Rechts: De Tichelkerk als kloosterkerk aan het begin van de vorige eeuw tijdens een viering. Foto Stadsarchief Amsterdam Links: De Tichelkerk nu, hartje Jordaan. Foto Heemschut VELE VOOR NEDERLAND NIEUWE (christelijke) kerken, vooral in de grote steden, zijn dringend op zoek naar een goed kerkgebouw. Wanneer de mogelijkheid ontstaat om een monumentale kerk te gebruiken, grijpen deze nieuwe kerken de gelegenheid met beide handen aan. De Tichelkerk, gebouwd in 1912 in de Jordaan als kloosterkerk van de Minderbroeders Kapucijnen, is een verrassende kerk. Weggestopt tussen drie straatjes doet niets de sobere neo-Romaanse basiliek vermoeden. De kerk werd zonder archi tect gebouwd, hoewel de bouwtekeningen zijn gesigneerd door A. Brüning. Vanaf de jaren zestig liep het kerkbezoek terug, vanaf de jaren tachtig het aantal kloosterlingen. Nieuwe roepingen bleven uit. In 2004 werd besloten om het klooster te sluiten, in de hoop dat de kerk voor religieus gebruik behouden zou kunnen worden. Dit lukte in 2005, met de aankoop ervan door de Russiseh-orthodoxe Nikolaasparochie. Meer ruimte De parochie is niet de eerste in Amsterdam. In 1763 ontstond de Russisch-Griekse Kathari- nakapel aan de Oudezijds Achterburgwal, later gesteund door Anna Paulowna. Na de Revolutie van 1917 kerkten émigrés in de kelder van de Vondelparkkerk. Na de oorlog kwam er een huis kamerkapel aan de Muiderstraat, die nog steeds bestaat. De Nikolaasparochie ontstond in 1974 rond orthodoxen die diensten wilden houden in het Russisch én het Nederlands, overtuigd dat ook de Westerse cultuur een plaats heeft in de traditie van de ongedeelde kerk. De parochie heeft op een aantal plekken in de stad gezeten en in 2004 werd besloten om een ruimer onder komen te zoeken. In januari 2006 werd de eerste orthodoxe dienst in de Tichelkerk gehouden. Het gebouw bleek een zegen. De basilieale vorm paste bij de vormentaal van de orthodoxie en leende zich perfect voor de eredienst. De vele kloosterruimtes konden de bibliotheek, zondags school, studiegroepen en andere activiteiten herbergen. In de voormalige kapel aan de Tichel straat werd een doopkapel ingericht. De Tichelkerk van 2006 was echter ook niet meer die van 1912. Wandschilderingen waren gewit, de apsisvloer verhoogd, de ingang verplaatst. Achterin de kerk verscheen een moderne vergaderzaal. Ook was het kerkelijk meubilair meegenomen. Het meest zichtbaar zijn de ramen: nieuwe gebrandschilderde ramen in de apsis (ontwerp Jaap Min) uit 1951, in de zijbeuken (Lando van den Berg) uit 1964. De Russiseh-orthodoxe parochie stond voor de taak, de kerk een nieuw aangezicht te geven, trouw aan het gebouw én de orthodoxe traditie. De belangrijkste vragen hierbij waren: de ikonos- tase, eventuele wandschilderingen, verlichting en meubilair. Ikonen Inspiratiebron was de vroegbyzantijnse kunst, nauw verwant aan de (neo-)Romaanse stijl van de kerk. Zo zou de kerk niet alleen geen Fremd- körper in Amsterdam worden, maar ook voor gelovigen uit orthodoxe landen herkenbaar zijn. Dus: geen steriele reproductie van een antieke kerk. Daarom ook geen klassiek (open) templon, maar een gesloten ikonostase, met behoud van de huidige centrale ikonen van Christus en de Moeder Gods. Gekozen werd voor een ontwerp van Aidan Hart uit Engeland. Hart is een vooraanstaand ikonenschilder en beeldhouwer, onder meer werkzaam aan de Prince's School for Traditional Arts, opgericht door de Prince of Wales. Hart ontwierp een natuurstenen ikonostase in Byzan tijnse stijl die organisch in het gebouw past. De vorm is die van een templon met zuilen, panelen, een architraaf en een centrale poort. De panelen worden gebeeldhouwd met vroegchristelijke motieven uit de verschillende tradities die de parochie kent - Slavisch, Georgiseh, Byzantijns maar ook Nederlands (Romaans). De 'vensters' tussen de zuilen worden opgevuld met de bestaande en nieuwe ikonen. Een lage ikonenwand laat de blik vrij voor een fresco of mozaïek van Christus, die moet komen in het gewelf van de apsis. Deze geeft het gebouw dynamiek: de gelovigen naderen tot God, God tot de mens. Verder staan luchters gepland, die als het ware een plafond van licht vormen waardoor de ruimte intiemer aanvoelt. Om dezelfde reden wordt gedacht aan het marmeren van de zuilen in de kerk in een kleur en motief die aansluiten bij de ikonostase. Zo zal de Tichelkerk van een blanco ruimte veranderen in een organische, warme plaats van gebed waar veel Amsterdammers zich thuis zullen voelen. H. Bos is priester van de Tichelkerk december 2009 Heemschut 33

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 35