Het Korenmetershuis is een
mooi voorbeeld van architec
tuur uit het eerste kwart van
de zeventiende eeuw, waar de
inventie van de architect een
belangrijke rol speelt
Het Korenmetershuis met de kroonlijst.
Het gebouw staat vrij op de Nieuwezijds Kolk.
Een glas-in-loodraam dat herinnert aan het
oorspronkelijke gebruik. Foto's Heemschut
Boogconstructie
Bij het Korenmetershuis is een boogconstructie
als uitgangspunt genomen. Ter plaatse van de
ingangspartij is één boog hoger opgetrokken
en in een Vlaamse gevel gevat. De bogen zijn
voorzien van aanzet- en sluitstenen in natuur
steen. De gevels worden afgesloten door een
kroonlijst (dakrand), waarvan de architraaf en
het fries zijn gefragmenteerd door de erdoor
heen stekende bogen.
Het Korenmetershuis is een mooi voorbeeld
van architectuur uit het eerste kwart van
de zeventiende eeuw, waar de inventie van
de architect een belangrijke rol speelt. Deze
ontwerpmethodiek maakt dat de architectuur
van het Korenmetershuis zowel klassiek als
inventief is. In hoofdlijnen is het ontworpen als
een Italiaanse loggia, terwijl het in detaillering
speels Hollands is.
Bouwhistorie
Het bouwhistorisch onderzoek maakte duidelijk
dat het Korenmetershuis er van oorsprong
anders uitzag dan tegenwoordig: de huidige
topgevels zijn pas in de achttiende eeuw toe
gevoegd, op het moment dat de kap werd ver
lengd. Op de zolder is aan de oostkant nog een
deel van de steunconstruetie uit 1620 bewaard
gebleven; aan de westkant is het oorspronke
lijke dakschild er zelfs nog. Rond 1760 hebben
timmerlieden de eikenhouten constructie ver
lengd met grenenhout, waardoor het eigenlijke
ontwerp aanzienlijk werd veranderd.
In de loop der tijd werden de oude kruisven-
sters vervangen door sehuifvensters
(zie aquarel van Rieke, pag 25). In 1836 vond
een stevige opknapbeurt plaats, en in 1873
werd het westelijke gedeelte van het gebouw
ingericht als brandweerkazerne.
Belangrijke veranderingen volgden in 1898,
toen architect H.G. Jansen het Korenmetershuis
restaureerde. Zijn werk leunde zwaar op de
Hollandse renaissance en ook zijn histori
serende en reconstruerende restauratie van
het Korenmetershuis verraadt deze voorkeur.
Hoewel hij met deze restauratie een visite
kaartje afgaf, zou hij nooit grote bekendheid als
restauratiearchiteet genieten, zoals zijn Amster
damse collega's Jan de Meyer of A.A. Kok.
Het dak was volgens Jansen door 'wie weet
hoeveel verbouwingen met een serie dak
vensters in de meest bizarre vormen' bedekt.
Jansen bracht de situatie bij de restauratie 'tot
hun oorspronkelijke aantal en vorm' terug. Hij
reconstrueerde de vorm van de zeventiende-
eeuwse kruiskozijnen. De westgevel, die het
meest door verbouwingen en weersinvloeden
te lijden had gehad, werd afgebroken en vanaf
de grond weer opgebouwd. De hoofdgevel werd
van een nieuwe, dubbele stoep en een nieuwe
toegangsdeur voorzien.
Van de oorspronkelijke indeling was in 1898
weinig meer over. Jansen ging daarom uit van
de behoeften van zijn opdrachtgever. Op de
bel-etage realiseerde hij aan de westzijde een
groot wachtlokaal, verwarmd door een grote
hardstenen schouw. De wanden werden met
zitbanken betimmerd. Aan de oostzijde kwam
een ruimte waar de gereedschappen werden
opgeslagen. Daartussen ontwierp Jansen
een nieuw trappenhuis, met witte en zwarte
natuurstenen tegels op de vloer. De wanden
werden met Utrechtse tegels bekleed. Op de
zolder werden twee oude deurtjes, beschilderd
met voorstellingen uit het korenmetersbedrijf,
in de gildekamer herplaatst. Aannemer
J.J.P. Thüring was verantwoordelijk voor de
uitvoering.
In de twintigste eeuw veranderde slechts
weinig aan het Korenmetershuis. De laatste
verbouwing vond plaats in 1991.
6. van Tussenbroek en P. Vlaardingerbroek zijn
respectievelijk bouw- en architectuurhistoricus
bij het Bureau Monumenten St Archeologie van
de gemeente Amsterdam
Verslag
Het hele verslag van het tijdens de Open
Monumentendag op 12 september bij
Heemschut gepresenteerde onderzoek is
te bestellen bij de Bond Heemschut, ofte
downloaden op www.bma.amsterdam.nl en
www.heemschut.nl
oktober 2009 Heemschut 27