Kastelen &Schlösser
HET BEGINT MET WONEN
IT STARTS WITH HOUSING
Ymere, Het Begint Met Wonen -
It Starts With Housing
Bussum [Thoth] 2008, 778 p.
ISBN 978 90 6868 4773.
Prijs €39,90
In 2008 gingen twee grote organisaties
die zich in de Noordelijke Randstad
bezighielden met de exploitatie van
woningen - goeddeels in de sector van
de sociale woningbouw - over tot een
fusie. Het resultaat kreeg de naam
Stichting Ymere die eerder, vanaf 2004,
door één van de twee fusiepartners was
gevoerd. Nog in hetzelfde jaar 2008
zag dit boek het licht waarin de nieuwe
organisatie zich voorstelt. Zij doet dat
op een bijzonder aantrekkelijke manier
die ik zelfs elegant wil noemen. Elegant
en ambitieus, wat met name daaruit
blijkt, dat van alle teksten een Engelse
vertaling is opgenomen. Bas Pouw en
Roel Steembeek, kennelijk bestuurders
van Ymere, openen het boek met een
korte inleiding die tevens als verant
woording dient. Daarna volgt een prik
kelend essay van de filosoof Bas Haring
over de identiteit van gebouwen.
Hij benadert dat thema op verschillende
manieren. Het meest frappant vond ik
zijn uitweiding over de identiteit van
sommige panden in Amsterdam die
andere ondersteunen en zo 'heldhaftig'
voorkómen dat het hele blok instort.
Het eerste van de twee fotoessays die
Janine Schrijver bijdraagt geeft een
sprekende indruk van architectuur
en landschap in het werkgebied van
Ymere, een indruk die stellig preg
nanter en minder statisch is geworden
doordat vele foto' s ook een beeld
bieden van de mens als gebruiker van
de omgeving. De bijdrage van Maseha
van Damme onder de titel 'sociaal
bouwen - monumentaal wonen' betreft
in feite vooral het eerstgenoemde.
Men krijgt een duidelijk beeld van de
evolutie van de sociale woningbouw in
de Randstad, met name aan de hand
van de ontwikkelingsgeschiedenis van
de diverse corporaties die via allerlei
reorganisaties en fusies uiteindelijk het
aanzien gaven aan het huidige Ymere.
De als bijlage gevoegde stamboom is
een nuttig en origineel hulpmiddel om
het betoog te volgen. Tot het bezit van
Ymere behoren 361 rijks- en gemeente
lijke monumenten. Deze worden artis
tiek geportretteerd in het tweede essay
van Janine Schrijver. Opvallend vind ik
de aandacht die de fotografe hier soms
toont voor de plaats van het eigenlijke
object van de foto in zijn omgeving.
De verzorging van dit boek kan ik niet
anders dan prijzen. Slechts een opmer
king: het is moeilijk zijn weg te vinden
in het eerste essay, om dat daarvan wel
een inhoudsopgave is opgenomen maar
paginanummers ontbreken.
Dit is echter maar een kleine aanmer
king op een boek dat een brede kring
van kijkers en lezers verdient.
Philip Bosscher
Voor velen in de Randstad is, hoewel
zij niet ver daarvan wonen, het cul
tuurlandschap aan weerszijden van
de Nederlands-Duitse grens toch in
feite terra incognita. In deze uitgave
waarvan tegelijk een Duits- en een
Nederlandstalige versie verschenen
wordt een bijzonder aspect van dat
landschap voorgesteld door een team
deskundigen, van wie velen banden
hebben met de Universiteit Münster.
Daar bestaat grote interesse voor het
westelijke buurland. Zij houden zich in
dit boek bezig met verleden en heden
van een voor het landelijk gebied in
deze streken kenmerkende categorie
gebouwen: van oorsprong middel
eeuwse kastelen - en een enkel kasteel
achtig voormalig kloostergebouw - die
zich veelal met hun omgeving nog in
particulier bezit bevinden.
Daaronder zijn enkele imposante
heuvelburchten zoals die van Bentheim
en slot Bergh bij 's Heerenberg. Hun
meest kenmerkende verschijnings
vorm is echter die van de Wasserburg
(waterbureht): een door water omgeven
complex dat aan zijn ligging geheel
of grotendeels zijn militaire waarde
ontleent. Van deze gebouwen en de
bijbehorende landgoederen worden er
25 beschreven: negen op Nederlands,
de overige op Duits grondgebied. Een
aantal hunner is zeker van meer dan
locale of regionale betekenis.
Als voorbeelden noem ik hier naast de
burcht van Bentheim en Huis Bergh
ookTwickel bij het Overijsselse Delden,
middelpunt van het grootste landgoed
van Nederland. De buitenbezittingen
strekken zich uit van Zuid-Holland tot
het Duitse Lage. Verder het indruk
wekkende renaissanceslot Raesfeld,
de grootse waterburcht Anholt, sinds
eeuwen één der hoofdresidenties
van de Vorsten zu Salm-Salm, en Het
Weldam onder Goor, met het mooiste
Nederlandse neo-barokpark. Waar
in dit boek de geschiedenis van de
behandelde objecten aan de orde komt
is voor de hedendaagse lezer misschien
vooral interessant dat daarin zo vaak
de politieke, culturele en economische
wisselwerking tussen Nederland en
Duitsland aan de dag treedt. Sehloss
Surenburg bij Rheine is sinds de 18de
eeuw bezit van de oorspronkelijk
Hollandse familie Heereman von
Zuydtwyek, de Vorsten van Salm-
Salm hebben hun wortels deels in het
Gelderse Batenburg. Welbergen bij
Ochtrup en Huis Bergh kwamen in de
20ste eeuw tot nieuw leven door de
belangstelling van liefhebbers uit het
milieu van de Twentse textielindustrie.
Onder laatstgenoemden mag zeker
met ere worden vermeld dr. J.H. van
Heek, die in 1912 Huis Bergh cum
annexis van de Vorsten van Hohenzol-
lern-Sigmaringen kocht en ook als
adviseur van de laatste kasteelvrouwe
een cruciale rol speelde bij het behoud
voor het nageslacht van Twickel. In
sommige opzichten zijn evenknie was
mr. W.F.J. Laan, uit een geslacht van
Hollandse industriëlen, die nadat hij in
1921 Singraven bij Denekamp geërfd
had huis en goed tot een fraaier
geheel maakte dan zij ooit geweest
waren.
Philip Bosscher
Ulrike Frede/Britta Spies, Kastelen Et
Schlösser. Leven in historische adel
lijke huizen in het Nederlands-Duitse
gebied, Steinfurt (Teeklenborg Verlag)
2008, 339 p. ISBN 978 3 939172 40 6.
Prijs 28,50.
december 2009 Heemschut 39
UWk* Ftetf* pr Brfrt* Sok*
TVcikmberi WrU*
leven iu htlBpritti-v J; U\:kc Huizen ,4
in het Nederlands Duitse gebied j