16 Heemschut augustus 2009 verschilt de steenfabrieksschoorsteen van andere schoorstenen, die men bouwde met zogenoemde radiaalstenen. De trapeziumvormige radiaalsteen buigt mooi mee met de ronding van de schoor steen, heeft een groter formaat en is daardoor gemakkelijker toe te passen dan de waalsteen. Omdat alleen gespecialiseerde steenbakkerijen hem produceerden was de radiaalsteen duur - voor de meeste steenfabrikanten te duur. Ter versteviging van de pijp zijn aan de buiten zijde ijzeren trekbanden aangebracht, terwijl trapijzers aan de buiten- én binnenzijde een geregelde inspectie mogelijk maken. De kop, het bovenste en zwakste gedeelte van de schoor steen, heeft een extra versteviging en kraag.t daardoor wat uit. Lieten utiliteitsbedrijven en textielfabrieken hun schoorstenen versieren met fraaie motieven, verspringend metselwerk, natuursteen of geglazuurde stenen, baksteenfabrikanten namen genoegen met het verwerken van de fabrieks- naam in de schoorsteen - en zelfs dat gebeurde vaak al niet. In zijn vormgeving weerspiegelt de steenfabrieksschoorsteen het sobere en functio nele karakter van de baksteenindustrie. Neergang Aan het begin van de twintigste eeuw bereikten het aantal Gelderse baksteenfabrieken en de werkgelegenheid in de industrie een hoogte punt. Daarna volgde een periode van enorme dynamiek, waarbij veel kleinere fabrieken sloten ten faveure van de grotere. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, de economische recessie en Tweede Wereldoorlog kwam telkens de klad in de productie, maar na deze periodes bloeide de industrie iedere keer weer op. Overproductie en dalende baksteenprijzen bleken uiteindelijk structurele problemen te vormen. In 1952 telde Gelderland nog 105 steenfabrieken waarvan er zeventig in de nabijheid van de grote rivieren lagen. Nog geen tien jaar later keerde het tij definitief. In een aantal grootschalige saneringsronden die de industrie zelf uitvoerde ging driekwart van de baksteenfabrieken ten onder. Anno 2007 waren er nog 24 werkende steenfabrieken in Gelderland, op een totaal van 42 in Nederland. De met een flink aantal stalen trekbanden versterkte schoor steen uit 1919 van steenfabriek Vogelensangh in Deest. Door alle sluitingen vervaagde het steenfa briekenlandschap met zijn markante ovens en schoorstenen meer en meer. Fabrieken werden afgebroken, kleiputten groeiden dicht en vele schoorstenen kwamen aan hun gebruikelijke, spectaculaire eind. De inmiddels toenemende de belangstelling en waardering voor het indu strieel erfgoed kwam voor veel steenfabrieks schoorstenen te laat. Zelfs het Monumenten Inventarisatie Project ging grotendeels voorbij aan de baksteenfabrieken en hun schoorstenen, waardoor een overzicht lange tijd ontbrak. Pas sinds de oprichting van de Stichting Fabrieks schoorstenen (STIF) in 1997 vindt een inhaalslag plaats. Bovendien is, mede dankzij activiteiten van deze stichting, menige (steen)fabrieksschoor steen behouden en zelfs gerestaureerd. Schoorstenen nu Uit een onderzoek naar de Gelderse steenfa briekslocaties, in 2002 uitgevoerd door P. Nijhof van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland schap en Monumenten (RACM, tegenwoordig de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed), blijkt dat Gelderland vlak na de jongste eeuwwisse ling een kleine 40 steenfabrieksschoorstenen telde. Sommige staan bij werkende fabrieken (in Randwijk en Erlecom), andere bij verlaten fabrieken (De Bunswaard in Beuningen), bij ruïneuze ovenlichamen (Klaverland bij Millingen a/d Rijn) of geheel solitair (De Vlietberg bij Nij megen). Menigmaal is de top van de schoorsteen gesloopt. Een achttal schoorstenen is nog in gebruik, waaronder die van steenfabriek Vogelensangh in Deest en steenfabriek Randwijk. De nog bestaande schoorstenen concentreren zich langs de Nederrijn en de Waal. Vooral tussen Driel en Wageningen en tussen Millingen a/d Rijn en Nijmegen is het steenfabriekenlandschap nog goed te ervaren. Schoorstenen vormen hier de landmarks en wie beter kijkt vindt eromheen vele restanten van de baksteenindustrie. Sloop gaat intussen gewoon door: in de laatste decennia is ongeveer jaarlijks een schoorsteen in Gelderland verdwenen. J. Reijnen en H. Roodenburg zijn lid van de Provinciale Commissie Gelderland van de Bond Heemschut i

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 18