcheren het kanaal, havens en spoorwegen
aan. In samenhang hiermee kwamen in Vlis
singen nieuwe havens, een dubbele schutsluis
en twee treinstations. Ten noorden van de
Keersluisbrug aan de oostelijke zijde van het
Kanaal door Walcheren kwam een stationsge
bouw Vlissingen-Stad, parallel aan het kanaal
en de huidige Edisonweg. Het andere station
was Vlissingen-Haven (nu station aan de Bui
tenhaven). Station Vlissingen-Haven kreeg in
1894 een nieuw groot gebouw. Vlissingen-Stad
sloot, de bebouwing bleef.
In 1872 begon aannemer J. van de Griendt
uit 's-Hertogenbosch met het graven van een
grote funderingsput voor de kelder onder
het watergebouw. Dat kwam te staan op 88
heipalen met een lengte van 9 meter. Vanuit de
watervergaarbak boven in het watergebouw
liep een netwerk van waterleidingbuizen naar
de locomotievenloods op het havenstation
en de werkplaatsen. Het watergebouw is het
enige overblijfsel van de twee stations die in
het kader van de kanaal-, spoor- en haven
werken werden aangelegd. Ook nu nog is
het achtkantige gebouwtje een kenmerkend
industrieel object. In het stedenbouwkundig
plan Kenniswerf Vlissingen van Enno Zuidema is
de watertoren aangemerkt als een van de histo
risch waardevolle gebouwen. Desondanks is het
op de lijst van te slopen gebouwen opgenomen,
al zou het een goede functie kunnen krijgen
in het gebied waar kleinschalige innovatieve
bedrijvigheid is geprojecteerd.
N. Heijbroek is voorzitter van de provinciale
commissie Zeeland, T. Franken is lid van de
werkgroep industrieel erfgoed Zeeland (WIEZ).
18 Heemschut februari 2010