en Gebou BWfllNim Betrekkelijke rust in gebruik lijkt redding van paleis Evert de lone Het is wel het achtste wereldwonder genoemd: het Amsterdamse stadhuis van Jacob van Campen. Het was destijds het grootste niet-kerkelijke bouwwerk in Europa. De eerste steen werd in 1648 gelegd, de Vrede van Munster was zojuist getekend en een periode van vrede bracht Amsterdam grote voorspoed. Van Campen wilde een 'Volcomen gebou' afleveren. Architect K.C. van den Ende leidde in opdracht van de Rijksgebouwendienst de ingrijpende restau ratie van de afgelopen jaren. De oorlog met engeland leek in De Mozeszaal, begin 20ste eeuw. Foto Koninklijk Huisarchief 1652 nog even roet in het eten te gooien: de bouw van de derde en vierde verdieping dreigde niet door te gaan. Maar kort na die oorlog werd de bouw toch hervat en het stadhuis werd voltooid naar het ontwerp van Van Campen. Het werd al officieel in gebruik genomen in 1655; dat was hoognodig na het afbranden van het oude stadhuis in 1652. Jacob van Campen was overigens zelf eind 1654 boos weggelopen omdat zijn getekende gewelfconstruetie ingrijpend gewijzigd was bij de bouw. De uitvoerend stadsarchitect Daniël Stalpaert had in het ontwerp de gedrukte tongewelven gewijzigd in halfronde gewelven. Dat tastte het concept van dit 'volcomen gebou' ernstig aan. In het ontwerp pasten de 14 Heemschut juni 2009 Van Stadhuis naar Paleis tot monument

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 16