Stoomgemaal Oosterschelde
van bouwval tot landmark
'endrac/ïmule 2006
'Vrienden begrepen niet hoe ik blij kon zijn
met dat desolate gebouwencomplex'
Cees Slager - Op de zuidkust van Tholen werd dit jaar
precies een eeuw geleden het stoomgemaal 'Ooster
schelde' in gebruik genomen als derde en laatste van
de drie gemalen die het eiland begin 20ste eeuw rijk
was. Dat het er nu als enige intacte stoomgemaal van
heel Zeeland nog in volle glorie staat, mag een klein
wonder heten. Want al in 1932 verloor het zijn functie
doordat een eindje verderop aan dezelfde watergang
een elektrisch gemaal in werking werd gesteld.
Kees Slager op zijn uitkijkpunt
bovenin de pijp van het geres
taureerde stoomgemaal.
Foto A.M. de Viet, Eendrachtbode
Het stoomgemaal werd in 1932
wel ontmanteld, maar het gebouw bleef
nog vele decennia als opslaggebouw voor
het waterschap fungeren. In 1953 kreeg de
25 meter hoge schoorsteen ook een nieuwe
bestemming toen de Dienst Bebakening en
Betonning hem als geleidelicht voor de scheep
vaart in gebruik nam. Daartoe werd bovenin de
pijp een raampje uitgezaagd, waarachter een
lantaarn werd geplaatst. Sindsdien spraken de
schippers op de Oosterschelde van'het licht
van Strijen', wat verwees naar het gehucht
Strijenham, dat een eindje verderop ligt.
In 1986 dreigde alsnog de ondergang van
het gemaal. Het waterschap vatte het plan
op om zowel het gebouw als de schoorsteen
te slopen. Toen Willem Heijbroek van de op
het eiland actieve stichting Huis en Heem dat
ter ore kwam, trok hij aan de bel en wist hij
het waterschap van dat heilloze voornemen
af te brengen. De Belgische eigenaar van de
machinistenwoning kon het gemaal voor een
zacht prijsje overnemen als hij beloofde om het
verwaarloosde gemaalgebouw op te knappen.
16 Heemschut februari 2010