VER1TEENDE WEIVS Snuffelen Willem Cornells de Groot Levende monumenten juni 2009 Heemschut 39 Architect in Friesland Marloes Eskens, Leo van der Laan en Bé Lamberts, Willem Cornells de Groot (1853 - 1939): Architect in Friesland. Uitgeverij Friese Pers Boekerij, 2009, 108 blz., ISBN 978 90 330 0807 8. Prijs: 19,50. - -v" Anja Reenders met foto's van Norma van der Horst, Versteende Welvaart, Amsterdamse School op het Floog- eland, Leeuwarden (Noordboek) 2007, 165 p. (ISBN 978 90 330 0653 1) 16,50. Theo Kralt, Wietse Klukhuhn, Peter van der Ros, Levende monumenten. Geschiedenis, instandhouding en hedendaags gebruik van Utrechtse b innenstadskerken, Ootmarsum (van der Ros Communicatie) z. j. (2008?), 319 p., (ISBN 978 90812849 3 6) Mieke Bus, Ben de Vries (red.), Monumenten van Romeins Nederland. Beschermingsagenda Archeologie 2008, Zwolle (Waanders) 2008 (i.s.m. de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten), 87 p. (ISBN 978 90 400' 8569 9). 'Een figuur van groote beteekenis', zo omschreef het Leeuwarder Nieuwsblad de architect Willem Cornelis de Groot (Hollum, 1853) bij zijn overlijden in 1939. Een architect van wie het oeuvre onmiskenbaar uitsteeg boven het werk van veel van zijn tijdgenoten. Met zijn architectuur heeft hij - direct en indi rect - in belangrijke mate het aanzicht van steden, dorpen en het platteland in Friesland omstreeks 1900 bepaald. Karakteristieke bouwwerken als het Gabbema Gasthuis (1906), het Diaco- nessenhuis (1894) en de Hollanderwijk (1915) zijn slechts enkele topstukken uit het oeuvre van De Groot, die ook veel boerderijen, woonhuizen, kerken en volkswoningcomplexen op zijn naam heeft staan. Het verhaal van deze man die het vak van timmerman leerde bij een doodskistenmaker in Zaandam en wiens gebouwen nu alweer honderd jaar het aanzicht van Leeuwarden domineren, is nu in boekvorm verschenen. In deze publicatie presenteren Marloes Eskens, Leo van der Laan en Bé Lamberts het resultaat van jarenlang onder zoek. Centrale onderwerpen zijn het levensverhaal van De Groot, de wereld waarin hij werkte en zijn belangrijkste ontwerpen. Uiteraard bevat het boek een oeuvrelijst met de bijna tweehon derd bouwprojecten van De Groot. Open Monumentendag 2009 zal in Leeuwarden eveneens in het teken staan van deze architect. Het exemplaar van dit boekje dat ik in bezit kreeg was er één van de vierde druk.Dat zal stellig mede liggen aan de originele en aantrekkelijke vormgeving, maar ook aan de manier waarop de auteur, een jonge kunsthistorica, haar werk heeft aangepakt. Zij biedt een gewetensvolle inventarisatie met veel aandacht voor constructieve en deco ratieve details en korte levensbeschrij vingen van negen van de belangrijkste betrokken architecten. Daarnaast geeft zij in feite veel meer dan de titel belooft. De inleiding geeft een duidelijke karakteristiek van de Amster damse School en van haar uitstraling naar Groningen en het Groningerland, 'nergens op zo'n grote schaal' als elders buiten de hoofdstad. Onder de bouw werken waarvan men een goede indruk krijgt zijn er niet alleen op het Hoog- eland, voor deze auteur het gebied ten Noorden van 'Stad', maar ook elders in de provincie zoals de voorma lige Rijks-HBS in Ter Apel van Gart Westerhout. Ook is er markant werk in de stad Groningen van onder anderen Siebe Jan Bouma en Evert van Linge. De belangrijkste door de Amsterdamse School beïnvloede architect die op het Hoogeland heeft gewerkt is wel Egbert Reitsma (1892-1976) geweest, die in totaal meer dan veertig godshuizen op zijn naam heeft staan. Hier worden uitvoerig behandeld zijn stoere kerken te Bedum en Appingedam. Het sluitstuk van dit boekje wordt gevormd door acht fiets- dan wel wandelroutes. Dit boek betreft de oudere binnen- stadskerken in Utrecht, voor zover tegenwoordig eigendom van reforma torische kerkgenootschappen (men mist er dus de huidige Rooms-katholieke kathedraal). Het is in de eerste plaats bedoeld als geschenk voor de meele vende kerkleden. Vooral ook door de afbeeldingen (voor het merendeel naar artistieke foto's van Maarten Buruma) wordt men gewaar welke schatten aan religieus cultureel erfgoed zich nog in de Domstad bevinden. Men kan ook constateren dat de beschreven gebouwen zich over het algemeen in goede staat bevinden; dit is vooral het gevolg van recente restauraties, waarvan zeker genoemd moet worden de campagne waarbij vijf Hervormde kerken vrijwel gelijktijdig werden aangepakt. Ik heb uit dit boek veel geleerd, omdat vele predikanten, kosters en beheerders aan het woord komen over de lusten en lasten van het beheer van 'hun' kerk. Zeer informatief vond ik ook de bijdrage van Mart van der Sterre, directeur van de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland over het 'roerende religieuze erfgoed van de Utrechtse binnenstadskerken'Wie de uitzonderlijke religiege-schiedenis van Utrecht kent zal het niet verbazen dat daarvoor de belangrijkste schatkamer is de Oudkatholieke kathedraal van Sint Gertrudis. Deze wordt als gebouw in dit boek niet besproken, maar is wel verte genwoordigd met twee interieurfoto's. Onder de ruim 1400 archeologische monumenten die in Nederland op het ogenblik van de uitgave van dit boekje overheidsbescherming genoten herin nert het leeuwendeel aan de Romeinse Tijd. Een inleidend hoofdstuk biedt een prikkelend overzicht van de Nederlandse pre- en protohistorie. Daarna worden veertien archeologische monumenten van (Gallo-)Romeinse oorsprong in het gebied van de Limes.- ooit de Rijks grens - voorgesteld. Er zijn bekende objecten onder, zoals de tempels onder en bij de oude parochiekerk van Eist en de Romeinse en vroeg-middeleeuwse bouwresten onder het Utrechtse Dom plein. Veel minder bekend zijn naar mijn indruk de meeste archeologische monu menten in het gebied van de Leidse Rijn. Minister Plasterk is voornemens deze veertien aan te wijzen als Rijksmonu ment. Hetzelfde wil hij doen met negen 'niet-Romeinse objecten en gebieden', waaronder een deel van de rede van Texel waar interessante scheepswrakken liggen. Deze negen passeren ook kort de revue. Temidden van de goed gekozen illustraties is een zeer uitzonderlijk ver keersbord afgebeeld: op de plaats van een Romeinse villa en een Merovingisch grafveld mogen geen metaaldeteetoren worden gebruikt. Deze uitgave is voor iedereen die wil weten wat er in de Nederlandse archeo logie omgaat. Philip Bosscher (1853-1939) ■p he! Groninger Hoogebnd^^c Geschiedenis, instandhouding cti hedendaags gebruik van Utrechtse binnenstadskerken

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 41