De uit Nederland afkomstige beeld- houwersfamilie en Johann Mertens vormden hele 'scholen' van professionele hout snijders Oud-Narva, zoals het niet meer bestaat. Deze foto met vertrouwd aandoende trapgevels komt uit het boek 'Vana Narva', van Carl Sarap. Tallinn, 1939. Huizen gebouwd met Hollandse IJsselsteentjes in de Letse havenstad Liepaja De steentjes dienden op de heenreis van de Hollandse schepen als ballast. in een aantal Baltisehe steden. Zo zijn in Riga en Liepaja koopmanshuizen opgetrokken in gele Hollandse IJsselsteentjes, die de schepen als ballast meebrachten. Vaklieden De Nederlandse invloed was in de zeventiende en in de achttiende eeuw ook voelbaar in het hertogdom Koerland (thans Zuid-West Letland). Dit hertogdom was een semi-onafhankelijk staatje onder de Poolse kroon. Rond 1650 dacht Hertog Jakob Kettler de inkomsten voor zijn land een impuls te geven door het stichten van manufacturen en een handelsvloot, waarvoor hij Hollandse vaklieden inhuurde. Het kleine Koerland heeft het koloniale avontuur echter nooit kunnen verwezenlijken door naijver van de andere mogendheden. De vloot werd afgepakt. Een deel van de ambachtslieden, met name de beeldhouwers, bleef in Koerland actief om opdrachten van de Baltisch-Duitse adel uit te voeren. Landhuizen en Lutherse kerken werden van een decoratieve inrichting voorzien. De oorspronkelijk uit Nederland afkomstige beeld houwersfamilie Söffrens en Johann Mertens vormden hele 'scholen' van professionele houtsnijders en toverden de interieurs van kerken om in ware pareltjes van Renaissance- en Barokkunst. Deze zijn nog steeds te zien in Koerlandse steden en dorpen als Kuldiga, Ugale en Apriki. In het barokke zomerpaleis Rundale, dat in opdracht van de Koerlandse hertog Ernst Johan Biron is gebouwd, is eveneens Neder landse invloed te herkennen. Hier staan stoven voorzien van tegels die op Delfts aardewerk zijn geïnspireerd. Er is een zaal met kunst uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en een formele tuinaanleg in barokstijl. Sporen Ook in Estland is Nederlands gebouwd erfgoed te vinden. In Tallinn was tussen 1589 en 1637 de Nederlandse bouwmeester en beeldhouwer Arent Passer werkzaam, die in de binnenstad beeldhouwwerk heeft verzorgd. Het graf monument in de Domkerk voor de Zweedse bevelhebber Pontus De la Gardie, en de gevels van het Schwarzhaupterhaus in Tallinn zijn voorbeelden van zijn renaissance-oeuvre. Ook was Passer medeverantwoordelijk voor de vestingwerken in Tallinn. In de oostelijke grensstad Narva ontwierp een andere Nederlander de vestingwerken. Fortifi catie-ingenieur Johan van Rodenburg bouwde in 1647 de bastions rond de oude binnenstad, in opdracht van Zweden dat toen heer en meester was in het gebied. Na verwoesting in de Tweede Wereldoorlog zijn de oude bastions hersteld. In de negentiende en twintigste eeuw is de cul turele invloed van Nederland afgenomen. Toch zijn er uit deze periode nog wel enkele sporen te vinden. Sommige gebouwen zijn rond 1900 gebouwd in Hollandse neorenaissance, terwijl in enkele Jugendstil-appartementen ook wand schilderingen met geromantiseerde Hollandse landschappen te vinden zijn. Drs. F. Er ens is historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis, het erfgoed en de actuele ontwikkelingen van de Baltisehe landen. december 2009 Heemschut 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 19