In de afgelopen twee eeuwen
is er vrijwel continu sprake
geweest van een waardering
van het 'natuurlijke' karakter
van verweerde natuursteen.
kon daardoor enerzijds niet optimaal ervaren
worden, maar leek daardoor tegelijkertijd nog
groter te zijn dan het daadwerkelijk was.
Door de vrijlegging van het paleis treden de
zwaktes in het ontwerp van Van Campen echter
meer dan voorheen aan het licht. Zijn clas
sicisme, zoals verwezenlijkt in het stadhuis,
kenmerkt zich namelijk door een strengheid
en rigiditeit die, in subjectieve bewoordingen
vervat, nogal saai is. Vooral de lange gevels
kenmerken zich door een schier eindeloze
herhaling van pilasters en vensters. Herstel van
de oorspronkelijke of geïdealiseerde verschij
ningsvorm van het kolossale gebouw - lees:
de reiniging - zal deze indruk nog aanzienlijk
versterken. Immers, het zijn juist met name het
patina en de kleurschakeringen daarvan die het
gebouw tegenwoordig een levendige uitstraling
verlenen.
Modegril
De Rijksgebouwendienst gaat echter voorbij
aan dit cruciale aspect en beperkt zich in haar
essay tot de zeer oppervlakkige constatering
dat de omgeving bestaat uit 'een context
waarvan veel (maar niet alle) gevels zijn gerei
nigd'. Dat veel van die gevels ook onherstel
baar vernield zijn wordt daar niet bij vermeld,
evenmin als het gegeven dat bijvoorbeeld het
winkelpand van Peek Et Cloppenburg en Magna
Plaza, het voormalige hoofdpostkantoor,
inmiddels weer behoorlijk vuil geworden zijn.
Hoe vaak denkt de Rijksgebouwendienst de
paleisgevels in de toekomst te reinigen?
Het heeft er daarom alle schijn van dat de
gewenste reiniging van de paleisgevels vooral
een modegril is. In de afgelopen twee eeuwen
is er vrijwel continu sprake geweest van een
waardering van het 'natuurlijke' karakter
van verweerde natuursteen. Niet alleen
natuurstenen gevels als dat van het paleis
zijn ongemoeid gelaten, ook werden nieuwe
natuurstenen gevels opgetrokken die op den
duur dezelfde uitstraling zouden verkrijgen als
de historische voorgangers. Een representa
tief voorbeeld is het gebouw van voorheen de
Nederlandsche Bank op de Oude Turfmarkt van
architect W.A. Froger (1869), net als het Paleis
opgetrokken in Oberkirchener en Bentheimer
zandsteen. Ook deze gevel is nooit van een
geschilderde afwerklaag voorzien, terwijl men
moet hebben geweten dat de wand na verloop
van tijd net zo donker zou kunnen worden als
de gevels van het paleis.
Respecteren
Hoe het verder ook zij: de ongeschilderde toe
stand van de gevels is een historisch gegeven
dat gerespecteerd dient te worden. Niet alleen
in de zeventiende eeuw, ook in de daarop
volgende eeuwen is men er nooit toe over
gegaan de gevels te schilderen. Hierdoor zijn de
stadhuisgevels donker gepatineerd geworden,
waarmee het huidige karakteristieke uiterlijk
van het gebouw bepaald is.
De gevaren die aan gevelreiniging kleven en het
zwaarwegende verlies van historische waarden
- het patina en het historische gegroeide kleur
beeld - maken de gewenste reiniging hoogst
discutabel. Het is dan ook te hopen dat men
hier alsnog vanaf ziet.
Dovid Mulder is secretaris van de Commissie
Amsterdam van Heemschut.
juni 2009 Heemschut 27
Vooral op ooghoogte zijn verweringen en beschadigingen goed zichtbaar
in de natuurstenen muren. De brede stoep was bij de bouw niet echt
bedoeld om Jan en Alleman naar binnen te halen in het stadhuis. Voor Amster
dambezoekers is deze paleistoegang tegenwoordig een veel benut uitpufpunt.