Slot Rosenfelde is in
de achttiende eeuw
ingrijpend ver
maar deed a
aan het Haagse
Ma u ritshuis
het stadje grote schade en naderhand werden
de meeste restanten afgebroken. Het slot was al
eerder als fabriek in gebruik genomen en na de
oorlog nam het Oost-Duitse leger er zijn intrek.
Gelukkig kreeg Oranienburg na de Wende van
1989 een deel van zijn oude luister terug. Als een
van de belangrijkste barokke paleizen in Bran
denburg is zowel het gebouw als de tuin terug
gebracht in oude staat, waarbij een imposante
collectie inzicht geeft in de wooneultuur aan het
Brandenburgse hof in de zeventiende eeuw. Op
loopafstand van het paleis staat het bakstenen
weeshuis. Hoewel dit voor een belangrijk deel is
gereconstrueerd, getuigt het met zijn pilaster
geleding en gebruik van festoenen eveneens van
Nederlandse invloed.
Aangetast
Andere gebouwen hebben een veel minder
gelukkige ontwikkeling gehad. Een tocht langs
de plaatsen waar in de zeventiende eeuw statige
bouwwerken verrezen lijkt soms op ramptoe
risme. Nadat al eerder ingrijpende modernise
ringen waren doorgevoerd, werden de bescha
digde restanten van de paleizen van Berlijn en
Potsdam na de Tweede Wereldoorlog gesloopt.
Er bestaan zelfs instruetiefilms hoe je een oud
gebouw vakkundig en efficiënt kon slopen. De
Berlijnse paleistuin, in de zeventiende eeuw een
pronkjuweel met streng geometrische inde
ling en marmeren standbeelden van de Haagse
beeldhouwer Frangois Dieussart, is onherken
baar veranderd. In het prieel werd in 1717 een
fabriek ingericht, twintig jaar later werd het als
beurs gebruikt. In 1746 had een beeldhouwer er
zijn atelier en in 1798 werd het afgebroken. De
paleistuin van rond 1650 was toen al lang in een
exereitieterrein veranderd.
Potsdam kreeg het in april 1945 zwaar te ver
duren. Het slot werd naderhand enigszins opge
knapt, maar in 1960 besloot men het alsnog te
slopen. Bovendien begon men de stad naar soci
alistische opvattingen te moderniseren, werden
overal Plattenbauten neergezet en satellietsteden
aangelegd, zodat het oude, met Nederlandse
inbreng gevormde, cultuurlandschap ernstig werd
aangetast. Evenals in Berlijn is de wil om het
oude slot te herbouwen tegenwoordig groot. In
de afgelopen jaren is in Potsdam een fonkelnieuw
fortunaportaal ontstaan, een getrouwe kopie van
de achttiende-eeuwse slotpoort.
Resten
Van de bouwwerken waaraan ondernemer,
bouwmeester en houthandelaar Michiel Smids
heeft gewerkt, is vrijwel niets meer over. Hij
bouwde molens, bruggen, woonhuizen en
stallen, hij was als aannemer betrokken bij
veranderingen aan het Berlijnse slot, bij de
bouw van een oranjerie en een bibliotheek. Hij
leverde diensten voor andere bouwmeesters
en handelde in hout en in schepen. Slechts
het Oder-Spreekanaal, dat de infrastructuur
van Brandenburgs waterwegen moest verbe
teren, getuigt nog van zijn waterbouwkundige
activiteiten, al zijn ook de bruggen en sluizen
die hij hierin liet aanleggen al lang verdwenen.
In 1668 kon het eerste schip door het nieuwe
kanaal varen, geladen met koren op weg naar
Berlijn. De verbinding over water tussen de
Oder en de Spree zorgde voor een toename van
de handel. De goederen die werden aangevoerd
moesten in Berlijn worden verhandeld, wat de
stad extra belastinginkomsten opleverde.
In het plaatsje Schwedt aan de Oder bouwde
Cornelis Ryekwaert in de jaren 1680 een enorm
paleis voor de keurprins. Met drie verdiepingen,
een middenpartij en iets later toegevoegde
zijvleugels deed het een beetje aan Paleis
Noordeinde in Den Haag denken. Op die plaats
staat nu een in 1978 gebouwd Kulturhaus met
veel beton en bruine spiegelruiten. In het stadje
Küstrin, tegenwoordig het Poolse Kostrzyn,
werkte Ryekwaert als vestingbouwmeester
en was hij verantwoordelijk voor heel wat
gebouwen. Maar wat er na de Tweede Wereld
oorlog van over was, is met de grond gelijk
gemaakt en afgezien van de vestingwerken zijn
van de stad alleen hier en daar nog straten,
stoepen en kelderingangen behouden. Het door
Ryekwaert gebouwde slot van Hohenfinow is
eveneens van de aardbodem verdwenen, het
slot Sonnenburg - dat de oorlog onbeschadigd
had doorstaan - is in 1975 door brand verwoest
en staat er sindsdien als een ruïne bij.
Een positieve uitzondering is het in 2003 her
opende Junkerhaus in Frankfurt aan de Oder. In
de zeventiende eeuw diende het als logement
voor adellijke studenten. Ryekwaert kreeg in
1670 opdracht het gebouw te herstellen, maar
het duurde jaren voordat er merkbare verbete
ringen zichtbaar waren. In het jaar 1680 moest
Ryekwaert nog wanden en vloeren aanbrengen,
schoorstenen metselen, muren aansmeren en
nog veel meer. Tot overmaat van ramp stortte
in 1681 een gedeelte in, vanwege de instabiele
bodem waarop het gebouw stond. De schade
werd hersteld en enkele gerenommeerde
Italiaanse stucwerkers voorzagen de interieurs
van rijke plafonds en sehoorsteendeeoraties.
Na de recente restauratie is deze creatie van
Ryekwaert als Museum Viadrina opengesteld
voor publiek.
Wie dichter bij Berlijn wil blijven doet er goed
aan Friedriehsfelde te bezoeken. Het slot, dat
oorspronkelijk Rosenfelde heette, is gebouwd
door de Middelburgse ondernemer en reder
Benjamin Raule. Hij was het typische voorbeeld
van een Nederlandse zakenman, die zich met
luxe uit zijn vaderland wist te omgeven. Nadat
zijn huis in Berlijn hem te klein was geworden,
kocht hij het dorp en landgoed Rosenfelde, dat
hij tot een representatief geheel uitbouwde,
voorzien van een grote tuin, met een uitge
sproken Nederlands karakter.
Het slot is in de achttiende eeuw ingrijpend
verbouwd, maar deed aanvankelijk aan het
Haagse Mauritshuis denken. Friedriehsfelde, pas
zo genoemd nadat Raule zijn bezit had moeten
afstaan, maakt tegenwoordig deel uit van de
grootste dierentuin van Berlijn, in het voorma
lige oosten van de stad. In het verlengde van
het slot ligt de symmetrische tuin, omzoomd
door een gracht, gevolgd door de verblijven
van herten, reeën en ander wild. In de tijd van
Raule was hier al een dierentuin (Menagerie).
Verder bevatte zijn landgoed een moestuin en
een bloementuin.
Een hoogtepunt van Nederlandse beeldhouw
kunst bevindt zich nog altijd in de Berlijnse
Mariakerk. Het betreft het grafmonument van
22 Heemschut december 2009