Ton Kootpenning voor
Lambert de Visser
Suggestie voor bescherming
Bouwhistorisch onderzoek
in Korenmetershuis
Lambert de Visser (links) ontvangt de
Ton Kootpenning uit handen van voor
zitter mr. H. Bruins Slot. Foto BartTonies
Het Korenmetershuis in Amsterdam.
Foto archief
Lambert de Visser heeft bij zijn afscheid als
voorzitter van de Brabantse Provinciale Com
missie uit handen van landelijk voorzitter mr.
H. Bruins Slot de Ton Kootpenning gekregen; de
hoogste onderscheiding, die Heemschut kent.
Bruins Slot schetste de verdiensten van De
Visser voor Heemschut in al zijn geledingen en
typeerde deze 'mensenmens' als een verper
soonlijking van de oude waarden binnen de
vereniging: betrokkenheid, belangeloosheid en
actie. 'Mensen als jij blijven we nodig hebben'.
'Ik heb bij Heemschut heerlijke jaren meege
maakt', aldus De Visser, die zich door ziekte van
zijn vrouw genoodzaakt zag al zijn functies bij
de vereniging neer te leggen. 'Het kostte me
dertig mandagen per jaar. Het resultaat was
niet altijd in balans met de inzet, maar dat
neemt niet weg dat we aan de weg moeten
blijven timmeren. Dan is er geen sprake van
een druppel op een gloeiende plaat, maar van
een oliedruppel, die breed uitvloeit. Er zijn nog
altijd gemeenten waar bestuurders en ambte
naren niet weten wat Heemschut is en doet.
Onder meer met onze vergaderingen op locatie
kunnen we ze dat duidelijk maken', aldus De
Visser.
Tijdens de geanimeerde afscheidsreeptie in
het provinciehuis in Den Bosch fungeerde de
Brabantse commissie - door De Visser een
kwalitatief goede commissie en een vrien
denkring genoemd - even als koordat de
scheidende voorzitter verraste met een ballade.
Vice-voorzitter mr. Paul Eijssen onderstreepte
zijn woorden van waardering met een 'zwaar
cadeau': een boekwerk over de geschiedenis
van Brabant.
Op grond van de gewijzigde Monumentenwet
1988 start de minister niet langer op aanvraag
een aanwijzingsprocedure voor monumenten
van voor 1940. De minister kan wel ambtshalve
een aanwijzingsprocedure starten. De Provin
ciale Commissies van Heemschut zijn op de
hoogte gesteld van de nieuwe procedures.
Voor monumenten van voor 1940 kunnen niet
langer aanvragen worden indienend, maar wel
kan een suggestie voor aanwijzing worden
gegeven. Het verschil is, dat de procedure voor
aanwijzing niet meer vanzelfsprekend gestart
wordt. Het monument moet voortaan passen in
een aanwijzingsprogramma, voor dit jaar is dat
de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de herstruc-
tureringswijken. In een ander geval kan het
monument vanwege zijn schoonheid, betekenis
voor de wetenschap of cultuurhistorische
waarde worden aangemerkt als een nationaal
of internationaal erkend monument van de
Nederlandse architectuur, stedenbouw, land
inrichting, bouwtechniek of ruimtegebonden
kunst én vormt vanwege zijn hoge zeldzaam
heid een onmiskenbare aanvulling op de lijst
van beschermde monumenten.
Onder leiding van Gabri van Tussenbroek van
het bureau Monumenten Et Archeologie van
de gemeente Amsterdam verricht Eveline van
Schie, student arehiteetuurhistorie Et monu
mentenzorg van de universiteit van Utrecht een
bouwhistorisch onderzoek naar het Korenme
tershuis.
Voor dit onderzoek bestaan enkele aanlei
dingen. Zo is niet alles over de geschiedenis van
dit pand, tegenwoordig de zetel van de Bond
Heemschut, bekend. Tijdens de open monumen
tendag afgelopen jaar vroeg een bezoeker naar
de gebruikte houtsoorten. Iets waarop niet
direct antwoord gegeven kon worden. Bureau
Monumenten Et Archeologie wil nagaan of
resten van de voorganger van het Korenmeters
huis in het gebouw zijn verwerkt. De informatie
van het bouwhistorisch onderzoek kan op
termijn benut worden bij een restauratie.
De onderzoekster werkt via de nieuwe richt
lijnen Bouwhistorische Onderzoek, zoals die
tijdens de Restauratiebeurs in Den Bosch in
april zijn gepresenteerd.
juni 2009 Heemschut 31