Een foto uit1890 laat er echter geen twijfel over bestaan dat ook toen reeds de gevels een zeer 'vlekkerig beeld te zien gaven. Paleis op de Dam, Damzijde 2009. Foto's Heemschut kritiek dat het paleis een 'verwaarloosde' indruk maakt. De auteurs die de keuze voor of tegen gevelreiniging tegen elkaar afwegen komen dan ook tot een positief eindoordeel. Kleurverschillen Veel van de argumenten die men daarbij aanvoert zijn in een wetenschappelijk jasje gestoken, maar blijken bij nader inzien niet bijzonder steekhoudend te zijn. Bijvoorbeeld de nadruk die men legt op het voorkomen van het gebouw op historische afbeeldingen. Histori sche foto's zouden in plaats van het huidige vergrijsde gevelbeeld met grote onderlinge kleurverschillen in de zandsteen veelal egaal verweerde gevels tonen. Dat ligt er maar net aan welke afbeeldingen men bekijkt! Ken merk van historische foto's is de verbleking die na jaren optreedt en interpretatie van het getoonde beeld moeilijk maakt. Bovendien is het ook nog van belang te weten op welk tijdstip en onder welke tijdsomstandigheden een bepaalde foto gemaakt is. Immers, stand en sterkte van de zon bepalen mede hoe de gevels zich manifesteren. Inderdaad is op zeer veel afbeelding een vrijwel homogeen gekleurd paleis zichtbaar, soms zou men zelfs denken dat de gevels al eerder gereinigd zijn. Een foto uit 1890 laat er echter geen twijfel over bestaan dat ook toen reeds de gevels een zeer 'vlekkerig' beeld te zien gaven. Dat geldt met name de bovenverdiepingen van de voor gevel bij de hoek met de Mozes en Aaronstraat en de bovenste architraaf, die net zoals tegen woordig, een afwisseling laat zien van lichte en donkere blokken zandsteen. Afwerking Veel waarde hecht de Rijksgebouwendienst ook aan de ontwerpopvattingen van de architect, Jacob van Campen, die naar een 'volkomen architectonisch ontwerp zou hebben gestreefd'. Problematisch daarbij is dat de natuurstenen gevels van het stadhuis nooit van een geschil- derde afwerklaag zijn voorzien, terwijl dat in de bouwtijd eerder regel dan uitzondering was. De cruciale vraag die dit oproept - of deze afwer king door de architect bedoeld danwel door een samenloop van omstandigheden achterwege is gebleven - heeft derhalve zwaarwegende implicaties voor de te kiezen aanpak, namelijk een conserverende restauratie of reiniging. Terwijl de Rijksgebouwendienst tot de conclusie komt dat Van Campen wel de intentie gehad moet hebben het gebouw te schilderen, is het Amsterdamse Bureau Monumenten en Archeo logie een geheel andere mening toegedaan. In een zeer lezenswaardig artikel in het tijdschrift Amstelodamum, 'Ongeverfde natuursteen als uitdrukking van een ideaal. De gevels van het Paleis op de Dam historisch benaderd', zet medewerker Pieter Vlaardingerbroek uiteen waarom het achterwege blijven van een geschilderde afwerklaag naar zijn mening een doelbewuste keuze is geweest. Hiervoor pleiten vooral de perfecte afwerking van de steen en de nog aanwezige beletteringen op de gevels. Deze fraaie beletteringen zijn aangebracht onder de festoenen en verduidelijken het thema van elk festoen. Uit andere voorbeelden, zoals in de Oranjezaal in Huis ten Bosch waar een imitatie zandstenen lambrisering is aangetroffen, blijkt bovendien dat Van Campen waardering had voor de ongesehilderde natuursteen. Blond Of Van Campen daarbij rekening hield met de verwering van het materiaal blijft echter gis werk. Van den Ende en Van Bommel menen dat het gebouw 'blond' bedoeld is, zoals contem poraine schilderijen het tonen. De marmeren timpaanvullingen steken daarbij met hun witte kleur duidelijk tegen af tegen de gevels. Dit kleurverschil bestaat in de huidige gepatineerde toestand van de gevels nog steeds en kan als bewijs opgevoerd worden voor de stelling dat Van Campen de gevels juist niet heeft willen schilderen. Was dat wel de bedoeling geweest dan had men voor de timpaanvullingen juni 2009 Heemschut 25

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 27